Marc Vanfraechem

Eva, Oscar en… Malika

Marc Vanfraechem Marc Vanfraechem (1946) is essayist en blogger.

Wat Eva Brems zaterdag in De Standaard vertelde: ‘We verwachten van de minister niet dat hij vandaag op de Gay Pride met pluimen in zijn kont op een praalwagen gaat staan (…)’, verdient één paragraafje.

Je hoeft niet de slimste van de wereld te zijn, maar een beetje stijl kan geen kwaad. Bij een receptie zul je maar terechtkomen naast een vrouw die plots zulke praat uitslaat. Dan zoek je toch een ander plekje op. Elle n’est pas sortable, zegt de Fransman.

Gelukkig zijn er wel betere dingen. Eind april verscheen bij Fayard een essay van Malika Sorel: Immigration, intégration, le langage de vérité.

In Frankrijk is Sorel een bekende figuur, geregeld op de radio te horen, bijvoorbeeld bij Finkielkraut. Zij is Française van Algerijnse afkomst, ingenieur, en lid van de Haut Conseil à l’intégration.

Haar boek bespreken kan niet in mijn 3000 tekens, maar ik kan wel enkele van haar uitspraken leggen naast wat Oscar van den Boogaard schreef in zijn vrijdagcolumn in De Standaard. Hij bezong een gedroomd Brussel, op het bekende wijsje van de non-identiteit als ideale identiteit.

‘Brussel is Europa in het klein. Een verzameling individuen, sterk verschillend van elkaar, vreemdelingen ten opzichte van elkaar, wier individualiteit niet gebukt gaat onder de last van een gemeenschappelijke cultuur of geschiedenis. Eigenlijk zijn ze daarom ideale Europeanen.’

Die historisch-culturele last is ernstig bedoeld. Maar hij moet tot zijn spijt wel melden dat ‘de jeugd van de vele bevolkingsgroepen in Brussel helemaal niet multicultureel denkt. De verschillende groepen leven niet samen, maar naast elkaar.’

Wat multicultureel denken inhoudt, vernemen we niet. Wel is het alweer onze schuld dat er aparte samenlevingen blijken te bestaan.

‘Zolang ze de sleutel niet vinden om die Belgische samenleving binnen te gaan, blijven ze aan elkaar geklonterd. En koesteren ze negatieve gevoelens over die wereld die hen buitensluit. Waarin rapporten over hen worden geschreven die hen in kaart brengen. Zolang jonge Marokkanen als groep worden behandeld voelt geen enkele van hen zich individueel aangesproken.’

Sorel ziet dat anders: wij moeten definitief breken met elk multiculturalisme en met onze eeuwige boetvaardigheid. Wat wij nu zien, zegt zij, is insertion, invoeging, geen integratie. En integratie moet bovendien tot assimilatie leiden. Ook is dat groepsgedrag hen niet door ons aangepraat: ‘Veel ongeciviliseerd gedrag komt hieruit voort dat deze kinderen nooit geleerd hebben dat de mens als individu kan bestaan, los van de groep, en dat hij als zodanig respect verdient. In hun ogen bestaat het individu niet.’

Misschien zal Van den Boogaard iets hebben aan wat de Franse strafpleiter Jacques Isorni in 1957 schreef aan François Mauriac, die ook columnist was: ‘Ik ken niets onaangenamers en ongepasters dan literatoren die, beneveld door trots en koketterie, het gezag gebruiken dat zij met ander werk hebben verworven, om maar lukraak te schrijven over zaken waar zij geen kaas van hebben gegeten.’

Marc Vanfraechem

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content