Ex-gouverneur Nationale Bank Fons Verplaetse overleden
Fons Verplaetse, voormalig gouverneur van de Nationale Bank, is op 90-jarige leeftijd overleden ‘na een korte ziekte en de gevolgen van covid-19’, zo meldt de Nationale Bank.
Verplaetse werd geboren in februari 1930. In 1953 trad hij in dienst bij de Nationale Bank. Hij begon er als stagiair op de studiedienst, maar klom snel op. Begin jaren tachtig werd hij gedetacheerd naar het kabinet van toenmalig premier Wilfried Martens. Hij lag er mee aan de basis van de devaluatie van de Belgische frank in 1982 en het daaropvolgende herstelbeleid voor de Belgische economie.
Het Waalse dorp Poupehan (provincie Luxemburg), waar Verplaetse een buitenverblijf had, werd in die periode een begrip. In het buitenverblijf vond regelmatig overleg plaats tussen een aantal zwaargewichten uit de katholieke zuil over het herstelbeleid. Tot die befaamde groep van Poupehan behoorden ook Wilfried Martens, vakbondsleider Jef Houthuys en bankier Hubert Detremmerie (BAC).
Klaar voor de euro
In 1988 werd Verplaetse vicegouverneur van de Nationale Bank en een jaar later volgde hij Jean Godeaux op als gouverneur. In die rol stoomde hij onder meer België klaar voor de euro.
In 1999 ging Verplaetse met pensioen. Guy Quaden werd zijn opvolger. Wel werd Verplaetse onmiddellijk eregouverneur van de Nationale Bank en later dat jaar werd hij tot burggraaf benoemd. Hij bleef actief, onder meer als adviseur van de Congolese nationale bank. Tot enkele jaren geleden ging hij bij de NBB nog regelmatig publicaties consulteren.
‘We zijn eregouverneur Fons Verplaetse dankbaar voor de belangrijke rol die hij speelde in onze instelling en in de economische/monetaire geschiedenis van ons land’, reageert huidig NBB-gouverneur Pierre Wunsch. ‘Tijdens de zeer uitdagende jaren tachtig en negentig gaf hij mee vorm aan de het economisch herstel en aan het traject dat ons richting de Monetaire Unie en later het eurosysteem zou leiden.’
Biografie Fons Verplaetse
Alfons Verplaetse werd op 19 februari 1930 geboren in het Oost-Vlaamse Zulte. Zijn vader had een veevoederbedrijf. Hij liep school in Waregem en ging nadien handelswetenschappen studeren aan de Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven), net als zijn vrouw, die hij daar leerde kennen. Ze zouden later trouwen en vijf kinderen krijgen.
Onmiddellijk na zijn legerdienst, in 1953, begon hij als stagiair te werken op de studiedienst van de Nationale Bank van België (NBB). Hij klom daar al snel op binnen de hiërarchie. In 1975 werd hij lid van de vakbondsdelegatie ACV. Zo leerde hij Jef Houthuys kennen. Houthuys was regent van de Nationale Bank en ook voorzitter van ACV-nationaal.
De situatie in België was in die periode allesbehalve rooskleurig. Ons land moest afrekenen met een almaar verslechterende economische en budgettaire toestand, en kreeg ook de ene politieke crisis na de andere te verwerken. Verplaetse schreef toen een nota waarin hij de noodzaak verdedigde om de Belgische frank met 10 procent te devalueren, maar hij vond met zijn rapport geen gehoor bij de top van de Nationale Bank.
Toch zou die devaluatie er komen. In 1981 begonnen een aantal zwaargewichten uit de katholieke zuil in alle discretie te brainstormen over een remedie om de economische malaise aan te pakken. Het overleg vond plaats in het buitenverblijf van Verplaetse in het Waalse Poupehan. Tot die befaamde groep van Poupehan behoorden ook Wilfried Martens, vakbondsleider Houthuys en bankier Hubert Detremmerie (BAC).
Martens werd daar overtuigd van de noodzaak van een devaluatie. Eens hij weer premier werd, na de val van de regering-Eyskens, werd de operatie voorbereid. In februari 1982 was het zover: de Belgische frank was plots 8,5 procent minder waard. Deze maatregel, die werd ingevoerd zonder het medeweten van de Nationale Bank, luidde het ‘herstelbeleid’ in waarmee België de jarenlange economische crisis langzaam weer te boven kwam.
Verplaetse was intussen adjunct-kabinetschef geworden van premier Martens en zette vanuit die positie het economische beleid van België uit. Hij leerde daar snel de finesses van de politiek en aarzelde zelfs niet om economische beginselen opzij te schuiven, wanneer dat nodig was.
Daarna keerde Verplaetse terug naar de Nationale Bank. In 1985 werd hij benoemd tot lid van het directiecomité van de Nationale Bank. Maar hij bleef eerst nog enkele jaren kabinetschef en nam zijn functie bij de NBB pas op in 1988. Vanaf dan klom hij razendsnel naar boven. Vijf maanden later was hij al vicegouverneur. En in 1989 was hij gouverneur van de NBB.
Voor Verplaetse betekende dat allerminst een fin de carrière. Samen met minister van Financiën Maystadt voerde hij al in maart 1990 een verlaging van de roerende voorheffing en een schrapping van de dubbele wisselmarkt door. Twee maanden later volgde er een nog veel ingrijpendere maatregel. Toen koppelde hij de koers van de Belgische frank aan die van de Duitse mark, toen de sterkste munt van Europa.
De koppeling deed het vertrouwen in de Belgische frank toenemen. Tijdens de eerste EMS-crisis van september 1992 was de frank zelfs een toevluchtsoord voor andere Europese landen. Tijdens een tweede crisis in de zomer van 1993 kwam de frank wel onder druk te staan. Zijn laatste grote verwezenlijking vond kort voor zijn pensionering plaats. Ondanks de gigantische Belgische overheidsschuld slaagde Verplaetse er samen met de regering-Dehaene in om ons land binnen te loodsen in de eurozone.
In 1999 ging Verplaetse met pensioen en nam hij dus afscheid van zijn positie als gouverneur van de Belgische Nationale Bank. Guy Quaden werd zijn opvolger. Wel werd Verplaetse onmiddellijk eregouverneur en later dat jaar werd hij door de koning ook tot burggraaf benoemd.
Ook na zijn pensioen bleef Verplaetse actief. Na 2000 richtte hij de focus op Afrika. Hij ging advies verlenen aan de Congolese Nationale Bank en met zijn Corporate Funding Programme werfde hij fondsen voor ontwikkelingswerk. Intussen bleef hij ook mondjesmaat in de media opduiken met standpunten over de Belgische politiek, de bankencrisis en de eurocrisis. En hij trok tot enkele jaren voor zijn overlijden nog regelmatig naar de Nationale Bank in Brussel om er publicaties te raadplegen.