Jan Vercamst
Gaan we elkaar de (rode) duvel blijven aandoen?
‘De mens zorgt er zelf voor dat hijzelf in dienst staat van de economie en niet omgekeerd’, schrijft Jan Vercamst, nationaal voorzitter van de liberale vakbond ACLVB.
Het menselijk drama bij Delhaize en zoveel andere ondernemingen in moeilijkheden, valt nauwelijks in woorden te vatten. Niet alleen ligt de verantwoordelijkheid bij het management maar ook bij het ‘goedkoopgedrag’ van de consument zelf en de ongebreidelde concurrentiestrijd in een globale economie. Die concurrentiestrijd oefent een zodanig grote druk uit dat we meer en meer roofbouw plegen op onze ecologische en sociale omgeving. Kort gezegd: de mens zorgt er zelf voor dat hijzelf in dienst staat van de economie en niet omgekeerd. We zadelen onszelf op met deze paradox en ik vraag me dan ook luidop af hoe lang we dit nog blijven tolereren en hoe we hier als vakbonden proactief op kunnen reageren. Complexe problemen vragen om eenvoudige oplossingen. Als de mens in de periferie van het economisch gebeuren terecht komt, moet hij zichzelf dringend opnieuw centraal plaatsen. In een syndicale context betekent dit dat we nog meer sociaal corrigerende maatregelen zullen voorstellen die grenzen stellen aan een ongezonde concurrentiestrijd waardoor werknemers in een neerwaartse spiraal terecht komen.
Democratisch ondernemen
Het is niet de eerste maal dat ik een lans breek voor werknemersparticipatie of beter gezegd meer inspraakvermogen voor werknemers in ondernemingen. Te vaak ontbreekt het werknemers of de werknemersafvaardiging aan managementinformatie om proactief mee na te kunnen denken over de toekomst van het bedrijf. De ondernemingsraad is nog steeds een adviesorgaan (behalve in bepaalde specifieke domeinen) dat niet echt toelaat om doeltreffend tussen te komen in de strategische keuzes van de onderneming. De vakbondsvertegenwoordigers hebben nooit echt de zekerheid over alle dossierelementen te beschikken die van belang zijn voor de toekomst en de tewerkstelling, omdat ze niet betrokken worden bij het hele besluitvormingsproces. Daarom pleit ik in ieder geval voor de uitbreiding van de bevoegdheden van de ondernemingsraad. Het gaat onder meer om het recht alle informatie tijdig en op hetzelfde moment als de bestuurders in handen te krijgen.
Sociale ratio’s tegen precaire arbeid
Ik vind het niet meer dan normaal dat de overheid pas subsidies of fiscale voordelen toekent aan grote en kleine ondernemingen als dit ten goede komt van de burgers en hun job. Vanuit syndicaal oogpunt betekent dit dat bedrijven beloond moeten worden voor het creëren van duurzame tewerkstelling. Een sociaal corrigerende maatregel zou er in kunnen bestaan dat we sociale ratio’s voor precaire arbeid bij wet voorzien en dat die gepubliceerd worden in de sociale balans. Het is toch niet meer dan normaal dat we ons de vraag stellen of een bedrijf dat zonder aanwijsbare reden meer uitzendkrachten aanwerft wel van dezelfde lastenverlaging kan genieten dan het bedrijf dat dit minder doet.
Een druppel op een hete plaat?
Sommigen zullen dergelijke maatregelen beschouwen als een druppel op een hete plaat of niet realistisch. Ik niet en ik sta niet alleen. Miljoenen syndicalisten over gans de wereld vinden het noodzakelijk dat we in die menswaardige richting evolueren. Bovendien zie ik dergelijke ideeën ook als hefboom om waardevolle begrippen als sociaal kapitaal, ethisch ondernemerschap en bruto (inter)nationaal geluk een noodzakelijk forum te blijven bezorgen. Of gaan we elkaar de (rode) duvel blijven aandoen?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier