Walter De Smedt
‘Fundamentele waarden van het strafrecht worden opgeofferd aan een commerciële ingesteldheid’
Voormalig strafrechter Walter De Smedt ziet parallellen tussen de schendingen van de grondwet in Polen en Hongarije en de justitiehervorming in ons land.
De Grondwet is niet zomaar een wet: het is de basistekst waarop de rechtsstaat steunt. Daarom heb je ook een twee derde meerderheid nodig om er wat aan te wijzigen. Er is ook een hoogste rechtscollege dat toeziet op de eerbiediging van de grondregels en een wet die deze schendt kan vernietigen. Dat een regering de grondwet niet kan schenden zet Polen op zijn kop: de Europese Commissie dreigt zelfs voor de eerste maal de sanctie van de intrekking van het stemrecht toe te passen. Het geschil tussen Polen en de Commissie over de ongrondwettelijke maatregelen sleept al maanden aan en is nu een werkelijke impasse geworden: het Poolse Grondwettelijk Hof heeft de hervormingen verworpen die de conservatieve regering had goedgekeurd over de werking van het tribunaal zelf en de regering zegt deze uitspraak naast zich te zullen leggen. Over deze voor geheel Europa belangrijke aanvaring wordt door onze media ruim bericht. Dat er ook in ons eigen land soortgelijke toestanden heersen krijgt evenwel niet dezelfde aandacht: in De Standaard staat het onder de ” politisering van het Citroënmuseum” met amper drie paragrafen.
Hervorming
Ook in ons land wordt de justitie hervormd. De drijvende kracht daarin is de justitieminister Koen Geens, voorheen een befaamd zakenadvocaat en professor aan de Leuvense Universiteit. Zowel de wijze waarop de heer Geens zijn hervormingen doorvoert als de inhoud van de wijzigingen geeft aanleiding tot felle kritiek: geen groot debat maar in stapjes, in potpourri-wetten, en met veranderingen die de grondwettelijke principes fundamenteel aantasten.
De minister werd evenwel een eerste maal door het Grondwettelijk Hof terug gefloten bij de afkeuring van de afkoopwet. Deze wet verving het rechterlijk vonnis door een opportuniteitsbeslissing van het openbaar ministerie, door een vertrouwelijke schikking tussen procespartijen. Dat daardoor het toezicht door de rechter geheel werd uitgehold en ook het pricipe van de openbaarheid werd geschonden ontging het Hof niet. Dat gebeurde pas na één jaar en het blijft erg omstreden.
Fundamentele waarden van het strafrecht worden opgeofferd aan een commerciële ingesteldheid
De minister voert nu een regeling in waardoor de rechter in zwaarwichtige dossiers eerst een oordeel moet vellen alvorens er kan worden geschikt. Dat er nog steeds kan geschikt worden en het rechterlijk toezicht enkel voor zwaarwichtige dossiers moet gebeuren ontneemt niet de kritiek op de door de minister door zijn gehele hervorming gevolgde ” justice de marchandage“, de “vercommercialisering” van het strafrecht.
Maar de minister volhardt in de boosheid. Dat heeft tot gevolg dat ook andere ‘hervormingen’ nu door het Grondwettelijk Hof niet enkel afgekeurd maar zelfs ‘vernietigd’ werden.
‘Handigheden’
Minister Geens ontnam het Volk het recht om de oordelen over de zwaarste misdrijven: waarom de assisenprocedure in de rest van de wereld onbetwist de standaardprocedure is voor alle belangrijke misdrijven was hem niet ontgaan, want hij gebruikte ‘handigheden’ om er onderuit te geraken. Deze zijn nu vernietigd: door de aanwending van ‘verzachtende omstandigheden’ waardoor het openbaar ministerie een dossier van assisen naar de correctionele rechtbank kon brengen creëer je door een ‘opportuniteitsbeslissing’ van het parket een verschillende behandeling tussen de burgers, en door strafverzwaringen konden die ook zwaarder worden bestraft door de correctionele rechter dan dat het assisenhof het kan.
Een andere vernietigde hervorming gaat over de huiszoeking. Volgens de minister was daar geen volwaardig en voortgezet rechterlijk toezicht op nodig en volstond een rechterlijke machtiging. Andermaal was dat niet enkel een wijziging aan het grondwettelijk principe maar eveneens aan een historisch gegeven: dat iedere burger ‘Koning’ is in zijn eigen woonst is een ‘verworvenheid’ die de geschiedenis heeft overleefd: het gaat terug naar het charter van Albert Cuyck van 1196.
Ook een andere hervorming ging over een soortgelijk zowel grondwettelijk als historisch basiselement: de aanhouding. Het ” habeas corpus” principe werd door de Magna Carta van 1215 ingevoerd en maakt sindsdien de belangrijkste bescherming uit tegen willekeurige aanhouding. Koen Geens wijzigde de mogelijkheden om tegen een aanhoudingsbevel cassatieberoep aan te tekenen, het kon slechts éénmaal, en gaf de vreemdelingen in de gevangenis minder recht om voorwaardelijk vrij te komen.
Verontrustend
Niet enkel de aantasting van grondwettelijke principes in Polen en Hongarije zijn vanuit de Europese waarden van de democratische rechtsstaat erg verontrustend. Er is volgens mij geen enkel verschil tussen wat daar openlijk en brutaal gebeurt en wat in ons land stapsgewijs, verstoken in popouri’s, en op handige wijze geschiedt: dezelfde fundamentele waarden worden even ernstig aangetast.
Het is helemaal verontrustend te moeten vaststellen dat deze ‘hervormingen’ niet het werk zijn van één of andere door extreme gedachten gedreven politieker, maar dat zij door een boegbeeld van de Leuvense Alma Mater en een voormalige zakenadvocaten door het Parlement worden gejaagd. Dat de afkoopwet aanleiding was tot parlementair onderzoek en daarbij de meest ernstige ‘disfunctie’ bij de voorbereiding en de stemming van de afkoopwet werden ontdekt, en deze juist veroorzaakt werden door de tussenkomsten van de door de justitieminister aangestelde experten, vergroot nog de vraag naar de aanvaardbaarheid van dit beleid.
Vercommercialisering
Als er één element is dat als een rode draad doorheen de gehele hervorming van het strafgerecht loopt is het wel wat de ‘vercommercialisering’ kan genoemd worden. Het lijkt erop dat Koen Geens zijn denk- en handelswijzen uit zijn tijd als zakenadvocaat wil doorzetten. Dat is op zich reeds erg betwistbaar. Dat hij deze ‘ justice de marchandage‘ ook in het strafgerecht wil doordrukken en hij daarbij de meest essentiële en historisch bepaalde waarden en principes opoffert aan zijn commerciële ingesteldheid is volgens mij onaanvaardbaar.
Dit strafrechtelijk beleid is van hetzelfde allooi als dat van de steeds rechtser wordende Europese partners als Polen en Hongarije. Het is van hetzelfde niveau als dat wat door de staatssecretaris in vreemdelingenzaken wordt gevolgd. Onze premier zou er dus goed aan doen zijn liberale overtuiging niet langer te laten verwateren om zijn regering recht te houden, zo niet riskeert hij op hetzelfde strafbankje terecht te komen als zijn Poolse en Hongaarse collega’s.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier