Wat als het Vlaams Belang zou meebesturen? ‘Radicaal-rechtse partijen matigen doorgaans niet’
Italië had er tot voor kort een, Oostenrijk, Denemarken en Nederland ook: een regering met een radicaal-rechtse partij. Hoe schadelijk was dat voor de democratie? En moeten we bang zijn voor een regering mét het Vlaams Belang? ‘Erin of eruit, het maakt eigenlijk niet veel uit.’
‘Het wérkt simpelweg niet.’ De Leuvense politoloog Bart Maddens, vurige flamingant, pleitte daags na de verkiezingen van 26 mei 2019 andermaal voor het doorbreken van het cordon sanitaire, de afspraak om geen bestuursakkoorden te sluiten met extreemrechts. Na de electorale oplawaai in 2014 – het Vlaams Belang bleef net niet haperen aan de kiesdrempel – was het cordon sanitaire nauwelijks nog een debat waard. Maar dat veranderde drastisch na de lokale verkiezingen van 2018 en na de rechtse stunt in 2019. Het verkiezingsfeest van het VB was nog niet losgebarsten of Open VLD’ers, CD&V’ers en N-VA’ers van de tweede lijn hadden hun voorzitters al opgeroepen om het cordon los te laten.
Mijn hoop dat de Nederlandse gedoogconstructie de PVV zou disciplineren, bleek ijdel. Wilders is opgeschoven naar extreemrechts.
Joshua Livestro
Gwendolyn Rutten noch Wouter Beke gaf daar aan toe, Bart De Wever wel. Hij nodigde als ‘Vlaams informateur’ Tom Van Grieken uit. En niet zoals CD&V-voorzitter Yves Leterme dat deed in 2004 met VB’ers Frank Vanhecke, Filip Dewinter en Gerolf Annemans. Leterme voerde een beleefdheidsgesprek van anderhalf uur waarvan de conclusie bij aanvang al vastlag: met het Blok valt niet te besturen. De Wever sprak met Van Grieken en diens federale en Vlaamse fractieleiders Barbara Pas en Chris Janssens ernstig over de Vlaamse regering die ze samen zouden vormen. Oud-Open VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten zei eind juni in De afspraak op vrijdag dat het ‘echt niet veel gescheeld heeft’ of we hadden een regering van N-VA, Open VLD en Vlaams Belang. Met de woorden ‘Nee, niet met ons’ kelderde Rutten De Wevers voorstel en reanimeerde ze het cordon sanitaire. Vlaams Belang heeft nu ‘Missie 2024’ in gang gezet, de euthanasieaanvraag voor het cordon sanitaire. Van Grieken wil ‘de grootste worden in Vlaanderen, want dan hebben wij de kaarten in handen’.
Kampioenen in rankings
Na een mislukte poging in 1989 werd het cordon sanitaire op 19 november 1992 geformaliseerd in een Vlaamse resolutie waarin het 70 puntenprogramma, het remigratieplan van het VB, veroordeeld werd als strijdig met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Wat gebeurt er als het cordon nu wordt opgeheven? Davert de democratie op haar grondvesten als radicaal-rechts mee bestuurt?
Knack neemt vier Europese landen onder de loep: Italië, Denemarken, Nederland en Oostenrijk. Het zijn (in het geval van Italië: min of meer) solide democratieën waar radicaal-rechts heeft deelgenomen aan het beleid. In Nederland en Denemarken in een gedoogconstructie, in Oostenrijk en Italië als regeringspartners. Om de vergelijking met België, of liever Vlaanderen, zo zuiver mogelijk te houden, lieten we landen waar radicaal-rechts op stedelijk niveau mee bestuurt of bestuurde, zoals Frankrijk of Zweden, buiten beschouwing. De centrale vraag is tweeledig. Heeft de democratie in die landen te lijden gehad? En welke impact had die regeringsdeelname op de deelnemende partijen?
Toonaangevende democratie-indexen zoals die van The Economist, het V-Dem Institute of het International Institute for Democracy and Electoral Assistance (International IDEA) lijken de eerste vraag negatief te beantwoorden, zegt Jan Wouters, hoogleraar Internationaal Recht en Internationale Organisaties (KU Leuven). ‘Op Italië na scoren deze landen altijd goed in internationale rankings. Denemarken en Nederland zijn er vaak de kampioenen. Tegelijk heb je daar niet onbelangrijke doorbraken van extreemrechts.’ The Economist zette in zijn jongste rapport Denemarken op 7 in de democratie-index, Nederland op 11, Oostenrijk op 16 en Italië op 35. België is overigens nummer 33, rode lantaarn Noord-Korea 167.
Die hoge scores verklaart professor Wouters door de focus van zulke indexen op de fundamenten van de democratie. ‘Noem het de hardware van de democratie: de kwaliteit van de overheidsdiensten en het gerechtelijk apparaat, de bescherming van de grondrechten, … Wie daaraan raakt, dondert naar beneden.’ Net daarom vindt de Nederlandse politoloog Cas Mudde (Universiteit van Georgia), autoriteit in politiek extremisme en populisme in Europa en de VS, dat die democratie-indexen een onvolledig beeld geven. ‘Beleid blijft onderbelicht, net als de positie van minderheden, laat staan van asielzoekers.’
Mudde ziet nog een belangrijk element: ‘In drie van de vier landen die u onderzoekt, zijn de uiterst rechtse partijen op z’n best een paar keer een kleine coalitiepartner geweest. Als die net als Viktor Orban de absolute macht zouden krijgen, zou je ze even snel zien dalen in die indexen als Hongarije.’ Dalen doen die landen nu al allemaal in de index van The Economist, die sinds 2006 wordt opgesteld. Denemarken van 5 in 2006 naar 7 dit jaar, Nederland van 3 naar 11, Oostenrijk van 14 naar 16 en Italië van 34 naar 35. (België zakte 13 plaatsen.)
Italië springt het meest in het oog in dat rijtje, zegt professor Sarah de Lange (Universiteit van Amsterdam), expert in populisme en extremisme. ‘Silvio Berlusconi was in 1994 de eerste naoorlogse premier die extreemrechts opnam in zijn regering: zijn Forza Italia ging in zee met de Alleanza Nazionale, de opvolger van de neofascistische MSI (Movimento Sociale Italiano) en de rechts-populistische, separatistische Lega Nord. Zijn coalitiepartners hadden ideologische argumenten om tot de regering toe te treden, Berlusconi vooral persoonlijke motieven: hij is in de politiek gegaan om te ontsnappen aan vervolging wegens corruptie. Ze vonden elkaar dus in de onttakeling van de rechtstaat.’
Berlusconi zorgde voor een keerpunt in de Italiaanse geschiedenis, onderstreept Alessandro Chiaramonte, hoogleraar politieke wetenschappen aan de Universiteit van Firenze. ‘Niemand had ooit met de neofascistische MSI gesproken, laat staan geregeerd. Partijleider Gianfranco Fini heeft toen wel zijn uiterste best gedaan om zijn partij te hervormen en als een democratische voorman over te komen, inclusief een bezoekje aan Yad Vashem, het iconische Holocaustmuseum in Jeruzalem.’
Wanneer ik in Duitsland vertel over de Deense “gettowet”, vragen ze me twee keer of ze me wel goed hebben begrepen.
Suzi Meret
De Lega Nord maakte een andere evolutie door, weet Chiaramonte. ‘Ze werd in 1990 opgericht als etno-regionalistische partij, maar door Matteo Salvini de laatste jaren getransformeerd tot een nationale radicaal-rechtse partij, die niet langer Zuid-Italianen maar wel moslims en vreemdelingen aanvalt.’ Dat leverde Salvini een verkiezingsoverwinning op in 2018. Hij werd met 17 procent vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken in een regering met de populistische M5S-beweging. Zijn populariteit piekte naar 34 procent in de peilingen. Toen maakte Salvini een kapitale fout: hij liet die regering vallen. ‘Salvini hoopte op vervroegde verkiezingen, die hij zou winnen en waarna hij premier zou worden. Maar premier Giuseppe Conte kon een nieuwe regering vormen zonder verkiezingen, zonder de Lega en met de sociaaldemocraten. Sindsdien kalft Salvini’s populariteit af en heeft hij concurrentie gekregen van de extreemrechtse Fratelli D’Italia. Veel leden en zelfs partijleider Giorgia Meloni hebben connecties met het oude MSI en dwepen met het fascistische ideeëngoed. De Fratelli D’Italia behalen doorgaans 3 à 4 procent van de stemmen, nu geven peilingen hen tot 15 procent.’
Antimigratie en anti-islam
In Oostenrijk bestuurde de Vrijheidspartij van Oostenrijk (FPÖ) sinds de jaren 1980 vier keer mee. Niet dat de partij daarom een ‘normale’ Oostenrijkse partij is, zegt Reinhard Heinisch, hoofd van de faculteit politieke en sociale wetenschappen aan de Universiteit van Salzburg. ‘Ze is radicaal-rechts, populistisch en heeft wortels in het naziverleden van Oostenrijk. En ze is weinig stabiel: ze heeft nooit langer dan drie jaar kunnen meeregeren zonder een regering te doen vallen. Maar ze heeft wel haar plaats in het partijlandschap.’
Wanneer ze bestuurt, evolueert de FPÖ op sommige punten naar het centrum, zegt Heinisch. ‘Dan wil ze niet langer uit de Europese Unie treden. Die matiging levert de partij niet altijd veel op. In 2019 is de regering met de conservatieve Oostenrijkse Volkspartij (ÖVP) van kanselier Sebastian Kurz gevallen over corruptieschandalen binnen de FPÖ. En sindsdien staat de partij zwak. Daar profiteert Kurz van.’
In Denemarken nam de Deense Volkspartij (DF) van Kristian Thulesen Dahl nooit deel aan het bestuur, maar verleende ze vanuit de oppositie steun aan minderheidsregeringen. Volgens professor Susi Meret, die aan de Aalborg Universitet doceert over populistische en radicaal-rechtse partijen en migratiebeleid, past de DF in de rechts-populistische familie waartoe ook het VB behoort: antimigratie, anti-islam en fors eurosceptisch.
Voor Meret is de DF een typevoorbeeld van de weg die radicaal-rechtse partijen kunnen afleggen. ‘In 2001 was er veel weerstand om met de DF samen te werken. De sociaaldemocraten vonden dat zo’n partij zelfs niet in het parlement thuishoorde. Vandaag is die weerstand er niet meer. Dat toont hoezeer zulke partijen het politieke midden kunnen beïnvloeden, als ze het goed aan boord leggen.’
De constructie van centrumrechtse minderheidsregeringen met gedoogsteun van de DF werkte ook vrij goed, zegt Meret. ‘De regeringspartijen konden claimen dat ze zich hadden opengesteld voor “het signaal van de kiezer”, de DF kon haar anti-establishmentpositie behouden. Intussen voerden opeenvolgende liberaal-conservatieve regeringen het programma van de DF uit, met extreem strenge immigratie- en integratiewetgeving.’
Die aanvankelijk succesvolle strategie brak de DF zuur op in 2015, toen de partij weigerde in een regering te stappen, ondanks een historisch verkiezingsresultaat van 21 procent. ‘De DF durfde in 2015 niet uit haar comfortzone te komen. Het is lastig voor dit soort partijen om zelf mee te besturen, omdat ze zich dan veel pragmatischer moeten opstellen.’ Gevolg: de DF staat op dit moment onder grote druk, na een ferme klap bij de verkiezingen in 2019, toen de partij nog 8 procent haalde. Meret verwacht dat Europese partijen die met de DF verwant zijn lessen zullen trekken uit de Deense situatie.
In 2010, toen de Deense gedoogconstructie nog succesvol was, adviseerde in Nederland de rechtse opiniemaker Joshua Livestro liberaal Mark Rutte (VVD) om een minderheidskabinet te maken met de christendemocratische CDA en gedoogsteun van Geert Wilders’ PVV. ‘Ik hoopte zo de kloof tussen burger en politiek te dichten en, net zoals in Denemarken, uiterst rechts te disciplineren en te dwingen basale normen en grondrechten te respecteren.’ De gedoogconstructie hield het amper twee jaar uit. Livestro zucht: ‘Mijn hoop bleek ijdel, het draaide helemaal anders uit. Wilders is opgeschoven naar extreemrechts en heeft er sindsdien zelfs een nog extremere concurrent bijgekregen: Thierry Baudet van Forum voor de Democratie.’
Erin of eruit
Hendrik Vuye, hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit Namen en van 2014 tot 2019 Kamerlid (tot 2016 voor N-VA, daarna onafhankelijk), gelooft wel in de matigende invloed van bestuursdeelname op extreme partijen. ‘Je zag dat al tijdens de gesprekken over de Vlaamse regeringsvorming. Er sloop toen realisme en moderatie in de verklaringen van Tom Van Grieken. “We gaan de gesprekken toespitsen op de Vlaamse bevoegdheden”, zei hij, waarmee hij impliciet nieuw asiel- en migratiebeleid uitsloot.’
Cas Mudde ontkent dat. ‘Al het onderzoek dat ik ken, toont aan dat radicaal-rechtse partijen doorgaans niet ideologisch matigen. Als ze meer “mainstream” overkomen, komt dat omdat de andere partijen, en zeker de rechtse, radicaliseren wanneer ze met uiterst rechts regeren.’ Uit onderzoek blijkt dat beleid van Europese rechtse regeringen niet wezenlijk verschilt van beleid waaraan radicaal-rechts op een of andere manier meewerkt, vult Sarah de Lange aan: ‘Erin of eruit, het maakt eigenlijk niet veel uit.’ Mudde bevestigt dat in zijn jongste boek, The Far Right Today: ‘In de meeste landen zit uiterst rechts niet in de regering, maar duwen ze mainstreampartijen wel naar rechts. Dat vertaalt zich in strengere immigratie- en asielwetgeving. Maar ook in een xeno- en islamofoob klimaat, waarin immigranten en moslims als een bedreiging worden gezien voor de democratie of voor de zogenaamde nationale en westerse waarden.’
Mudde geeft de N-VA als voorbeeld. ‘Als het gaat over asiel, islam en migratie is het N-VA-discours op sociale media vaak amper te onderscheiden van dat van het Vlaams Belang. Van Grieken heeft gelijk wanneer hij de overlap beklemtoont.’ In Oostenrijk zag Heinisch Kurz zo hard oprukken naar rechts dat de FPÖ hem in een campagne afbeeldde als een spiekende leerling. ‘De partij verzwakte, hun ideeën versterkten. Patiënt overleden, operatie geslaagd, zou je kunnen zeggen.’ En Livestro zag het ook in Nederland gebeuren: ‘De VVD en de CDA kun je niet meer onderscheiden van de PVV uit 2010. Ze hebben zich Wilders’ discours eigen gemaakt: antimigratie, euroscepsis die aan eurofobie grenst, het voortdurende geflirt met die gevaarlijke fictie van “het volk”.’
Hetzelfde verhaal speelt in Denemarken, vindt Wouters: ‘Denk aan wat de sociaaldemocraten mee uitvoeren in Denemarken, waar de staat juwelen van vluchtelingen in beslag neemt.’ Voor Meret is de zogenoemde ‘gettowet’ uit 2018 steen des aanstoot. ‘Die werd ingevoerd door de centrumrechtse minderheidsregering , met parlementaire steun van de DF én de sociaaldemocraten . De wet bepaalt dat in 29 achtergestelde wijken, voornamelijk wijken met veel bewoners met een niet-EU-achtergrond, strengere straffen gelden voor bepaalde misdrijven. Als ik dat vertel in Duitsland, vragen ze me twee keer of ze me wel goed hebben begrepen. Maar de meeste Denen staan er niet meer bij stil hoe stigmatiserend die taal en dat beleid is.’
Beïnvloedt radicaal- of extreemrechts ook het functioneren van de democratie wanneer het meebestuurt? Cas Mudde verbreedt het onderzoeksveld naar Polen en Hongarije. ‘Daar zie je dat uiterst rechts, wanneer alleen aan de macht, een direct gevaar is voor de democratie.’ Ook fragiele, uitgewoonde democratieën bieden uiterst rechts vanzelfsprekend kansen om te morrelen aan de democratische fundamenten. Dat zag je in Italië, zegt Sarah de Lange, onder de tweede regering van Berlusconi die door radicaal-rechts gedomineerd werd. ‘Die kon vier jaar lang de al verzwakte Italiaanse rechtsstaat onttakelen. In Nederland lukte dat niet, omdat de gedoogconstructie enerzijds niet lang genoeg bleef bestaan en de PVV er anderzijds weinig directe macht in had.’
In Oostenrijk had de FPÖ die macht wel, en dan nog op voor hen cruciale ministeries zoals dat van Binnenlandse Zaken, zegt De Lange. FPÖ’er Herbert Kickl probeerde dat ministerie te politiseren door zich te bemoeien met het onderzoek van ‘zijn’ inlichtingendienst naar extreemrechts. Daardoor is hij nu voorwerp van een parlementaire onderzoekscommissie. Toch vindt Heinisch niet dat de FPÖ de democratie wezenlijke schade heeft toegebracht. ‘Niet omdat ze het niet willen, maar omdat de Oostenrijkse checks and balances afdoende werken en vooral omdat de FPÖ simpelweg te amateuristisch is. Wie niet in staat is langer dan drie jaar te regeren, kan ook niet fundamenteel, antidemocratisch hervormen.’
De FPÖ verzwakte, maar hun ideeën versterkten: patiënt overleden, operatie geslaagd.’ Reinhard Heinisch
De FPÖ is niet verder geraakt dan symboolpolitiek, vindt Heinisch. ‘Er was onder de ÖVP-FPÖ-regering steeds meer kritiek op de pers, de rechtsstaat werd verbaal onder druk gezet en vluchtelingencentra werden omgedoopt tot “terugkeercentra”. Dat werd allemaal niet in wetten gegooid, maar het verlegde maatschappelijk wel grenzen.’ Alessandro Chiaramonte trekt de parallel met Italië. ‘Politici als Salvini speculeren op spanningen tussen migranten en Italianen. Zijn retoriek heeft de publieke opinie erg geradicaliseerd. Op de middellange termijn kan dat wel degelijk de democratie in gevaar brengen.’
Maar op de korte termijn heeft Salvini niet veel potten gebroken, vindt Chiaramonte. ‘Zijn beleid van gesloten havens, zodat schepen met migranten niet meer konden aanmeren, heeft niet belet dat er mensen aan land bleven komen. Salvini heeft in dat ene jaar niets gedaan dat je een effectieve bedreiging van de democratie kunt noemen. Je kunt natuurlijk discussiëren over de vraag of sommige maatregelen goed waren vanuit humanitair oogpunt. Maar die maatregelen kwamen er wel met grote steun van de Italianen. Bovendien beschouwen linkse politici en intellectuelen de opgang naar de macht van partijen als de Lega op zich al als een bedreiging van de democratie.’
Hendrik Vuye beaamt dat. ‘Ook bij ons is dat zo. In Knack trokken academici vorig jaar aan de alarmbel omdat ze 46 problematische programmapunten hadden gevonden in het VB-verkiezingsprogramma. Een week later meldde Knack.be dat het er nog 44 waren, na een arrest van het Grondwettelijk Hof. Sorry, maar daar moet ik om lachen. Daar zaten heel wat losse flodders bij.’ Vuye gelooft ook niet dat partijen zoals de Lega, de FPÖ of het VB überhaupt het potentieel hebben om de democratie te bedreigen. ‘Zelfs als het VB in België helemaal alleen zou regeren en allerlei gekke dingen zou proberen te doen, dan nog zouden onze eigen instellingen zoals het Grondwettelijk Hof of het Europees Mensenrechtenhof daar een stokje voor steken.’
Terug naar de jaren 30
In de aanloop naar de verkiezingen van 2024 zal opnieuw de vergelijking met de jaren 1930 weerklinken, voorspelt Hendrik Vuye. ‘Maar we leven juridisch en staatsrechtelijk vandaag in een totaal andere wereld. Er was toen geen EVRM, geen Grondwettelijk Hof, zelfs geen Raad van State. De democratie is veel fijnmaziger geworden.’
Collega-jurist aan de KU Leuven Wouters is wantrouwiger. ‘Kijk gewoon naar wat er gebeurt wanneer een uiterst rechtse partij alleen aan de macht komt. In Polen en vooral Hongarije wordt een pluriforme democratie omgevormd tot een autocratie.’ Wouters schetst het patroon. ‘Eerst wordt de kieswetgeving naar de hand gezet. Dan volgt het in diskrediet brengen van justitie. Bij ons deden N-VA’ers dat door het over “wereldvreemde rechters” te hebben, in de VS spreekt Donald Trump van “Obama-rechters”. In Polen en Hongarije zijn de constitutionele hoven en gewone rechtbanken uitgezuiverd en werden er administratieve rechtbanken naast gezet die uit de hand van de regering eten. Tegelijk worden onafhankelijke media stilletjes doodgeknepen of komen ze in regeringshanden terecht. Daarna volgt de raid op de civiele maatschappij. In Hongarije gebeurde dat met de anti-ngo-wetgeving uit 2017, een doorslagje van Russische wetgeving die van ngo’s die buitenlandse financiering krijgen “buitenlandse agenten” maakt. In Hongarije zijn ze ondertussen toe aan de kroon op het werk: de aanval op de academische vrijheid. Zo voerde Orban een penalisatiemechanisme in voor academici die bezig zijn met migratie.’
De doelwitten van autocratische leerling-tovenaars zoals Orban zijn de broodnodige verdedigingslinies tegen democratische erosie, besluit Wouters. ‘Maar onze pers verzuimt wat dat betreft haar plicht: de salonfähigheid van extreemrechts in de media is bij ons totaal. Er is nood aan meer kritische media, die graven in verkiezingsprogramma’s om na te gaan of het VB bijvoorbeeld écht een andere partij is geworden. Een krachtig middenveld dat ijvert voor diversiteit en de rechten van minderheden is ook vitaal voor een democratie, net als onafhankelijke rechters en universiteiten. En dan is er, tot slot, Europa, met het EVRM en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Hun uitspraken roepen soms emotionele reacties op, maar ze zijn wel cruciaal voor de verdediging van onze grondrechten.’
Hendrik Vuye wil zijn collega tegenspreken. ‘Er is veel inhoudelijke kritiek te formuleren op de moraliserende invulling van mensenrechten door het Mensenrechtenhof in Straatsburg. Een streng migratiebeleid wringt niet per se met fundamentele mensenrechten. Er wordt op dit punt heel snel moord en brand geschreeuwd. Bovendien: als de kiezer een migratiebeleid vraagt dat mogelijk op gespannen voet staat met het EVRM, dan kun je dat niet blijvend negeren. Je riskeert dat het EVRM verdwijnt omdat lidstaten eruit treden, wat bijvoorbeeld het VK van plan is.’ Wouters is niet overtuigd. ‘Het EVRM is er gekomen na de verschrikkingen van het nazisme en nadat democratische natiestaten niet bestand waren gebleken tegen het fascisme. Die supranationale constructies zijn in het leven geroepen om ons tegen onszelf te beschermen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier