FAVV-topman in de Kamer: ‘Het is helemaal niet zo dat wij ons verstopten’
Herman Diricks, gedelegeerd bestuurder van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, heeft woensdag omstandig uitleg gegeven bij de manier waarop het FAVV de fipronilbesmetting in de eiersector aanpakt. Hij trachtte de verschillende punten van kritiek één voor één te weerleggen. ‘Laat ons eerlijk blijven’, zei Diricks.
Er werden de afgelopen dagen veel vragen gesteld bij de doortastendheid van het FAVV. Het zou te traag in actie geschoten zijn en ook de bevoegde minister van Landbouw te laat hebben geïnformeerd. Op 20 juli notificeerde het FAVV het Europese snelle waarschuwingssysteem, anderhalve maand nadat het op 2 juni voor het eerst op de hoogte werd gesteld van een fipronilbesmetting.
’20 juli was het eerste moment waarop er voldoende precieze informatie beschikbaar was waarmee andere Europese lidstaten aan de slag konden’, verdedigde Diricks zich in de Kamercommissies Landbouw en Volksgezondheid.
‘We passen de regels van het ‘rapid alert system’ tot op de letter toe’, aldus Diricks. ‘Het is niet waar dat je een melding moet doen van zodra er iets is, wel wanneer de Acute Referentie Dosis overschreden is. Het is helemaal niet zo dat wij ons verstopten.’ Het Voedselagentschap werkt goed, benadrukte Diricks, en wordt zelfs vaak genoemd als een voorbeeld voor diensten uit andere Europese lidstaten.
Dat de voogdijminister van Landbouw (pas) op 24 juli werd geïnformeerd, is evenzeer logisch, aldus Diricks. ‘Laten we eerlijk blijven. In 2016 ontvingen we in totaal 910 notificaties, in 2015 meer dan 700. Ik kan die toch niet allemaal doorsturen, dàt zou pas het dedouaneren van mijn bevoegdheden zijn. Zo werken wij niet. Hier is het kabinet onmiddellijk op de hoogte gebracht na de huiszoekingen.’
Diricks verwees daarmee naar de huiszoeking op 20 juli bij een Belgische verdeler van een product tegen bloedluizen, die aan het licht had gebracht dat het gebruik van fipronil ‘veel wijder verspreid was dan tot dan gedacht’, zoals te lezen staat in de chronologie van de crisis die het FAVV eerder op de dag aan het parlement overmaakte.
Diricks gaf wel toe dat er tijd verloren werd, maar verwees naar de informatiedoorstroming vanuit Nederland, dat volgens het FAVV al in november 2016 wist van fipronil in de eieren. ‘Mijn hart bloedt, want ik heb altijd goede contacten gehad. Maar stel dat ze vroeger informatie hadden gegeven, dan had fipronil wél in ons controleprogramma gezeten. En mochten onze collega’s op 19 juni (toen het FAVV voor het eerst het Nederlands NVWA contacteerde over de vastgestelde besmetting, red.) geantwoord hebben dat ze hetzelfde signaal hadden opgepikt, waren we waarschijnlijk grondiger en sneller te werk gegaan.’
De N-VA-fractie vond Diricks overtuigend. ‘Het FAVV heeft bewezen dat het zijn werk goed gedaan heeft. Misschien niet snel genoeg, maar wel goed’, zei Jan Vercammen. ‘We moeten hier onze sereniteit behouden. Onze controlesystemen hebben gewerkt. De werking van het agentschap op de schop nemen, is er fel over. Het FAVV heeft in deze materie alleen maar bewezen dat het zijn werk doet.’
Bij de MR toonde ook Benoît Friart zich tevreden met de uitleg van Diricks. Andere parlementsleden bleven met vragen zitten.
‘Ik blijf erbij dat de ministers erg laat zijn ingelicht’, zei Leen Dierick (CD&V). ‘Ik neem aan dat niet bij elke notificatie bedrijven geblokkeerd worden, uw uitleg vind ik maar mager. Ik heb eerder de indruk dat u het probleem wat onderschat hebt.’
Ook Annick Lambrecht (sp.a) vindt dat de ministers van Landbouw en van Volksgezondheid te laat op de hoogte werden gebracht. ‘U had hen moeten informeren van zodra er een gerechtelijk onderzoek werd opgestart.’
Diricks verdedigde ook de communicatie van het FAVV, die er volgens hem altijd op gericht was de consument duidelijk te maken dat de eieren die in omloop zijn, veilig zijn. Maar die boodschap aanvaardde Lambrecht niet. ‘U hebt níét goed gecommuniceerd, anders hadden wij niet uit vakantie moeten terugkomen.’
Jean-Marc Nollet (Ecolo) bleef op zijn honger zitten over de eigenlijke veiligheid van de eieren, ook al herhaalde minister van Volksgezondheid Maggie De Block dat er geen gecontamineerde eieren in omloop gekomen zijn. Nollet duikelde een document op dat moet aantonen dat een Belgisch bedrijf al in mei 2016 3.000 liter fipronil aankocht in Roemenië en besluit daaruit dat het probleem mogelijk reeds meer dan een jaar oud is. ‘De eieren van het verleden zitten in de producten die nu nog in onze rekken liggen’, zei Nollet.
Hieronder volgt een samenvatting van de chronologie die het federaal voedselagentschap (FAVV) heeft opgesteld van het fipronildossier.
02/06/2017: Het FAVV krijgt een melding van een niet-conform resultaat van fipronil in eieren. Het gaat om eieren met legdatum 09/05/2017. Het resultaat is een toevallige bevinding, nadat het bedrijf in kwestie voor zijn autocontrole veranderde van laboratorium. Het nieuwe Duitse labo hanteerde een ander analyseprotocol met meer te onderzoeken stoffen, waaronder fipronil en metabolieten. Het FAVV plant een bedrijfsbezoek en voert een interne risico-evaluatie uit, die aangeeft dat er een potentieel risico is voor de consument.
03/06/2017: Er wordt een controle uitgevoerd bij het bedrijf in kwestie. Alle aanwezige eieren worden in beslag genomen en er wordt een verwittiging uitgestuurd dat de eieren van dit legbedrijf niet meer gebruikt mogen worden. De monsters die in de stallen genomen werden, worden overgemaakt aan een Nederlands labo. De pluimveehouder wordt verhoord en een onderzoek naar de bron wordt opgestart.
06/06/2017: Het FAVV verifieert de gekende gegevens in afwachting van de laboresultaten. Die wijzen op twee mogelijke bronnen: voeder en een behandeling tegen bloedluis door een Nederlands pluimveeservicebedrijf met Dega-16. Het FAVV geeft het legbedrijf opdracht om bij het Nederlandse pluimveeservicebedrijf de samenstelling van Dega-16 op te vragen.
07/06/2017: Het FAVV voert een controle uit bij een pakstation, dat afnemer is van eieren van het legbedrijf. De eieren, die op 03/07/2017 geblokkeerd werden, worden officieel in beslag genomen. Ook worden monsters genomen van de aanwezige eieren van het bedrijf met diverse legdata.
08/06/2017: Het FAVV ontvangt de resultaten van de monsters die genomen werden bij het legbedrijf: alle drie monsters blijken conform. Het FAVV ontvangt ook een datasheet over Dega-16: een aanvullend diervoeder voor pluimvee op basis van menthol en eucalyptusolie. Er worden monsters genomen van andere en oudere loten eieren van het legbedrijf.
09/06/2017: Sommige van bijkomende monsters van eieren van het legbedrijf genomen in het kader van autocontrole na de eerste niet-conforme vondst, blijken eveneens niet-conform, zonder daarbij de Europese veiligheidswaarde te overschrijden. Het FAVV start een onderzoek waarom de niet conforme resultaten niet in overeenstemming zijn met de conforme resultaten van een dag eerder.
12/06/2017: Vastgesteld wordt dat de verschillende laboratoria niet hetzelfde analyseprofiel gebruikt hebben. Dat verklaart volgens het FAVV de discrepantie in de resultaten. Er worden monsters genomen van oudere eieren van het legbedrijf en er wordt opdracht gegeven aan het Nederlandse labo om de monsters aanvullend te analyseren op aanwezigheid van fipronilsulfon. De eieren blijven geblokkeerd en de tracering van de eieren wordt doorgevoerd voorbij de eerste lijn.
14/06/2017: Het FAVV ontvangt de resultaten van de aanvullende analyses: 2 stallen van het legbedrijf zijn conform, één stal is dat niet.
15/06/2017: De twee stallen met conforme resultaten worden vrijgegeven. De productie van de stal met niet-conforme resultaten wordt vernietigd vanaf legdatum 09/05/2017. Het dossier wordt overgedragen aan de nationale opsporingseenheid van het FAVV omwille van de linken naar Nederland.
19/06/2017: Het FAVV zendt een formele vraag tot informatie naar zijn Nederlandse tegenhanger NVWA over het Nederlandse servicebedrijf en de voederproducent die voeder geleverd heeft aan het legbedrijf.
22/06/2017: Het FAVV voert een controle uit bij het bedrijf dat het basisproduct produceerde voor de behandeling tegen bloedluis. Er worden monsters genomen van verschillende vaten met producten.
26/06/2017: Het FAVV stuurt een herinnering naar de NVWA over zijn vraag naar informatie van 19/06/2017.
27/06/2017: Er wordt een controle uitgevoerd bij de firma die het basisproduct voor behandeling tegen bloedluis opdeelde in kleinere eenheden en verdeelde als Dega-16. Er worden monsters genomen van het product.
28/06/2017: Het FAVV ontvangt informatie van de NVWA over de controles en monsternemingen die sinds 2013 uitgevoerd werden bij de voederleverancier van het Belgische legbedrijf: ze bleken alle gunstig. De NVWA zegt voorts over geen enkele informatie te beschikken met betrekking tot het Nederlandse servicebedrijf. Het FAVV stelt daarop een formele vraag om de behandellijst op Belgische pluimveebedrijven van het servicebedrijf te bekomen.
29/06/2017: Het FAVV ontvangt de resultaten van de monsters van de producent van het basisproduct en van de verdeler van Dega-16. De resultaten blijken conform.
04/07/2017: Het FAVV voert bijkomend onderzoek uit op het legbedrijf om de piste van bloedluisbehandeling als potentiële oorzaak van de besmetting te bevestigen. Er worden monsters genomen van materiële stoffen die achtergelaten werden door het Nederlandse servicebedrijf. Die waren gebruikt bij het vernevelen van het product tijdens de behandeling op 05/04/2017 van de stal met de niet-conforme resultaten. Er worden in de stal in kwestie ook stalen genomen van stalwanden en stalinfrastructuur om resten van fipronil op te sporen.
05/07/2017: Het FAVV voert bijkomend onderzoek naar het bedrijf dat Dega-16 verdeelt, en vraagt bij de douane gegevens op van eventuele invoer door deze firma.
06/07/2017: Omdat het FAVV nog steeds geen feedback ontvangen heeft op zijn herhaaldelijke vragen aan de NVWA, stuurt het een officiële vraag aan Nederland via het Europese AAC-FF systeem om informatie en klantenlijsten van het Nederlandse servicebedrijf te bekomen. Het FAVV voert ook een controle uit op een ander legbedrijf, dat meewerkte aan een onderzoeksproject door Dierengezondheidszorg Vlaanderen rond de behandeling van bloedluizen in de legsector. Op dit moment is dat legbedrijf niet verdacht.
13/07/2017: Het FAVV ontvangt een dubbele melding uit Nederland. Er is half maart een postpakket met fipronil tegengehouden op de luchthaven van Schiphol. Het pakket staat op naam van de zaakvoerder van de firma die Dega-16 verdeelt, met weliswaar een Nederlands adres. De NVWA heeft het servicebedrijf gecontroleerd en er wordt een strafrechtelijk onderzoek geopend. Dat betekent dat de NVWA geen informatie meer mag geven en dat alle uitwisseling van informatie via een Europees onderzoeksbevel moet gebeuren. Het FAVV ontvangt de eerste resultaten van de controles bij het legbedrijf in de stal met de eerdere niet-conforme resultaten, en die wijzen eenduidig op de behandeling tegen bloedluizen als bron van de contaminatie met fipronil. Het FAVV verzamelt een eerste, gedeeltelijke lijst met legbedrijven behandeld door Dega-16. Er worden ook monsters genomen van Dega-16.
14/07/2017: Het FAVV krijgt de resultaten van de monsters genomen op het tweede legbedrijf. Die zijn niet conform en wijzen ook op het gebruik van fipronil bij legdieren. Het is nu het tweede bedrijf waar niet-conforme eieren aangetroffen worden. Onderzoek wees uit dat dit bedrijf geen link had met het Nederlandse servicebedrijf, maar wel met de firma die Dega-16 verdeelt.
17/07/2017: Het FAVV ontvangt resultaten van monsters bij klanten van een Belgisch servicebedrijf dat behandelingen met Dega-16 uitvoerde. Die resultaten zijn niet conform. Het FAVV gaat over tot definitieve inbeslagname en tracering van eieren geproduceerd na datum van behandeling tegen bloedluizen.
20/07/2017: Er wordt een huiszoeking uitgevoerd bij de firma die Dega-16 verdeelt. De zaakvoerder wordt verhoord maar ontkent elke betrokkenheid. Duizenden documenten worden in beslag genomen. Uit de eerste resultaten van de huiszoeking blijkt dat Dega-16 mogelijk ook aan klanten in andere landen dan België en Nederland geleverd werd. Er wordt meteen een informatieboodschap via het Europese RASFF-systeem verstuurd naar alle lidstaten. Via het parket wordt aan de Nederlandse justitie nogmaals de op 06/07/2017 aan Nederland gevraagde lijst van pluimveebedrijven behandeld door het Nederlandse servicebedrijf opgevraagd. Niet veel later maakt de NVWA die lijst over aan het FAVV.
24/07/2017: Een eerste voorlopige lijst wordt opgesteld met operatoren die Dega-16 ontvangen hebben.
26/07/2017: Er worden controles uitgevoerd op alle pluimveebedrijven op basis van de lijst van verdachte pluimveehouderijen uit het gerechtelijk onderzoek, waar mogelijk een behandeling tegen bloedluizen gebeurd is met fipronil. Alle aanwezige eieren worden in beslag genomen en er gebeurt tracering in eerste lijn met verwittiging dat de eieren niet meer gebruikt mogen worden.
31/07/2017: Het FAVV lanceert horizontale screenings in de pluimveesector om na te gaan of het onderzoek effectief alle pistes afdekt.