Ex-kabinetschef Jan Jambon: ‘Wie echt gelooft in verandering en niet mild is, heeft niet meer voor N-VA gestemd’

Herman De Bode: 'Ik zie geen enkel principieel of ethisch bezwaar om het Vlaams Belang te betrekken bij het beleid.' © Karoly Effenberger
Walter Pauli & Ewald Pironet Redacteurs bij Knack

Herman De Bode had het slechte verkiezingsresultaat van de N-VA niet zien aankomen. Maar de oud-topman bij adviesbureau McKinsey en voormalig kabinetschef van Jan Jambon begrijpt de ontgoocheling van veel kiezers wel: ‘In 2014 konden wij met de N-VA het algemene aanvoelen dat het zo niet verder kan omzetten in stemmen, nu doet het Vlaams Belang dat.’

Herman De Bode is een overtuigd Vlaams-nationalist. Zo is hij medeauteur van het Warandemanifest, dat in 2005 pleitte voor de splitsing van het land. Dat werd niet overal op applaus onthaald en leidde tot zijn gedwongen terugtreden als topman van adviesbureau McKinseyBenelux. In de Warandegroep leerde hij Jan Jambon kennen, toen de voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging en algemeen directeur van Bank Card Company, uitgever van kredietkaarten. Later ontmoette hij tijdens lezingen naar aanleiding van het Warandemanifest N-VA-voorzitter Bart De Wever. Er werden hechte vriendschapsbanden gesmeed, die tot op vandaag standhouden.

Met zijn grote ervaring en ongeëvenaarde netwerk was Herman De Bode voor de N-VA-top de gedroomde man om in 2014 kabinetschef algemeen beleid van vicepremier Jambon te worden. Zo kon hij de inbreng van de N-VA in de federale regering sturen en coördineren. Hij maakte toen ook deel uit van het partijbestuur. De Bode is intussen al drie jaar kabinetschef af, maar zijn lijnen met de N-VA-top blijven kort: ‘Als ik iets zie en ik denk: potverdomme Bart, dat heb je schitterend gedaan, of: godverdomme, dat vind ik niet leuk, dan stuur ik hem een sms’je. En ik krijg altijd snel antwoord.’

Een minimumpensioen van 1500 euro kost ons zeven tot acht miljard euro per jaar: het bedrag van de transfers van Vlaanderen naar Wallonië.

Ook De Bode had het verlies van zijn partij niet voorspeld, noch het succes van het Vlaams Belang. Maar het feit dat de federale regeringsvorming een aartsmoeilijke puzzel wordt, zou hem gelukkig moeten stemmen. Eind vorig jaar wekte hij nog opschudding met zijn verklaring in De Tijd dat hij na de verkiezingen hoopte op de onbestuurbaarheid van het land.

Herman De Bode: Ik ga niet zeggen dat ik vandaag een ontevreden man ben. (lacht) Ik heb inderdaad gezegd dat ik hoopte op onbestuurbaarheid, maar alleen omdat het de enige mogelijkheid is om te kunnen onderhandelen over een confederaal model. Ik wil dat de mensen beseffen dat het niet langer mogelijk is om dit land als een eenheidsstructuur te beheren. België bestaat uit twee democratieën die anders denken, die andere sociaal-economische uitdagingen hebben en die dus andere recepten vragen. Vandaar dat het normaal is dat de Vlaamse politici een andere agenda hebben dan de Franstalige. Dáárom willen wij confederale onderhandelingen.’

De positie van de N-VA is vandaag minder sterk dan voor de verkiezingen van 26 mei. Hoe verklaart u het zware verlies?

Herman De Bode: Als kabinetschef van Jan Jambon heb ik gevoeld hoezeer de N-VA nog een onervaren politieke organisatie was. We gingen voor het eerst deelnemen aan de macht en op veel punten hebben we onvoldoende hard onderhandeld. De mensen van onze partij begrepen ook niet hoe het echt in elkaar stak. We waren naïef. We wilden de overheid efficiënter maken, maar dat kost geld en we spraken daarover tijdens de regeringsonderhandelingen geen budget af. Dus moesten we bij alle andere kabinetten het geld gaan ronselen, maar die wilden het niet geven. Van die hervorming van de overheid kwam dan ook niets in huis. Andere regeringspartijen hebben niet nagelaten om erop te wijzen dat we van dat redesign niets hadden terechtgebracht.

Een ander voorbeeld van onze naïviteit was de geplande verkoop van Belfius, die we zeer belangrijk vonden. In het regeerakkoord staat: ‘De regering streeft ernaar om de participaties in de financiële sector te gepasten tijde en op een verstandige wijze optimaal te valoriseren.’ Dat betekent naar de letter van de tekst dus niet dat dit móét gebeuren, zoals wij in onze naïviteit dachten. Het regeerakkoord zegt integendeel dat als één regeringspartij vindt dat het niet het juiste moment is voor de verkoop, het geen prioriteit is. En dat vond de CD&V vorig jaar omdat het Arco-dossier nog niet was opgelost. Zo gaat dat in een regering. Behalve toen de N-VA een probleem had met het Marrakeshpact, trouwens iets wat níét in het regeerakkoord stond. De MR probeerde nog om een oplossing te vinden, maar de CD&V en de Open VLD dreven hun wil door. De N-VA is niet uit de regering gestapt, maar eruit gekegeld.

Dat verklaart het stemmenverlies van de N-VA nog altijd niet.

De Bode: De slogan van de N-VA was ‘de kracht van verandering’. Maar wat hebben wij echt veranderd? We hebben een aantal zaken verwezenlijkt, zoals de taxshift, maar zelfs die blijft een verandering in de marge. Het is geen fundamentele hervorming van onze fiscaliteit. Ondanks de 32 procent die we hadden gehaald, heeft de N-VA haar verkiezingsbelofte van ‘kracht van verandering’ niet waargemaakt. Met de N-VA in de regering vond er geen echte verandering plaats.

De N-VA wil het Vlaams Belang graag betrekken in het beleid. Dan ziet de Vlaming dat ook Van Grieken zijn mooie beloftes niet kan waarmaken.

En dat komt door haar onervarenheid?

De Bode: In mijn ogen wel. Het was pure onervarenheid en dat zal ons dus geen tweede keer overkomen. (lacht luid) De zaak werd nog erger gemaakt doordat de N-VA dat falen heeft willen verdoezelen. Als wij eerlijk aan onze kiezers hadden gezegd: ‘Jongens, we geven het toe: we zijn er onvoldoende in geslaagd om te doen wat we beloofd hebben’, dan hadden we misschien een aantal ontgoochelde kiezers kunnen overtuigen. In de plaats daarvan kozen we voor de slogan: ‘De verandering werkt’. Tja. Als een Antwerpenaar dat ziet, hoor je hem toch zeggen: ‘ Veur wa ziede gaai maai oan?’

De N-VA scoorde ook geen punten als communautaire partij, maar dat had u vooraf met de coalitiepartners zo afgesproken.

De Bode: Een hele regeerperiode lang hebben we ons communautaire programma in de koelkast gezet. Een partij als de N-VA kan dat een tijd volhouden, maar vijf jaar is wel erg lang. Daardoor hebben we een heel rationeel verhaal verteld over de overheidsfinanciën en verzuimden we om het echte probleem politiek te duiden. We hebben namelijk in alle talen gezwegen over de transfers tussen noord en zuid. In theorie is dat geen probleem, de man in de straat is niet geïnteresseerd in een eerder technisch debat over de transfers, maar Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken heeft dat handig uitgebuit.

Hoezo?

De Bode: Van Grieken heeft het geniale idee gehad om die transfers tastbaar te maken, door een minimumpensioen van 1500 euro te eisen en de pensioenleeftijd niet te verhogen. ‘Wij hebben daar recht op,’ zei hij, ‘als je ziet hoe lang en hoe hard de Vlamingen werken, is het niet rechtvaardig dat zijn pensioen lager ligt dan dat van de meeste andere Europeanen. Bovendien is het betaalbaar.’ Zo had ik het eerlijk gezegd nog nooit bekeken: zo’n hoger pensioen kost ons zeven tot acht miljard euro per jaar, berekende de N-VA, en dat is exact het bedrag van de transfers van Vlaanderen naar Wallonië.

Van Grieken heeft dus een punt?

De Bode: Toen ik hem hoorde, dacht ik meteen: die vent heeft gelijk. Er zijn in Vlaanderen amper 3,5 procent werklozen, we werken keihard en betalen waanzinnig veel belastingen. Toch zijn onze pensioenen bij de laagste van West-Europa. Waarom krijgen de Vlamingen niet hetzelfde als een Nederlander of een Duitser? Omdat wij dat budgettair niet aankunnen? Nee. Wél omdat er jaarlijks miljarden van Vlaanderen naar Wallonië gaan. Op een indirecte manier heeft Van Grieken met zijn ‘linkse’ vraag voor hogere pensioenen en niet langer werken een oude Vlaams-nationalistische eis ter sprake gebracht: de reusachtige transfers van noord naar zuid.

De transfers komen ons duur te staan?

De Bode: Het gevolg van die geldstroom is dat Vlaanderen niet meer kan investeren: niet in pensioenen, maar ook niet in onze infrastructuur. Die is dringend aan vernieuwing toe. Vergelijk onze wegen maar eens met Nederland. Zonder de transfers is daar wél geld voor. Dat heeft het Vlaams Belang op een subtiele wijze aan de man gebracht. Natuurlijk valt de Vlaming het Vlaams Belang daarin bij: ‘Wij krijgen niet waarop wij recht hebben.’ Van Grieken vergat wel te zeggen dat de centen er eigenlijk niet zijn, want die transfers blijven natuurlijk doorgaan. Vandaar dat de N-VA het Vlaams Belang graag wil betrekken in het beleid. Dan ziet de Vlaming dat ook Van Grieken zijn mooie beloftes niet kan waarmaken.

Herman De Bode: 'We waren naïef. Met de N-VA in de regering vond er geen echte verandering plaats.'
Herman De Bode: ‘We waren naïef. Met de N-VA in de regering vond er geen echte verandering plaats.’© Karoly Effenberger

U vindt het goed dat de N-VA blijft onderhandelen met het Vlaams Belang?

De Bode: Het is geen kwestie van tactiek. Ik zie geen enkel principieel of ethisch bezwaar om het Vlaams Belang te betrekken bij het beleid. Bijna twintig procent van de Vlamingen stemt toch op die partij? Het Vlaams Belang is net zo democratisch als de andere partijen. En anders dan de PVDA heeft het Vlaams Belang geen voorliefde voor antidemocratische dictators. Het enige wat telt, is hun programma: kun je daarmee in een coalitie iets doen, of niet?

U moet niets weten van het cordon sanitaire, waarbij werd afgesproken om geen akkoorden te sluiten met het Vlaams Belang?

De Bode: Aan het einde van de jaren tachtig was het Vlaams Blok een partij met racistische trekjes en ik begrijp waarom Agalev-politicus Jos Geysels dat cordon ooit heeft opgezet. Het Vlaams Blok is ook veroordeeld, maar dat is twintig jaar geleden. Vandaag is dat niet meer zo. Ja, er zijn nog altijd Vlaams Belangers met wie ik mij liever niet in één kamer bevind. Maar er zijn PS’ers die zelfs moorden op hun geweten hadden en manifest corrupt waren en toch heeft dat sommige partijen niet verhinderd om met de PS een regering te vormen. Wat telt is of je op basis van de partijprogramma’s tot een bestuursakkoord kunt komen. Zo ja, sluit dan samen een regeerakkoord. Zo nee, doe dat dan niet.

Heeft het Vlaams Belang-programma de ingrediënten voor een cocktail die ook de N-VA’ers smaakt?

De Bode: Dat moet Bart De Wever uitmaken. Naast een paar duidelijke verschilpunten zie ik ook mooie overeenkomsten. Alleen hebben de N-VA en het Vlaams Belang samen geen meerderheid in het Vlaams Parlement. Er moet dus nog een andere partij overtuigd worden om mee te doen. Niet alleen het Vlaams Belang moet water in de wijn doen. Ook de houding van de andere partijen bepaalt in welke mate de volgende regering een weerspiegeling is van de wil van de kiezer.

Ook de jarenlange polarisatie rond migratie verklaart allicht waarom het Vlaams Belang zo veel stemmen won.

De Bode: Migratie heeft meegespeeld, maar in combinatie met sociaal-economische overwegingen. Als je een reusachtige instroom krijgt van nieuwe mensen, en tegelijkertijd krijgt iemand die hard heeft gewerkt een belachelijk laag pensioen, dan moet je geen Einstein zijn om te begrijpen dat de mensen zich afvragen waarvoor ze eigenlijk belastingen betalen. Onlangs was er weer een bericht over bijkomende kinderopvang voor asielzoekers. Tegelijk ondervindt elke Vlaming hoe moeilijk het is om zijn kind geplaatst te zien in een crèche. Dan verwondert het toch niet dat men zich afvraagt: ‘Waarom doen jullie dat wel voor ‘hen’, maar niet voor ‘ons’?’

Waarom heb je zo’n organisatie als het VBO in godsnaam nodig? Die mensen zijn niet verkozen en hebben dus ook niets te zeggen. Weg ermee.

‘De mensen zijn kwaad’, zegt De Wever.

De Bode: Ja, de mensen zijn kwaad en de politici mogen daar niet te snel aan voorbijgaan. Deze stembusuitslag is anders dan die van 2014, maar toch ook erg gelijkend. Toen konden wij met de N-VA het algemene aanvoelen dat het zo niet verder kan omzetten in stemmen, nu doet het Vlaams Belang dat. Wie echt gelooft in verandering en niet mild is, heeft op 26 mei niet meer voor de N-VA gestemd. Wie verandering wil, maar mild is gebleven en ook strategisch nadenkt, heeft uiteraard weer gekozen voor de N-VA.

Doet dit land het echt zo slecht als u het voorstelt? Nergens bleef de stijging van de ongelijkheid na de bankencrisis zo beperkt als in België.

De Bode: In Vlaanderen en zelfs in Wallonië is het nog altijd goed leven. Er is wel armoede, maar die is relatief. Vandaag gaat de gemiddelde Belg drie keer per jaar op vakantie. Mijn ouders moesten daar niet aan denken. Ze werkten allebei op zaterdag, mijn moeder in het onderwijs en mijn vader in de Grand Bazar. Onze welvaart is veel hoger dan we zelf aannemen. Neem de kwaliteit van de lucht of het water: we vinden terecht dat die beter moet, maar die is sowieso al onvergelijkbaar beter dan dertig jaar geleden. Ik herinner mij nog de tijd dat de Schelde zwart zag en stonk. Vandaag kun je vissen aan de Antwerpse kaaien. Maar tegelijk zijn er wel veertig bruggen in Vlaanderen waarvan de toestand bedenkelijk is. Er moet er maar eentje instorten zoals in Genua, wat dan?

Is er op korte termijn iets te verhelpen?

De Bode: Op korte termijn niets, want er is geen geld. We moeten onze energiecentrales vervangen, maar waar zijn de investeringsfondsen daarvoor? Ik heb het al tegen Ben Weyts gezegd: we hadden al dríé ringen rond Antwerpen moeten hebben, maar we hebben er nog altijd niet één. We dénken zelfs niet aan een tweede ring. Voor dergelijke moderne infrastructuur hebben we ettelijke miljarden nodig. En dat alles met een Vlaamse begroting in evenwicht? Good luck.

Wat hoopt u dat de verschillende informateurs zullen doen?

De Bode: Op de avond van 26 mei had De Wever honderd procent gelijk met zijn uitspraak dat, indien wij in een normaal land zouden leven, deze verkiezingsuitslag ons onmiddellijk zou moeten aanzetten om te onderhandelen over een confederaal model. Niet dat wij die transfers zomaar kunnen afschaffen, dat kan niet en zeker niet op korte termijn. In alle andere landen heb je trouwens ook transfers en an sich is dat niet het probleem. Het is de grootte van de transfers binnen België en dat er geen einde aan komt, die ervoor zorgen dat dit niet meer vol te houden is. Onze transfers zijn totaal ontspoord en werken verlammend.

Ik zal een wat oneerbiedige parallel trekken. Toen ik de telefoonrekening van mijn kinderen nog betaalde, liep die gemakkelijk op tot vijfhonderd euro. Ik porde hen wel aan om zuiniger te zijn, zonder resultaat. Op een bepaald ogenblik heb ik gezegd: ‘Jongens en meisjes, ik doe het niet meer.’ Nadat ze ineens zelf verantwoordelijk waren geworden voor hun eigen rekening, merkte ik dat ze nog maar 30 tot 35 euro per maand betaalden. Ze hadden uitgevist hoe ze zo goedkoop mogelijk konden bellen. Plots kon dat dus wél. Pas als je mensen verantwoordelijk maakt, gaan ze zich verantwoordelijk gedragen en worden veel zaken mogelijk. Dát is confederalisme.

Is confederalisme een opstapje naar het splitsen van het land?

De Bode: Dat hoeft niet. Als we tot een confederaal model komen en als dat goed werkt, waarom zouden we dan alles splitsen?

Ik ben helemaal niet trots op die Belgische compromissen. Je wilt een renpaard en na afloop van de onderhandeling krijg je een kameel.

Omdat Vlaamse onafhankelijkheid artikel één is in de statuten van uw partij.

De Bode: Ik voel mij daardoor niet gebonden. Als het confederalisme goed werkt, is dat voor mij het eindstation. Neem defensie. Dat draait goed, de Belgische luchtmacht en marine werken goed samen met Nederland en onze landmacht voortreffelijk met de Fransen. Waarom zou Vlaanderen een eigen leger moeten hebben? Ik denk trouwens dat de geesten niet rijp zijn voor een splitsing. De emotionaliteit daaromheen is véél te groot.

Moet de federale politie worden gesplitst?

De Bode: Dat denk ik wel, want over de aanpak van criminaliteit heersen in het noorden toch andere opvattingen dan in het zuiden van het land. Wallonië heeft het meer over het voorkomen van misdaden en in Vlaanderen vullen we de bestraffing strenger in. Ik zou de politie splitsen.

U bent voorzitter bij spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel. Moet het spoor gesplist worden?

De Bode: Waarom zou je dat doen? Grote bedrijven opereren vandaag over heel Europa, soms zelfs over heel de wereld. Je moet onze spoorwegen dus niet splitsen . (fijntjes) Maar als je in Vlaanderen een totaal andere fiscaliteit krijgt dan in de rest van het land, kan ik me voorstellen dat de bedrijven gaan kijken waar ze het best hun hoofdkwartier vestigen. Intussen behouden ze natuurlijk de activiteiten in de verschillende gewesten en in de andere landen.

Denk u dat u de Franstalige politici aan een confederale onderhandelingstafel krijgt?

De Bode: Wat is hun alternatief? Geen. En ze hebben geld nodig. België is feitelijk zo goed als failliet, maar de Walen staat het water zelfs hoger dan de lippen. We zitten op een budgettair-communautair kruitvat. Laat ik verwijzen naar Zweden. Twintig jaar geleden was dat land er net zo erg aan toe als België vandaag. Ook de Zweden hadden een overheidsbeslag van meer dan 50 procent, ze zijn beginnen te reorganiseren toen het land op de rand van het faillissement stond. De Zweden hebben hun fiscaliteit écht hervormd. Zij brachten de belasting op erfenissen naar nul procent. Nul! In de plaats voerden ze een vermogenswinstbelasting van 25 procent in en verlaagden ze de belastingen op inkomen en arbeid. Nu zijn ze erbovenop.

U wilt zoiets ook in België doen?

De Bode: Dat lukt in de huidige constellatie nooit. Zelfs als er een parlementaire meerderheid voor zo’n operatie zou zijn, botst de federale regering onmiddellijk op het probleem dat de opbrengst van de erfenissen een belangrijke bron van inkomsten is voor de gewesten. Men moet eerst nagaan – en onderhandelen – hoe men die broodnodige hervorming zal compenseren. Zo is het altijd wat. In dit land kan geen enkele regering nog een operatie van enig belang doorvoeren. Bevoegdheden zijn hopeloos versnipperd, waardoor het aantal administraties alleen maar is toegenomen. Het invoeren van het confederalisme zal automatisch leiden tot gigantische efficiëntiewinsten. We moeten af van het Belgische systeem.

Als het confederalisme goed werkt, is dat voor mij het eindstation.

Vindt u het jammer dat er in Franstalig België geen evenknie van de N-VA bestaat, een rechts-conservatieve partij die ook pleit voor confederalisme?

De Bode: Jammer… (haalt de schouders op) Ik vind het vooral jammer dat de Waalse politici geen greintje moed hebben om de problemen te benoemen zoals ze zijn. Daardoor denken nog altijd veel Franstaligen dat de geldstromen van Vlaanderen naar Wallonië leugens zijn. Ze beseffen dus niet welke enorme inspanningen Vlaanderen al decennia levert opdat de Franstaligen hun economische welvaart op peil kunnen houden. In Duitsland kun je op je belastingbrief aanduiden hoeveel geld welke religie krijgt. Misschien moeten we bij ons erop zetten hoeveel geld er naar Wallonië gaat.

Werkgeversorganisatie VBO zegt dat de regeringsonderhandelingen niet te lang mogen duren.

De Bode:(onderbreekt) Het VBO moet worden opgedoekt. Dat had al twintig jaar geleden moeten gebeurd zijn. Waarom heb je zo’n organisatie als het VBO in godsnaam nog nodig? Wat is hun toegevoegde waarde? Het enige wat je zou kunnen zeggen is dat het VBO, samen met de vakbonden, in de ‘Groep van Tien’ formeel de loonakkoorden bepaalt. Ik vind dat een aberratie. Dat was zinvol na de Tweede Wereldoorlog tot ergens in de jaren zestig, maar nu vormt dat sociaal overleg de grootste rem om snel op verandering te reageren. Zelfs een regering worstelt ermee: als die iets aan de sociale wetgeving wil veranderen, moet dat allemaal langs die Groep van Tien passeren. Zijn die mensen verkozen? Nee, die mensen zijn niet verkozen en hebben dus ook niets te zeggen. Dat soort organisaties moet je gewoon opblazen. Weg ermee.

Volgens het VBO kan een regering niet tegelijkertijd de sociaal-economische én de communautaire problemen aanpakken.

De Bode: Hoe groot kun je als dinosaurus zijn? Uiteraard zijn de sociaal-economische problemen gekoppeld aan het communautaire! Het is toch veel eenvoudiger om die problemen aan te pakken met partijen die min of meer dezelfde richting willen uitgaan. Wel, Vlaanderen koos centrumrechts, Wallonië centrumlinks. Probeer dan maar eens een zinvol regeerakkoord te maken.

Dat is tot nu toe toch altijd gelukt.

De Bode: Gelukt? Zachte heelmeesters maken stinkende wonden, leert een oud Vlaams gezegde. Dat is precies wat we de laatste 40 jaar hebben gezien: Vlaamse premiers hebben er een puinhoop van gemaakt. Wilfried Martens heeft een vréselijk beleid gevoerd. Toen hij in 1979 aantrad als eerste minister was de staatsschuld een dikke 60 procent van het bbp, toen hij in 1992 vertrok 130 procent. Dan kwam Jean-Luc Dehaene, ‘de loodgieter’. Het beste wat die kon was links en rechts een kraantje losdraaien en een tubeke bij zetten. Na hem bakte Guy Verhofstadt er ook niets van. Lees zijn Burgermanifesten eens. Die konden geschreven zijn door een N-VA-militant. Wat heeft hij daarvan verwezenlijkt? Niets. Zelfs de ontzuiling heeft hij niet doorgevoerd.

Toch wordt de Belgische compromiscultuur in het buitenland bejubeld.

De Bode: Ik ben helemaal niet trots op die Belgische compromissen. Het zijn gedrochten. Je wilt een renpaard en na afloop van de onderhandeling krijg je een kameel. Het allergrootste probleem in dit land is dat we onvoldoende rechtlijnig beslissen wat er moet gebeuren. Hopelijk verandert dat. Het wordt tijd dat de Vlaamse politici de rug rechten en het tijdens de onderhandelingen eindelijk eens hard spelen.

Herman De Bode

– 1953: geboren in Isanghi (toenmalig Belgisch- Congo)

– 1971 – 1976: studeert handelsingenieur aan de Universiteit Antwerpen

– 1977 – 1979: MBA aan Harvard University

– Vanaf 1979: werkt voor organisatie-adviesbureau McKinsey. Was managing partner van McKinsey & Company Benelux

– 2005: medeauteur van het Warandemanifest voor een zelfstandig Vlaanderen

– 2014 – 2016: kabinetschef algemeen beleid bij vicepremier Jan Jambon (N-VA)

– 2016: wordt voorzitter van spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel

– Had een grote kunstverzameling Vlaamse expressionisten, onlangs verkocht aan Fernand Huts

– Bezit in Radda in Chianti (Toscane) wijndomein Podere Capaccia

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content