Bert Bultinck
”Fuck off!’: de zelfverklaarde mildheid van Abou Jahjah moet hem even in de steek gelaten hebben’
‘Kun je de Vlaming de hand reiken en tegelijk tegen álle Vlamingen ‘Fuck off!’ roepen?’ vraagt Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck zich af. ‘De wispelturigheid van Abou Jahjah ondermijnt zijn geloofwaardigheid als bruggenbouwer.’
‘Iedereen wordt milder op zijn vijfenveertigste’, zei de linkse opiniemaker Dyab Abou Jahjah afgelopen weekend in een dubbelinterview met zijn nieuwste medestander, de Limburgse ex-SP.A’er Ahmet Koç. Abou Jahjah sprak in Het Nieuwsblad opvallend zalvend over hun politieke project, een ‘mentale shift’ weg van integratie als toverwoord: ‘We bengelen in Europa helemaal achteraan als het over het aanvaarden van vreemdelingen gaat. Al dat bashen op allochtonen. Er moet een sterke reactie komen.’ Daar kan geen enkele democratieminnende Vlaming het mee oneens zijn. Bovendien viel het woord ‘respect’ en ging het over ‘bruggenbouwers’, de hand uitsteken en een ‘project voor iedereen’. Als de CD&V nog niet was uitgevonden, dan had Vlaanderens bekendste antiracistische activist afgelopen weekend in één klap het moedige midden van de politieke markt bezet. Dat is een gestaag slinkend marktaandeel, maar toch: een marktaandeel.
De zelfverklaarde mildheid van Abou Jahjah moet hem even in de steek gelaten hebben.
Of zo leek het toch. In zijn onlinecolumn klonk het twee dagen eerder net dat tikje anders: ‘Links en rechts in dit land zijn allebei koloniaal en racistisch. De ene is dat openlijk of bijna, de andere is dat met een fluwelen handschoen en met paternalistische houdingen.’ Op zijn Facebook-pagina ging de volumeknop een paar dagen later nog een streepje harder. Volgens Abou Jahjah keren de antiracisten ‘de ander’ de rug toe als die plots kritiek uit: ‘Het komt allemaal hierop neer: “Wij zijn antiracisten zolang wij, de blanke redders, de leiding in handen hebben.”‘ Hij gaf ook zijn ‘meest beleefde’ antwoord mee aan die welmenende burgers: ‘Fuck off!’ De mildheid van de vijfenveertigplusser: ze moet hem even in de steek hebben gelaten.
Ook bij Koç kan de mood al eens veranderen. De nieuwe politieke partner van Abou Jahjah – ‘ondertussen zeggen we “bro” tegen elkaar’ – beperkte zich dit weekend tot overtuigende pleidooien tegen uitsluiting en ‘populisme om toch stemmen te halen’. Maar Koç klonk heel anders na de poging tot staatsgreep in Turkije, toen hij schreef: ‘Allah, bescherm ons tegen de landverraders. Mensen kom in opstand, verenig u, geef hun geen kansen.’ De SP.A vond dat hij de Turkse gemeenschap in Beringen aan het ophitsen was en gooide hem buiten. Pijnlijker was het gesprek tussen Koç en Mete Öztürk, hoofdredacteur van de Erdogan-kritische krant Zaman, op de televisie een paar weken later. Vooral toen Koç geconfronteerd werd met een van zijn eigen uitspraken op de radio, kort daarvoor: ‘Zaman is nog erger dan de IS.’ Het ‘project voor iedereen’ van Koç was toen nergens te bespeuren. Overigens is Abou Jahjah een zelfverklaarde tegenstander van de Turkse president Erdogan, maar zei hij dit weekend dat hij tegen Erdogan is ‘net zoals hij tegen de CD&V’ is. Tja.
De wispelturigheid van Abou Jahjah ondermijnt zijn geloofwaardigheid als bruggenbouwer. Eind 2013, bij zijn retour naar België na zeven jaar Libanon, had hij in Knack begrip voor de bange blanke man: ‘Het is niet gemakkelijk om niet racistisch te zijn. De mens heeft nu eenmaal die aanleg.’ En hij zag ook fouten in eigen rangen: ‘Vandaag zit de verzuring bij de rechtse kiezers, maar ook bij heel wat allochtonen. Daar moeten we aan werken.’ Dat klonk, nu ja, als een project voor iedereen. Maar het viel en valt allemaal wel moeilijk te rijmen met zijn veel heftigere uitspraken, waarbij zowel links als rechts – iedereen, dus – in België racistisch én koloniaal zou zijn. Het is een spreidstand die hij nu al jaren aanhoudt, met genuanceerde en bijwijlen briljante analyses voor mainstreammedia en occasioneel gescheld en getier (‘zionistenpijper’) voor de achterban elders. De gemiddelde tjeef kan er nog een puntje aan zuigen.
Halfslachtige vrienden zijn erger dan vijanden, is dan de militante redenering. Maar het is zeer de vraag of dat in dit geval klopt
De frustratie van Jahjah ten aanzien van het structurele racisme in Vlaanderen is begrijpelijk. Evenmin is het verrassend dat zijn woede zich eerst richt op de links-liberale bovenklasse, die discriminatie met woorden bestrijdt maar in daden vooral laat bestaan: halfslachtige vrienden zijn erger dan vijanden, is dan de militante redenering. Maar het is zeer de vraag of dat in dit geval klopt. Is de softe en erg blanke Hart Boven Hard-betoger werkelijk een grotere vijand voor de samenleving dan Filip Dewinter? En vooral: kun je de Vlaming de hand reiken en tegelijk tegen álle Vlamingen ‘Fuck off!’ roepen? Dan is minstens één van zijn boodschappen hypocriet. Laat dat nu net zijn wat hij de ‘blanke redders’ verwijt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier