Mark Eyskens
Gedicht voor Aylan: ‘Maar, neen. Het is een mens’
Minister van staat en auteur Mark Eyskens wijdde een gedicht aan Aylan, het verdronken Turkse jongentje.
Is er een zeehond aangespoeld?
Een klein dolfijntje, onderkoeld,
Uit een boze zee verdreven?
Of een pak wrakhout geloosd
Uit een boot, onervaren
Uitgevaren in een plotse storm ?
—
Het antwoord is neerbliksemend
“Maar, neen. Het is een mens,
Een mensje met zijn gezichtje in het zand
Van het natte strand gedrukt,
Want ademen hoefde toch niet meer.
Terwijl de oceaan nauwelijks ontdaan
Zijn zielige melopee bleef zingen
In tij en ontij, onverstoord.
—
Het was een jongetje met een naam,
Kon mijn eigen kleinzoon zijn,
En toch maar eentje uit miljoenen
Met vader, moeder onder weg
Naar het land van Ergens,
Een beloofde land van vrijheid
En gastvrijheid waar mensen
Niet op mensen schieten
En niet het eigen volk eerst
Maar alle mensen eerst aan bod
Zouden moeten kunnen komen.
Een land van droom; geen moord.
—
Toen bleek het land van Ergens
Veeleer een land van Nergens
De droom verdampte met het water
Van de zee die wild golfde om zich heen
Geen talen kunnen nog vertalen
Hoe cynisch woorden kunnen zijn
Als palindromen worden opgehoest
Want dan wordt droom echt moord
Toen de droom van Aylan
Onbarmhartig werd vermoord.
Vluchtelingencrisis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier