Walter Pauli
Feest van de Arbeid wordt her en der mogelijk een anti-Bart De Wever-happening
Met een confronterende en uitdagende campagne is Bart De Wever erin geslaagd om N-VA tot de inzet van de campagne te maken. Maar die bewust gezochte polarisatie heeft ook zijn gevolgen.
De kans is groot dat het Feest van de Arbeid her en der een anti-Bart De Wever-happening wordt. Kan het ook anders, goed drie weken voor de cruciale verkiezingen van 25 mei? Die dag staat voor de linkse partijen niet alleen de eigen politieke macht op het spel. De N-VA heeft ook de linkse architectuur van de welvaartsstaat ter discussie gesteld. Daarom zijn SP.A, Groen en PVDA+, maar ook de vakbonden en ziekenfondsen, om het hardst tegen de N-VA. Voor al hun kiezers en leden is Bart De Wever sowieso dé boeman.
En toch steken linkse partijen in Vlaanderen nog altijd meer energie in wat hen scheidt dan in wat hen bindt. Groenen en socialisten zijn al jaren bezig hun kiezers uit te leggen waarom de eigen accenten en voorstellen toch net iets eerlijker, socialer of duurzamer zijn dan die van de ander. De recente komst van PVDA+ leidt alleen tot meer irritatie. De socialisten voelen zich onheus bejegend: het was in een tripartite met liberalen en onder de beukende N-VA-oppositie geen sinecure om het indexprincipe te vrijwaren. Groen en PVDA+ waarderen dat nauwelijks. Zij hakken in op alle sociale compromissen van Di Rupo I, zoals de werkloosheidsvergoedingen die dalen in de tijd.
Nochtans stond die evolutie naar meer concurrentie op links in de sterren geschreven. Al jaren voltrekt zich een inhoudelijke verwijdering tussen ABVV en SP.A, maar ook tussen ACV en CD&V. Zo is er ook in België, net als in Nederland, Duitsland of Frankrijk, ruimte gekomen voor een radicalere partij: links van de sociaaldemocratie, en nauwer aansluitend bij de arbeidersbeweging. Agalev heeft dat ooit geprobeerd, PVDA+ doet nu een nieuwe poging.
PVDA+ haalt de banden met het middenveld trouwens al langer aan. In 2004 kreeg ‘Dokter voor het Volk’ Dirk Van Duppen het halve ACV achter zijn kiwimodel voor goedkope medicijnen. En vandaag voorziet de ijverige PVDA+-studiedienst de vakbondsbasis van (haar) argumenten over energieprijzen, de notionele-interestaftrek of het N-VA-programma.
Zowel de partijleiding van SP.A en Groen als de vakbondsleiding heeft het potentiële appel van PVDA+ onderschat. Tot ineens tientallen ABVV’ers en ACV’ers op PVDA+-lijsten opduiken. Officieel wil de PVDA+ in de eerste plaats Peter Mertens verkozen krijgen, stiekem hoopt men op meer. Maar zover is het nog lang niet. De PVDA+ kan ook afklokken op vier of, zo suggereren de jongste peilingen, amper twee procent. En dan zijn die stemmen inderdaad erg nutteloos geweest.
Ook beperkte electorale verschuivingen kunnen evenwel grote politieke gevolgen hebben. De ABVV-leiding is van mening dat elke achteruitgang van de SP.A en de PS automatisch de positie van de werknemers aantast en de eigen vakbondsmacht verzwakt. In het ABVV-hoofdkwartier aan de Brusselse Hoogstraat luidt het ordewoord nu al: ‘De speeltijd is voorbij’. En ook al was het in een recent verleden nog helemaal anders, op één mei zullen Rudy De Leeuw en Bruno Tobback elkaars beste kameraden zijn.
De ABVV-top heeft duidelijk een keuze gemaakt: pro-Tobback, anti-Mertens. Dat wordt bij de SP.A natuurlijk gewaardeerd. Het waren SP.A-senatoren die het wetsontwerp over sancties bij wilde stakingen bij de NMBS kelderden. Ergens is dat een ‘afgeleid effect’ van het optreden van PVDA+.
Het blijft dus een schizofrene situatie. SP.A en Groen moeten niet ontkennen dat alleen al de aanwezigheid van PVDA+ heeft geleid tot een duidelijker links discours. En PVDA+ moet niet ontkennen dat politieke verdeeldheid kan leiden tot een verzwakking van links. Vandaag bewijst de Vlaamse rechterzijde juist het tegendeel: dat grote en succesrijke partijen de sterkste motoren van maatschappelijke verandering zijn. Daarin mogen zelfs linkse Vlamingen zich laten inspireren door Bart De Wever.
Regeringsformatie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier