Topwerken genoeg, en toch heeft men het de bezoeker niet gemakkelijk willen maken.
Matisse tot Malevich. Pioniers van de moderne kunst in de Hermitage Amsterdam is een expo die men moeilijk links kan laten liggen. Topwerken genoeg, en toch heeft men het de bezoeker niet gemakkelijk willen maken.
De Hermitage
Als men een selectie van de moderne schatten uit de Hermitage in St-Petersburg dichter bij huis wil zien, dan rept men zich het best richting Amsterdam. Tot 9 mei is zelfs De dans (1909-1910) van Matisse zeer uitzonderlijk op de afspraak – tenzij de Ijslandse vulkaan daar misschien nog anders over beslist. Henri Matisse (1869-1954) schilderde deze versie in een tijdspanne van enkele dagen.
Het is niet gemaakt om van dichtbij te savoureren, daarvoor vallen de onnauwkeurigheden te zeer op, maar van een afstand spat de spiritualiteit als het ware van het canvas af. Of zoals Henk van Os, gastconservator, het in de catalogus verwoordt: “Of zij zich wilde beesten (“fauves”), kubisten, expressionisten, constructivisten, futuristen of dadaïsten noemden, het maakte niet uit: allen werden gedreven door een verlangen naar kunst die elementaire krachten zou vertegenwoordigen en losmaken.”
Men heeft in de eerste grote zaal de werken op groot formaat verzameld. De presentatie is degelijk en de tekstbordjes zijn uitgebreid – zo hoort het in feite. Opstelling, presentatie, selectie en catalogus zijn geconcipieerd met het oog op een breed publiek. Niettegenstaande de dure tickets (15 euro) is het drummen in het voormalige Amstelhof. Zelfs bij hondenweer staat men in rijen aan te schuiven voor die ooit zo verguisde modernen.
In die eerste grote zaal behoren Matisses De rode kamer en Compositie VI van Kandinsky tot het kruim van het modernisme. De meeste werken werden door twee verlichte collectioneurs, ondernemers Ivan Abramovitsj Morozov en Sergej Ivanovitsj Sjtsjoekin, in Parijs aan het begin van vorige eeuw bijeengesprokkeld.
In 1918 vielen de twee collecties in de handen van de bolsjewieken en nog later kwamen ze in de Hermitage terecht; 1918 is ook meteen de tijdslimiet van deze tentoonstelling. Het blijft bijna onvoorstelbaar hoe snel het modernisme vorderde. Al tegen de Eerste Wereldoorlog aan was ontzaglijk veel van het revolutionaire werk reeds opgeleverd: hallucinant. Een mens zou zich kunnen afvragen wat daarna dan nog moet komen.
Eigenzinnig parcours
Ja, men wijst de hoofdrichting van de moderne schilderkunst aan, maar het is maar de vraag of dit beter werkt dan de originele opstelling in St-Petersburg. We misten vinnigheid, zagen veel te krappe ruimtes in de bovenverdieping en in de breedte net iets te veel werk van mindere statuur. Heel wat werken zijn voorbereidingen, zoektochten naar de ideale vorm of een anticipatie op de bekende meesterstukken. Dat is een documentaire aanpak waarbij het visuele vuur bijna onoverkomelijk dooft.
Hoeveel echte pareltjes van Picasso krijgt men onder ogen? Tegelijkertijd zijn verzamelingen met meer modernistische topstukken bijna ondenkbaar. Men verschiet te veel kruit door de grote eyecatchers in de centrale expozaal samen te roepen. Logistiek kon men niet anders; we spreken over moeilijk manipuleerbare formaten en bovenverdiepingen met te weinig plaats.
Henk van Os wilde geen al te evidente opeenvolging van iconische stukken. Dat is begrijpelijk en we kunnen dat aanmoedigen, maar eenvoudig is dat niet. Catalogus en expo heeft men in drie robuuste thema’s opgedeeld: Matisse en het fauvisme, Picasso en het kubisme en ten derde de abstracte kunst. Men koos ervoor om in medias res, zonder aanloop, zonder noodzakelijke voorbereiding, het moderne hoofdstuk te behandelen. Neem de huidige expo rond het symbolisme in de KMSKB en dan zie je wat een zorgvuldig opgebouwd beeld rond een stijlperiode en vooral een in de breedte prima gestoffeerde bezetting kan zijn.
Kandinsky
Niet dat dit al kommer en kwel is, maar zo veel weelde wat het budget betreft en dure tickets scherpen de verwachtingen gevoelig aan.
Gelukkig is er Wassily Kandinsky (1866-1944). De werken van de meester uit Moskou die hier tijdelijk huizen zijn de reis waard. Winterlandschaft (1909) veroorzaakt opgewonden kreetjes, vele bezoekers houden spontaan van dit palet zonder dat men echt kan uitleggen waarom. De meesterlijke kolorist Kandinsky liet lichtende toetsen en strepen samenkomen bij het “gele huis”. Het is een wonderlijk stukje schilderkunst. Dat de schilder het werk ook zelf belangrijk achtte mag blijken uit het feit dat het in zijn woonkamer in Moskou ophing.
Natuurlijk is de shock van die dagen vlotjes weggeëbd. En toch kunnen weinigen begrip opbrengen voor Kazimir Malevich’ Zwart vierkant (ca. 1932). Duiding blijft broodnodig. Heel vaak loopt men er geruisloos voorbij. Het hangt er bijna onaangekondigd op het einde van de rit, als een hoekig punt op het einde van een van de spannendste schilderverhalen.
Matisse tot Malevich
Tot 17 september
Hermitage
Amstel 51
Amsterdam
Matthias Depoorter
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier