Federale politie moet project rond gezichtsherkenning op Zaventem stopzetten
De commissaris-generaal van de federale politie, Marc De Mesmaeker, kondigde in juli in Knack aan dat er camera’s voor automatische gezichtsherkenning zouden ingezet worden op de luchthaven. Daarvoor was volgens hem geen wetswijziging nodig.
De federale politie moet haar project met automatische gezichtsherkenning op de luchthaven van Zaventem stopzetten. Dat schrijft De Standaard vrijdag en wordt bevestigd door het Controleorgaan op de Politionele Informatie (COC).
De commissaris-generaal van de federale politie, Marc De Mesmaeker, kondigde in juli in Knack aan dat er camera’s voor automatische gezichtsherkenning zouden ingezet worden op de luchthaven. Daarvoor was volgens hem geen wetswijziging nodig.
Het Controleorgaan op de Politionele Informatie (COC) zag dat anders en opende een onderzoek. Intussen heeft het COC het bevel gegeven om het project voorlopig stop te zetten. ‘En de federale politie heeft bevestigd dat dit gebeurd is’, zegt Frank Schuermans, lid-raadsheer bij het COC.
Het COC stelde vast dat het project in strijd is met de wet op het politieambt en de gegevensbeschermingswet. ‘Cameratoezicht blijft mogelijk, gezichtsherkenning niet’, zegt Schuermans.
Tegenover De Standaard verklaarde de federale politie al dat het zich samen met de betrokken partners beraadt over het advies van het COC. Wel blijft de politie van plan om gezichtsherkenning in te zetten, klinkt het.
Volgens Schuermans zal in elk geval eerst werk moeten gemaakt worden van een ‘Data Protection Impact Assessmeent’ of DPIA, een gegevensbeschermingseffectbeoordeling, waarin nagegaan wordt of de maatregel in overeenstemming is met het gegevensbeschermingsrecht. Dat is nog niet gebeurd, hoewel het wettelijk verplicht is. ‘Maar als ze het willen uitrollen zoals ze van plan waren, dan is dat op dit moment problematisch. Er zal wetgevend moeten ingegrepen worden’, zegt Schuermans.
Het is met name wettelijk niet toegelaten om een technische databank aan te leggen voor de opslag van biometrische gegevens van reizigers, ook al gebeurt dit maar een fractie van een seconde. Volgens de wet kan zo’n databank enkel voor de opslag van ANPR-gegevens, de gegevens van automatische nummerplaatherkenning.