Filosofe Martha Nussbaum verwacht nieuwe harmonie tussen seksen: ‘Ik zie almaar meer respect’
Vrouwenhaat floreert nog in marginale kringen, zegt de vermaarde filosofe Martha Nussbaum, maar er is onmiskenbaar een trend richting meer rechtvaardigheid voor vrouwen. ‘Zelfs in de sport wordt nu met bewondering naar hun prestaties gekeken.’
In Bastions van hoogmoed onderzoekt de beroemde Amerikaanse filosofe en politiek denker Martha Nussbaum seksueel misbruik en seksuele intimidatie. Ze schrijft dan wel over de Amerikaanse samenleving, waar het rechtssysteem heel anders is dan in België, maar veel van haar inzichten hebben universele draagwijdte. Aan de hand van het middeleeuwse allegorische epos De goddelijke komedie van Dante Alighieri analyseert Nussbaum de verstoorde emoties en de ondeugden die aan seksueel geweld ten grondslag liggen, en toont ze aan dat de wetgeving rond seksueel geweld nog altijd lacunes vertoont. Toch is ze hoopvol voor de toekomst.
Onze samenleving brengt nog veel mensen voort die vrouwen willen lastigvallen, maar ze zijn bang voor de rechter.
U bent zelf het slachtoffer geweest van seksuele intimidatie en verkrachting. Welke impact heeft dat op uw leven gehad?
Martha Nussbaum: Ik ben twee keer verkracht toen ik amper achttien jaar was. Naar de politie stappen was uitgesloten. Het was in de jaren zestig, en aangezien ik ermee had ingestemd die mannen alleen en in hun appartement te ontmoeten, zou de politie me hebben uitgelachen. Als je je zo gedroeg, stemde je impliciet in, was de gangbare opvatting. Dus probeerde ik gewoon verder te leven. Een mens kent zichzelf nooit écht goed, maar ik denk niet dat ik er zwaar door getraumatiseerd ben. Ik besloot wel geen afspraakjes meer te maken met mensen die ik niet goed kende. En toen ik een aardige man ontmoette die ik echt leuk vond – een medestudent die zich net als ik voorbereidde op zijn master -, werd ik verliefd en maakte ik geen nieuwe afspraakjes meer. Ik was op zoek naar fatsoen en een goed karakter en in hem heb ik beide gevonden. Later werd die man mijn echtgenoot.
In uw boek rekent u zaken als objectivering, hoogmoed en hebzucht bij de mechanismen en emoties die aan de basis liggen van seksueel geweld. Hoe gaat dat in zijn werk?
Nussbaum: Objectivering wil zeggen dat je een persoon als een object behandelt. Het is de ontkenning van iemands individualiteit, zowel van zijn lichamelijkheid als van zijn innerlijke, zijn persoonlijkheid. Het objectiveren van categorieën van mensen, zoals raciale groepen of vrouwen, komt erop neer dat ze worden behandeld als een instrument ten behoeve van anderen, en niet als zelfstandige individuen. Vervolgens vraag ik me af welke karaktertrekken ertoe leiden dat mannen vrouwen als objecten gaan bekijken en behandelen. Daarvoor ga ik te rade bij Dante Alighieri en zijn ideeën over de ondeugd van de hoogmoed of de trots, een karaktertrek die ervoor zorgt dat sommige mensen uitsluitend met zichzelf bezig zijn en alle anderen beschouwen als een verlengstuk van hun eigen ego. In Dante’s De hel (het eerste deel van De goddelijke komedie, nvdr) worden de hovaardigen af-gebeeld als mensen die gebogen zijn zoals hoepels. Daardoor kunnen ze alleen maar stukken van hun eigen lichaam zien, de rest van hun omgeving zien en horen ze niet. Dat was tot voor kort ook zo bij de meeste mannen. Die zijn, ongeacht hun sociale klasse of ras, opgegroeid met gendertrots, waardoor ze vrouwen alleen maar zagen als instrumenten of verlengstukken van zichzelf. De eigen keuzes en gevoelens van vrouwen speelden geen rol. Door trots, vaak nog versterkt door hebzucht, zijn veel mannen gaan geloven dat vrouwen er zijn om hun ego te bevredigen. Die houding leidt niet zelden tot aanranding en seksuele intimidatie.
In het hoofdstuk ‘Dante in Amerika: hoogmoed en hebzucht’ vermeldt u seksdelinquent Jeffrey Epstein en zijn obsessie met geld en status. Komt seksueel wangedrag vaker voor bij rijke en machtige mannen?
Nussbaum: De meeste wat oudere mannen zijn opgegroeid in een omgeving die aanzet tot seksueel wangedrag, maar velen van hen worden afgeremd door de wet. Rijke en machtige mannen laten zich minder gemakkelijk afschrikken omdat ze denken dat ze ermee weg zullen komen. Helaas klopt dat ook vaak.
Wat verwacht u van mannen die zeggen dat ze vrouwen willen helpen in de strijd voor gerechtigheid en gelijkwaardigheid?
Nussbaum: In de eerste plaats respectvol gedrag. In de tweede plaats dat ze niet zwijgen over het wangedrag van andere mannen. De veelplegers die ik in mijn boek beschrijf, konden rekenen op de passiviteit van mensen die niet reageerden. Het zijn trouwens niet altijd vrouwen die daarvan het slachtoffer worden. Het ijshockeyteam van Chicago, de Blackhawks, begon met een grootscheepse cover-up nadat hun videocoach in 2001 een van zijn jonge spelers had aangerand. Die speler, Kyle Beach, deed zijn beklag bij trainers en clubleiding, maar ze gaven bewust geen gevolg aan de klacht omdat het team de play-offs moest spelen en niet op een negatieve manier in het nieuws wilde komen. Nu, twintig jaar later en nadat dezelfde man verschillende andere jonge mannen heeft misbruikt, is de doofpotaffaire aan het licht gekomen en zijn de meeste schuldigen ontslagen. De naam van de dader is zelfs verwijderd van de Stanley Cup (de trofee die elk jaar door de National Hockey League aan de kampioen van de play-offs wordt uitgereikt, nvdr). Maar als twee of drie van die officials de misbruikte man destijds hadden geholpen, zou de zaak heel anders zijn uitgepakt. Dat is typisch voor de gevallen die ik beschrijf.
Als #MeToo ons één ding heeft geleerd, dan wel dat heel veel gevallen van aanranding niet gerapporteerd worden.
U reconstrueert ook de geschiedenis van het wetgevingsproces, lang voor #MeToo, en de strijd voor gelijke rechten en de bescherming van de seksuele integriteit van vrouwen. Wat zijn volgens u de belangrijkste overwinningen die vroege feministen, advocaten, rechters en activisten hebben behaald? En wat moet er nog gebeuren?
Nussbaum: In de Verenigde Staten wordt een strikt onderscheid gemaakt tussen seksuele aanranding, een strafrechtelijk delict, en ongewenste intimiteiten op de werkplek, een burgerrechtelijk delict. Wat het strafrecht betreft, verschillen de wettelijke bepalingen van staat tot staat, maar zijn de juridische gevechten in grote lijnen dezelfde. In de eerste plaats moesten feministische advocaten aanvaard krijgen dat een vrouw die zich niet ’tot het uiterste verdedigt’ toch het slachtoffer van verkrachting kan zijn. Het is natuurlijk gevaarlijk om je met geweld tegen verkrachting te verzetten, en vrouwen krijgen juist daarom het advies het niet te doen. Maar de wet moest worden gewijzigd om justitie ertoe aan te zetten om daar rekening mee te houden. Twee: ze moesten doen aanvaarden dat ‘nee’ ook echt ‘nee’ betekent. Dat ook als een vrouw sexy gekleed is of op een provocerende manier danst, haar nee tegen seksuele betrekkingen definitief is en dat zoiets negeren een strafbaar feit is. En drie: ze moesten een oplossing vinden voor de gevallen waarin de vrouw niet ‘nee’ zegt omdat ze doodsbang is, zich op een verlaten plek bevindt of de man haar op een of andere manier zwaar onder druk zet, bijvoorbeeld met het dreigement dat ze haar middelbareschooldiploma zal mislopen. De norm moet dus niet alleen het ontbreken van een ‘nee’ zijn, maar wel een of andere vorm van uitdrukkelijke instemming, waarbij geen sprake is van dwang.
Die derde stap is nog niet volledig gezet: niet alle Amerikaanse staten hebben die norm aanvaard. En er zijn nog meer obstakels. Een groot probleem is dat verkrachtingstests niet snel genoeg worden uitgevoerd, zodat cruciaal bewijsmateriaal verloren gaat. Een ander zijn de wettelijke verjaringstermijnen, waardoor daders van misdrijven die lang geleden zijn gepleegd niet meer kunnen worden vervolgd. Sommige staten hebben nu de termijnen afgeschaft waarbinnen een klacht voor seksuele aanranding moet worden ingediend. En als #MeToo ons één ding heeft geleerd, dan wel dat heel veel gevallen van aanranding niet gerapporteerd worden.
Heeft een man zelf schuld aan de negatieve eigenschappen die hem doen neerkijken op vrouwen? Of is het de samenleving waarin mannen opgroeien die een bepaald type van mannelijkheid creëert?
Nussbaum: Een combinatie van de twee, in verschillende proporties bij verschillende personen. In de loop der jaren heb ik wel geconstateerd dat de wet een efficiënt afschrikmiddel is tegen seksuele intimidatie op de werkplek. Tegenwoordig worden heel weinig studenten geïntimideerd door professoren. En in die zeldzame gevallen zijn de daders veelal beschadigde mensen. Toen ik studeerde, dachten ‘normale’ mannen dat het oké was hun macht te gebruiken om seks te hebben met studenten. Ik ben ervan overtuigd dat onze samenleving nog veel mensen voortbrengt die vrouwen willen lastigvallen, maar ze zijn bang voor de rechter. En anderen hebben de rechtsnorm in hun eigen opvoeding geïnternaliseerd.
U onderzoekt drie bastions van de hoogmoed, drie sectoren waar misbruik door mannen vaak voorkomt: de podiumkunsten, de Amerikaanse federale justitie en de typisch Amerikaanse college sports aan de universiteiten. Wat hebben ze gemeen?
Nussbaum: Ze worden alle drie gekenmerkt door een vage structuur op het gebied van aansprakelijkheid op de werkvloer. Als een werkplek duidelijke regels heeft rond aanranding en seksuele intimidatie, met name een structuur voor het rapporteren van klachten en de bescherming van klokkenluiders, dan remt die structuur misbruik af en volgen er sancties als het toch gebeurt. Tot heel recent had onze federale justitie geen regels over seksueel wangedrag en mochten ambtenaren niets onthullen over wat zich op de werkvloer afspeelde. De wereld van de podiumkunsten is dan weer heel vluchtig. Elk optreden is van korte duur en tot voor kort werd er weinig gedaan om het indienen van klachten te stimuleren. Dat leidde tot de situatie waarin individuen zoals filmproducent Harvey Weinstein (die in 2020 schuldig werd bevonden aan aanranding en verkrachting, nvdr) een enorme macht uitoefenden op de carrières van velen.
Bij de universiteitssport is de hele financiële structuur problematisch. Rijke investeerders richten investeringsmaatschappijen op, die een vage band hebben met universiteiten. Ze brengen geld samen om een top-American footballteam te bouwen, inclusief een luxueus stadion en een coach met een jaarloon van ettelijke miljoenen. Hun doel is het geld van televisiecontracten binnen te halen. Ze hebben niet de minste belangstelling voor onderwijs of voor de bescherming van vrouwen. Alle universiteiten die aan die geldrace meedoen, doen er alles aan om te voorkomen dat hun atleten worden uitgesloten. Een sporter die beschuldigd wordt van een strafbaar feit kan niet spelen. De universiteiten zorgen er dus voor dat de beschuldigingen ‘verdwijnen’. Het hele systeem is door en door corrupt. De enige oplossing is de eerste divisie van het college football afschaffen en vervangen door een systeem van kleinere sportbonden zoals in het baseball, met openbare regels waarvan de naleving gegarandeerd wordt door de bepalingen in het contract tussen spelers en management.
De universiteiten zorgen ervoor dat beschuldigingen tegen hun sporters “verdwijnen”. Het hele systeem is door en door corrupt.
U bent enthousiast over #MeToo, maar u hebt ook kritiek op het fenomeen van public shaming, waarbij mensen aan de schandpaal worden genageld nog voor ze voor de rechter zijn verschenen. Zijn we beland in een situatie waarin bijna niemand nog kritische vragen durft te stellen bij de verhalen van slachtoffers?
Nussbaum: Niet helemaal. Mensen begrijpen dat beroemde personen een doelwit kunnen zijn voor mensen die beweren te zijn aangerand. Intussen hebben we geleerd wat verder te kijken. Is het slachtoffer geloofwaardig? Heeft zij of hij de reputatie geloofwaardig te zijn? Heeft zij of hij destijds met anderen over de feiten gesproken? En ook belangrijk: zit er een bepaald patroon in het gedrag van de vermeende dader? Voor de neergang van Andrew Cuomo, de voormalige Democratische gouverneur van de staat New York (hij nam in augustus dit jaar ontslag, nvdr), waren de getuigenissen van verschillende slachtoffers en een gedragspatroon nodig. Het ging om een zorgvuldige rechtsgang, niet louter om public shaming. Harvey Weinstein werd schuldig bevonden door een jury die duidelijk ernstig had gewerkt, het bewijsmateriaal nauwkeurig had onderzocht en tot de conclusie kwam dat er ‘gerede twijfel’ bestond over enkele beschuldigingen, maar niet over allemaal. Het was een voorbeeldig proces. Rechter Alex Kozinski (tegen wie meer dan een dozijn klachten van medewerkers liepen, nvdr) werd nooit vervolgd voor seksuele intimidatie omdat hij ontslag nam voor er een proces kon plaatsvinden – vergeet niet dat seksuele intimidatie een burgerrechtelijk misdrijf is waarbij de werkgever de beklaagde is. Het bewijsmateriaal werd in de loop der jaren aangebracht door veel mensen, maar er waren ook Kozinski’s eigen verklaringen en zijn gewoonte om pornografisch materiaal te verspreiden onder zijn medewerkers. Even overtuigend was het bewijsmateriaal tegen James Levine, de dirigent en directeur van de Metropolitan Opera in New York. In dat geval hebben kwesties in verband met seksuele meerderjarigheid en vooral met verjaringstermijnen verhinderd dat de misbruikte jongemannen strafrechtelijke aanklachten konden indienen. Er zijn wel zaken geweest waarin er al sprake was van public shaming voordat het bewijsmateriaal er was, maar die zijn atypisch. We moeten protesteren telkens als zoiets gebeurt.
Als het gaat om relaties tussen mannen en vrouwen, pleit u voor verzoening in plaats van woede en wraak, en bent u optimistisch over een mogelijke nieuwe harmonie tussen de seksen. Bent u dan niet bezorgd over wat men kan zien als opkomende vrouwenhaat, bijvoorbeeld in uiterst rechtse kringen?
Nussbaum: Vrouwenhaat heeft altijd bestaan. Nu floreert het, zoals u zegt, in marginale kringen, bij mensen die zich machteloos voelen in een tijdperk waarin vrouwen nooit eerder geziene successen behalen in alle geledingen van de samenleving. Dat ongenoegen mag niet verbazen, maar het zal de trend niet keren. Ik merk dat er zelfs in de sport met bewondering wordt gekeken naar de prestaties van vrouwen. Ons vrouwenbasketbalteam, de Chicago Sky, werd onlangs kampioen en de hele stad juichte voor die trotse, sterke vrouwen. Onze burgemeester, een zwarte vrouw die getrouwd is met iemand van hetzelfde geslacht, heeft een abonnement op hun wedstrijden, en Chance the Rapper, een bekende mannelijke popster, is een van hun grootste fans. In dat opzicht en in zo veel andere zien we dat er iets verandert. En als we in aanmerking nemen dat vrouwen overal ter wereld in het hoger onderwijs betere resultaten behalen dan mannen, kan het niet lang meer duren voordat vrouwen op alle gebieden een passend aandeel van de topfuncties gaan bekleden. Wat we nodig hebben om tot een nieuwe harmonie te komen, is vooral rechtvaardigheid en wederzijds respect. En dat zie ik almaar meer.
Maak mee het verschil en deel het campagnebeeld op Facebook met #genoeg
Lees ook het slot van Genoeg!, ons dossier over geweld tegen vrouwen verder.
Martha Nussbaum
– 1947: geboren in New York
– Studies theaterwetenschappen en klassieke talen aan New York University en filosofie aan Harvard
– Hoogleraar rechtsfilosofie aan de Universiteit van Chicago
– Schreef onder meer The Fragility of Goodness (1986), Upheavals of Thought (2001) en Hiding from Humanity (2004)
– Ontwikkelde samen met econoom en Nobelprijswinnaar Amartya Sen de capabilitybenadering
GENOEG! Lees hier ons dossier over geweld tegen vrouwen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier