Filosoof en socioloog Jürgen Habermas: ‘Filosofen in de politiek, God, spaar ons daarvan!’
Hij is bijna 90, maar filosoof en socioloog Jürgen Habermas volgt de ontwikkelingen in Europa nog altijd op de voet. Het uithangbord van de Frankfurter Schule over alerte journalistiek, de botsing der beschavingen, en het einde van de filosofie.
Rond het meer van Starnberg, zo’n vijftig kilometer buiten München, worden de rijen bergchalets onderbroken door een opvallend wit gebouw met gigantische ramen. Bauhaus in het land van Heidi, zeg maar. Hier woont Jürgen Habermas, een van ’s werelds invloedrijkste filosofen. Zijn vrouw Ute Wesselhoeft, een historica met wie hij al meer dan 60 jaar getrouwd is, laat ons binnen. Ze wonen hier al sinds 1971, toen de filosoof directeur werd van het Max Planck Instituut.
Hij steekt zijn hoofd uit een chaotische studeerkamer vol boeken en paperassen, waarvan de ramen uitkomen op het woud. De kamer is ingericht in wit en oker. Aan de muren hangt een bescheiden collectie moderne kunst. Op de boekenplanken staan turven van Goethe en Hölderlin, Schiller en Von Kleist, en hele rijen werken van Engels, Marx, Joyce, Broch, Walser, Hesse en Grass. Je zou er bijna bij vergeten dat de gastheer zelf enkele van de belangrijkste werken over de sociologische en politieke scène van de twintigste eeuw heeft geschreven.
Hij beweegt stijfjes en heeft wat weg van een gezellige opa. Maar zijn handdruk is ferm, en ja: hij is boos, zegt hij. ‘Ik kan me nog altijd opwinden over dingen die in de wereld gebeuren. Dat lijkt me geen slechte kwaliteit, toch?’
Het is de eerste keer dat ik het met zoveel woorden zeg, maar ja, ik ben een Duitse patriot. En tegelijkertijd het product van de Duitse cultuur.
Habermas heeft moeite met articuleren vanwege een gespleten gehemelte. Het was precies omdat spreken hem moeilijk viel dat hij dieper begon na te denken over communicatie, wat hij als een remedie tegen een deel van de maatschappelijke kwalen beschouwt. De oude hoogleraar lijkt wat gelaten wanneer hij op een gegeven moment tijdens het gesprek uit het raam kijkt en mompelt: ‘Ik kom niet graag meer in grote auditoriums of zalen. Ik weet niet wat er aan de hand is. Er heerst daar een kakofonie waar ik wanhopig van word.’
Er is nogal wat te doen over het verval van de geëngageerde intellectueel. Alleen blijft dat vaak niet meer dan een gesprek onder intellectuelen.
Jürgen Habermas: De publieke sfeer is cruciaal voor de intellectueel, ook al is de fragiele structuur ervan steeds sneller aan het afbrokkelen. De nostalgische vraag ‘Waar zijn alle intellectuelen naartoe?’ is naast de kwestie. Nee, je kunt geen geëngageerde intellectuelen hebben als ze geen lezers hebben met wie ze hun ideeën kunnen delen. Daar draait het om.
Heeft het internet de publieke sfeer, die de traditionele media steunde, uitgedund? En heeft die evolutie op haar beurt funeste gevolgen gehad voor filosofen en denkers?
Habermas: Ja. Sinds Heinrich Heine heeft de figuur van de intellectueel aan status gewonnen, parallel met de progressieve publieke sfeer. Maar zoiets hangt af van enkele onrealistische sociale en culturele veronderstellingen, zoals een alerte journalistiek met kwaliteitskranten en massamedia die de aandacht van de mensen naar onderwerpen kunnen leiden die relevant zijn om een politieke mening te kunnen vormen. En ook een lezende bevolking die geïnteresseerd is in politiek, die opgeleid is, en die vertrouwd is met het conflictueuze proces dat voorafgaat aan de vorming van meningen, en die ook de tijd neemt om kwaliteitsvolle, onafhankelijke nieuwsberichten te lezen.
Vandaag is die infrastructuur niet meer intact, maar hij bestaat nog wel in landen zoals Spanje, Frankrijk en Duitsland. Maar zelfs daar heeft het versplinterende effect van het internet de rol van de traditionele media veranderd – en vergeet niet dat we daarvóór al de commercialisering van het nieuws hadden gehad. Een mooi voorbeeld daarvan is de VS, waar je alleen nog private tv-zenders kunt bekijken. De nieuwe communicatiemiddelen hebben een veel geniepiger commercialiseringsmodel. Ze willen niet alleen de aandacht van de gebruiker trekken, ze willen ook nog eens zijn privéprofiel economisch exploiteren. Ze stelen de persoonlijke gegevens van hun klanten, om die data dan zo efficiënt mogelijk te manipuleren, soms voor perverse politieke doeleinden. Denk maar aan het recente Facebookschandaal .
Zoals alle disciplines volgt de filosofie de trend van doorgedreven specialisering. Ik ben er niet van overtuigd dat ze zo nog een lang leven beschoren is.
Denkt u dat het internet, ondanks de voor de hand liggende voordelen, een nieuwe vorm van analfabetisme in de hand werkt?
Habermas: Bedoelt u de agressieve controverses, de bubbels en de leugens die Donald Trump verspreidt in zijn tweets? Je kunt zelfs niet meer zeggen dat die man zich onder het politieke culturele niveau van zijn land bevindt. Trump is dat niveau finaal aan het vernietigen. Na de uitvinding van de boekdrukkunst heeft het eeuwen geduurd om van iedereen een potentiële lezer te maken, om ervoor te zorgen dat de hele bevolking kon lezen. Het internet heeft van ons allemaal potentiële schrijvers gemaakt, en het bestaat nog maar een paar decennia. Misschien zullen we mettertijd leren om op een beschaafde manier om te gaan met sociale netwerken.
Daar staat tegenover dat het internet al miljoenen nuttige niches heeft gecreëerd waar betrouwbare informatie en gefundeerde meningen worden uitgewisseld. Dan heb ik het niet alleen over wetenschappelijke blogs waar academici een groter publiek hebben gevonden voor hun bevindingen en publicaties, maar bijvoorbeeld ook forums voor patiënten die aan zeldzame aandoeningen lijden en nu intercontinentaal tips kunnen uitwisselen. Op het vlak van communicatie biedt het internet zonder enige twijfel grote voordelen – en niet alleen omdat je nu veel sneller aandelen kunt verhandelen. Ik ben te oud om de omvang van de culturele impuls van de nieuwe media te kunnen inschatten. Maar het stoort me mateloos dat het de éérste mediarevolutie in de geschiedenis van de mensheid is die bijna uitsluitend economische doeleinden moet dienen, en geen culturele.
Welke toekomst is er nog weggelegd voor de filosofie in een wereld die gedomineerd wordt door technologie?
Habermas: Ik ben de ouderwetse mening toegedaan dat de filosofie moeten blijven proberen een antwoord te formuleren op de vragen van Immanuel Kant: ‘Wat kan ik weten? Wat moet ik weten? Wat kan ik verwachten? Wat betekent het om een mens te zijn?’
En toch ben ik er niet van overtuigd dat de filosofie zoals we die nu kennen nog een lang leven beschoren is. Zoals alle disciplines volgt ze de trend van doorgedreven specialisering. Dat is een doodlopend straatje, want filosofie moet het gehéél proberen te verklaren. Ze hoort bij te dragen aan de rationele verklaring van de manier waarop we onszelf en de wereld begrijpen.
Hoe is het nog met uw sympathie voor het marxisme? Bent u nog altijd links?
Habermas: Ik heb 65 jaar gestreden voor de linkse basisbeginselen. Ik heb een kwarteeuw geijverd voor een grotere politieke integratie van de Europese Unie, en dat deed ik vanuit de overtuiging dat ze als enige in staat is om het ontketende kapitalisme onder controle te krijgen. Ik heb me nooit ingehouden om kritiek te uiten op het kapitalisme, maar ik ben me er tegelijk altijd van bewust geweest dat een ondoordachte diagnose niet volstaat. Ik ben niet zo’n intellectueel die schiet zonder te mikken.
Kant + Hegel + verlichting + ontnuchterd marxisme = Habermas. Kunt u zich in die formule vinden?
Habermas: Als ik het telegrafisch moet uitdrukken, oké dan. Als er nog een snuifje Adorno bij mag.
In 1986 hebt u het politieke concept van ‘constitutioneel patriottisme’ bedacht. Dat klinkt bijna klinisch als je het vergelijkt met het vlaggenzwaaiende patriottisme van tegenwoordig. Is het moeilijk om een constitutionele patriot te zijn?
Habermas: In 1984 was ik uitgenodigd als spreker in het Spaanse parlement. Achteraf gingen we iets eten in een bekend restaurant. Veel van de politici met wie we daar aan tafel zaten, waren sociaaldemocraten die hadden meegeschreven aan de nieuwe grondwet van het land. Ze vertelden ons dat in dát restaurant in 1873 de samenzwering was gesmeed voor het uitroepen van de Eerste Spaanse Republiek. Zodra we dat wisten, zaten we daar met een heel ander gevoel. Constitutioneel patriottisme moet gepaard gaan met een goed achtergrondverhaal, zodat iedereen goed beseft dat de grondwet een nationale verwezenlijking is.
Beschouwt u zichzelf als een patriot?
Habermas: Ik voel me een patriot van een land dat, uiteindelijk, na de Tweede Wereldoorlog, een stabiele democratie heeft geïnstalleerd en, doorheen de daaropvolgende decennia van politieke polarisatie, een progressieve politieke cultuur. Het is de eerste keer dat ik het met zoveel woorden zeg, maar ja, ik ben een Duitse patriot en tegelijkertijd het product van de Duitse cultuur.
Vindt u dat Duitsland, in het licht van de instroom van migranten, nog altijd maar één cultuur heeft?
Habermas: Ik ben trots op onze cultuur, waar Turkse, Iraanse en Griekse immigranten van de tweede en de derde generatie deel van uitmaken. Zij hebben fantastische filmmakers, journalisten en tv-figuren voortgebracht, maar ook ceo’s, vooraanstaande artsen, de beste schrijvers, politici, muzikanten en leerkrachten. Dat is een tastbaar bewijs van de kracht en het regeneratievermogen van onze cultuur. De agressieve afwijzing van die mensen door rechtse populisten is klinkklare onzin. Zonder hen zou dat allemaal niet mogelijk geweest zijn.
De politiek is altijd heel elitair te werk gegaan bij het uitbouwen van het Europese project. Nooit heeft ze de bevolking betrokken bij complexe kwesties.
Denkt u dat we op weg zijn naar een botsing van beschavingen?
Habermas: Ik vind die vrees volstrekt onterecht. De oudste en invloedrijkste beschavingen werden gekenmerkt door de metafysica en de grote religies die Max Weber heeft bestudeerd (het confucianisme, taoïsme, hindoeïsme, boeddhisme en het jodendom. Door zijn vroege dood kwam Weber niet toe aan het vroege christendom en de islam, nvdr). Die hebben allemaal een universeel potentieel, wat maakt dat ze baat hebben bij openheid en inclusie. Religieus fundamentalisme is een heel modern fenomeen. Het is gegroeid uit de sociale ontworteling die het kolonialisme, het einde van het kolonialisme en het wereldwijde kapitalisme in gang hebben gezet.
U hebt meermaals geschreven dat Europa een Europese islam zou moeten omarmen. Is dat proces al aan de gang, denkt u?
Habermas: In Duitsland doen we inspanningen om de islamitische theologie te doceren aan de universiteiten. Dat betekent dat we in eigen land godsdienstleerkrachten kunnen opleiden, in plaats van ze te importeren uit Turkije en andere landen. Maar uiteindelijk staat of valt dat proces met de mate waarin we migrantenfamilies in de samenleving kunnen integreren.
Nu, dat staat los van de wereldwijde migratiegolven. De enige manier om díé aan te pakken, is de economische oorzaken wegnemen in de landen van oorsprong.
En hoe doen we dat?
Habermas: Zonder het wereldwijde kapitalistische systeem te veranderen? Geen flauw idee. Het is een probleem dat eeuwen geleden is ontstaan. Ik ben geen deskundige op dat vlak, maar als je Neben uns die Sintflut van Stephan Lessenich leest, zul je merken dat de golven die nu Europa en het Westen overspoelen terug te voeren zijn op beslissingen die híér zijn genomen.
U noemde Europa een economische reus maar een politieke dwerg. Het is er niet beter op geworden: we hebben de brexit gehad, en het populisme, extremisme en nationalisme tieren welig.
Habermas: De introductie van de euro heeft de monetaire unie in tweeën gedeeld: het noorden en het zuiden, de winnaars en de verliezers. De reden daarvoor ligt in het feit dat de structurele verschillen tussen de nationale economische regio’s elkaar niet kunnen compenseren als er niet naar een politieke unie wordt toegewerkt. Er ontbreken enkele sleutelelementen, zoals een eengemaakte arbeidsmarkt en een gemeenschappelijk socialezekerheidssysteem. Europa heeft ook de slagkracht niet om een gemeenschappelijk fiscaal beleid uit te tekenen. Daar komt nog bij dat het neoliberale politieke model, dat als een rode draad door de Europese verdragen loopt, ervoor zorgt dat de lidstaten nog meer afhankelijk worden van de wereldwijde markt. De werkloosheidsgraad onder jongeren in het zuiden van Europa is ronduit schandalig. Overal is de ongelijkheid toegenomen en is de sociale cohesie aan het afbrokkelen. De landen die zich konden aanpassen, zijn nu overgeleverd aan het liberale economische model, waarbij iedereen individuele winst nastreeft. En de landen die in een precaire situatie zitten, plooien zich terug op zichzelf en laten zich verleiden tot irrationele en zelfdestructieve reacties.
Jürgen Habermas
– 1929: geboren in Düsseldorf op 18 juni
– 1944: wordt naar het front gestuurd
– Studies: Duitse letterkunde, economie, filosofie, geschiedenis en psychologie
– Carrière: sloot hij zich aan bij de Frankfurter Schule, met denkers als Max herkheimer en Theodor Adorno, van wie hij assistent wordt.
– ‘Publieke sfeer’: verwerft bekendheid voor zijn theorie over de publieke sfeer en openbaarheid. De theorie houdt in dat er voor een optimale publieke sfeer een ruimte moet zijn waarbinnen rationele discussies kunnen worden gevoerd, vrij van dwingende machten.
Wat vindt u van de toestand in Catalonië?
Habermas: Ik kan er niet bij dat een welvarende en beschaafde bevolking zoals die van Catalonië in haar eentje haar kans wil wagen in Europa. Ik heb het gevoel dat het allemaal om geld draait. Ik weet niet hoe dat zal aflopen.
We geven politici altijd de schuld van alles wat er misloopt met de Europese constructie, maar misschien heeft het publiek gewoon te weinig vertrouwen?
Habermas: De politieke leiders en regeringen zijn tot nu toe altijd heel elitair te werk gegaan bij het uitbouwen van het Europese project. Nooit hebben ze de bevolking betrokken bij complexe kwesties. Ik heb het gevoel dat zelfs de politieke partijen en de nationale parlementsleden de complexiteit van de Europese politiek niet meer begrijpen. Met de slogan ‘Moeder zorgt voor uw geld’ hebben bondskanselier Angela Merkel en minister van Binnenlandse Zaken Wolfgang Schäuble hun maatregelen tijdens de crisis netjes afgeschermd van het brede publiek.
Heeft Duitsland het begrip ‘leiderschap’ niet af en toe verward met ‘alleenheerschappij’? En wat betekent dat voor Frankrijk?
Habermas: Het was zeker een probleem dat de Duitse regering noch het talent, noch de ervaring van een hegemonische macht had. Anders had ze wel geweten dat het onmogelijk is om Europa samen te houden zonder rekening te houden met de belangen van de andere lidstaten. De voorbije twee decennia heeft Duitsland zich op economische thema’s steeds meer opgesteld als een nationalistische macht. Wat de Franse president Emmanuel Macron betreft: hij blijft maar proberen om Merkel te laten inzien dat ze twee keer moet nadenken over hoe ze de geschiedenisboeken wil ingaan.
Macron is een filosoof, net als u. Vindt u dat politiek en filosofie goed samengaan?
Habermas: Filosofen met een politiek mandaat, God spaar ons daarvan! Maar Macron dwingt wel respect af omdat hij in het huidige politieke landschap de enige is die het lef heeft om een politiek perspectief te bieden. Hij is een intellectueel en een begenadigd spreker die er alles aan doet om de politieke doelstellingen die Europa heeft uitgestippeld te realiseren. Vanuit een bijna hopeloze positie tijdens de verkiezingen gaf hij blijk van persoonlijke moed, en tot nu toe heeft hij als president precies gedaan wat hij had beloofd. In tijden van een verlammend gebrek aan politieke identiteit heb ik die persoonlijke eigenschappen van hem wel leren te waarderen, ondanks mijn marxistische overtuigingen.
Maar het is op dit moment onmogelijk om te achterhalen wat zijn ideologie is, als hij die al heeft.
Habermas: Dat klopt. Ik zie nog altijd niet wat het ideeëngoed is achter de Europese politiek van de Franse president. Ik zou graag weten of hij op z’n minst een eerder linksgezinde liberaal is. Wat ik van harte hoop.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier