Waarom de afstand tussen centrumrechts en extreemrechts in Europa afneemt
De totale onderwerping van de Republikeinse Partij aan Donald Trump en het schouwspel bij Forum voor Democratie in Nederland leggen een radicalisering op rechts bloot. Wat is er gaande?
Te veel plotwendingen voor House of Cards, te onnozel voor F.C. De Kampioenen. De deconfiture bij het radicaal-rechtse Forum voor Democratie (FVD) is ongezien in de Nederlandse politiek. Uit gelekte WhatsAppberichten bleek dat de jongerenafdeling van de partij antisemitische en neonazistische denkbeelden koestert. Omdat partijleider Thierry Baudet de jongeren bleef verdedigen, kwam het tot een openlijke breuk met tal van andere kopstukken. In televisiestudio’s kwamen frustraties, beschuldigingen en bedgeheimen aan de oppervlakte. De zeer rechtse en FVD- genegen website Geen Stijl maakte gewag van ‘een angstcultuur waarin antisemitisme welig tiert, nazi’s worden verheerlijkt en rassenongelijkheid wordt uitgelegd vanuit een blanke superioriteit’. In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart zit FVD, vorig jaar bij de Provinciale Statenverkiezingen nog de grootste partij, in een diepe crisis.
Omdat de val van het Avondland maar niet wil komen, raakt een deel van rechts geobsedeerd door complotten en samenzweringen. De andere kant haakt af van die gekkigheid.
Opiniemaker Joshua Livestro
Het loopt wel vaker verkeerd met rechts in Nederland. De Lijst Pim Fortuyn klapte na de moord op haar lijsttrekker in 2002 al snel in elkaar. Rita ‘IJzeren Rita’ Verdonks Trots op Nederland leek in 2010 even op weg om de grootste partij te worden, maar behaalde nooit een parlementszetel. De enige vaste waarde op rechts is de Partij voor de Vrijheid (PVV) van Geert Wilders, die in 2006 voor het eerst in de Tweede Kamer kwam. Maar dat is een partij apart, zegt politiek historicus Koen Vossen (Radboud Universiteit Nijmegen), die er twee boeken over schreef. ‘De PVV telt twee leden: Geert Wilders en de Stichting Geert Wilders. De Stichting Geert Wilders telt op haar beurt één lid: Geert Wilders. Wie bij de PVV gaat, weet dat Wilders geen inspraak duldt.’ Vossen benadrukt dat er in Nederland veel ruimte is voor een fatsoenlijke rechts-conservatieve partij. ‘Veel Nederlanders vinden de PVV te radicaal, te ordinair en economisch veel te links. Er is een enorm potentieel voor een partij die tussen de liberale Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) en de PVV zit: kritisch voor migratie en de EU, maar zonder Wilders’ obsessie met de islam of Baudets nexit-plannen. En toch loopt het voortdurend mis.’
Het Vlaamse oud-Kamerlid Hendrik Vuye, bepaald geen progressief boegbeeld, ziet het met lede ogen aan. ‘Er is in zo veel landen een rechts-conservatieve grondstroom, maar figuren als Baudet slagen er telkens weer in om het te verknallen en dat potentieel onbenut te laten.’ De rechtse opiniemaker Joshua Livestro, die de voorbije twintig jaar zowel voor de Britse Conservative Party, de Nederlandse VVD als de Amerikaanse vicepresidentskandidaat Sarah Palin werkte, is streng voor de rechterzijde. ‘Het grote probleem is dat de val van het Avondland die rechts voorspelt er gewoon niet gekomen is. Onze samenleving is níét ingestort door migratie. Dat verscheurt rechts. Een flink deel weigert die realiteit onder ogen te zien, bijt zich steeds hardnekkiger vast in de theorie ten nadele van de feiten en raakt geobsedeerd door complotten en samenzweringen. De andere kant haakt af van die gekkigheid.’
De eerste fase van de rechtse radicalisering begon volgens Livestro na de aanslagen van 11 september 2001. ‘Toen beweerden bijvoorbeeld Ayaan Hirsi Ali (voormalig VVD-politica, nvdr) en Wilders nog op te komen voor de verlichtingswaarden, die werden bedreigd door Osama Bin Laden en de “linkse meelopers”. Ondertussen is men antiverlichting. Baudet verwerpt de erfenis van vrijheid, gelijkheid en broederschap.’ Volgens Vuye zit de radicalisering overal. ‘Op rechts is ze het meest zichtbaar, met de extremisten in blauw maatpak en bruine schoenen, maar ook op links zie je wat ik noem een morbide aantrekkingskracht van het radicale. Denk aan de zogenaamde arbeiders van de PVDA in het parlement, Extinction Rebellion en Black Lives Matter.’ Hij verwijst naar de Franse filosoof Alexis de Tocqueville (1805-1859) voor een verklaring. ‘In zijn boek Over de democratie in Amerika wees hij op een gemeenschappelijke sokkel van waarden als reden waarom de Amerikanen in die tijd zo weinig extreem waren. Vandaag is dat weg. We delen geen waarden meer en de kloof tussen burger en politiek is groter dan ooit.’
Chinese muur
De afgelopen jaren kwamen wereldwijd radicaal-rechtse politici, die niet vies zijn van ‘alternatieve feiten’ en complottheorieën, aan de macht. Dat plaatst centrumrechtse partijen voor scherpe existentiële vragen. Hoever mogen ze gaan in de ideeënstrijd met radicaal-rechts? Hoe kun je als establishmentpartij toch het anti-establishmentgevoel capteren? In Vlaanderen, zegt N-VA-voorzitter Bart De Wever, staat er een Chinese muur tussen zijn partij en het extreemrechtse Vlaams Belang. Zou hij als historicus beseffen hoe accuraat die metafoor is? De Chinese Muur heeft culturele invloeden van buitenaf nooit kunnen tegenhouden. Livestro ziet het zo: ‘Vlaams Belang is het sleepbootje van de N-VA-tanker. De Wever mag dan de kapitein zijn van het grote schip, het VB bepaalt de koers en de retoriek.’ Het fenomeen beperkt zich niet tot Vlaanderen, stelt Livestro. ‘In de VS heeft de Tea Party de brug geslagen tussen de Republikeinse Partij en georganiseerd extreemrechts. Daar is Trump in 2016 overheen gelopen, waarna hij de partij naar zijn hand heeft gezet.’ Net zo is de Britse Conservatieve Partij gekaapt door een handvol eurosceptische fanatici, die met Boris Johnson een man zonder overtuigingen in het zadel hielpen. Maar ook een liberaal als de Franse president Emmanuel Macron komt in zijn discours over de islam geregeld radicaal-rechts tegemoet.
Er is in zo veel landen een rechts-conservatieve grondstroom, maar figuren als Baudet slagen er telkens weer in om het te verknallen en dat potentieel onbenut te laten.
Hendrik Vuye, oud-Kamerlid
Niet toevallig in Nederland hebben dat soort van vrijages een naam gekregen: de PVV-corvee. VVD-kopstukken als Klaas Dijkhoff en Bente Becker profileren zich nadrukkelijk veel rechtser dan de regering, die al tien jaar wordt geleid door partijgenoot Mark Rutte. Op Facebook targeten ze de PVV-kiezer. Livestro vindt dat geflirt verontrustend. ‘Becker zet migranten en asielzoekers emotie- en gedachteloos neer als halve beesten. Stef Blok, de VVD-minister van Buitenlandse Zaken, ging mee in samenzweringen over omvolking. Het risico op ontsporing, zoals in de VS en het VK, is reëel. De VVD is maar één leider verwijderd van een partij die al die onzin echt gelooft.’
In veel Europese landen neemt de afstand tussen centrumrechts en extreemrechts af. Zo golden de centrumrechtse Oostenrijkse Volkspartij (ÖVP) en de extreemrechtse Vrijheidspartij (FPÖ) lang als erfvijanden, maar zij hebben elkaar de voorbije jaren gevonden in hun identitaire standpunten, zegt Reinhard Heinisch, politoloog aan de Universiteit van Salzburg. ‘We hebben hun programma’s vergeleken. Ze zijn naar elkaar opgeschoven tot het punt waarbij ze nauwelijks nog van elkaar te onderscheiden zijn.’
Bondskanselier en ÖVP-leider Sebastian Kurz is hét prototype van de conservatieve politicus die flirt met extreemrechts. Zo liet hij zich vorige week nog ontvallen dat de tweede coronagolf – die zijn regering maar moeilijk onder controle krijgt – te wijten was aan migranten die het virus in hun geboorteland hadden opgelopen en na de zomer naar Oostenrijk terugkeerden. ‘Kurz is een meester in gemengde signalen zenden naar zijn kiezers’, zegt Heinisch. ‘Zijn statements zijn vaak intentioneel dubbelzinnig, met net genoeg marge in om zichzelf achteraf van extreemrechts te distantiëren.’ Het legt hem geen windeieren: in de peilingen schommelt de ÖVP rond de 40 procent.
In sommige landen heeft centrumrechts extreemrechts gewoon ingehaald. Het duidelijkste voorbeeld is de partij Fidesz van de Hongaarse premier Viktor Orban. Die werd eind de jaren tachtig opgericht als een liberale partij, herpositioneerde zich in de jaren 2000 als een centrumrechtse conservatieve partij en radicaliseerde gaandeweg tot ‘illiberaal’. Bulscu Hunyadi, politoloog bij de Hongaarse denktank Political Capital, situeert het omslagpunt bij de migratiecrisis van 2015. ‘Toen is Fidesz met een regelrechte haatcampagne begonnen tegen migranten. Het is sindsdien hun vaste aanpak: ze kiezen een fictieve vijand zoals de EU of George Soros en stellen die voor als een grote samenzweerder tegen de Hongaarse natie. Het discours van Fidesz over homoseksualiteit en migratie komt letterlijk van extreemrechts. Orban spreekt openlijk over concepten als “etnische homogeniteit”. Dat is geen discours voor een centrumrechtse partij.’
Coronacrisis
Heerste na de overwinning van Donald Trump in 2016 bij zowat elke radicaal-rechtse partij in Europa het idee dat hun tijdperk was aangebroken, dan blijkt de herovering van het Avondland vandaag niet vanzelfsprekend. In Oostenrijk trad de extreemrechtse FPÖ in 2017 toe tot de regering, maar de partij moest al na anderhalf jaar inpakken, toen bleek dat kopstuk en vicekanselier Heinz-Christian Strache bereid was om zijn partij tegen betaling ten dienste te stellen van een Russische oligarch. Ook in Italië lijkt extreemrechts uit koers. Vorig jaar was Lega-voorman Matteo Salvini de gedoodverfde nieuwe Italiaanse premier. Hij stapte in september uit de regering met de populistische Vijfsterrenbeweging, in de hoop bij nieuwe verkiezingen de gunstige peilingen te verzilveren. Tot ieders verbazing vormde de Vijfsterrenbeweging een nieuwe regering met de centrumlinkse Partito Democratico (PD). ‘Salvini heeft de voornaamste regel van de Italiaanse politiek veronachtzaamd’, zegt Daniele Albertazzi, politiek wetenschapper aan de Universiteit van Birmingham. ‘Die luidt: alles is mogelijk. Begin dit jaar verloor hij ook nog de regioverkiezingen in Emilia-Romagna, nadat hij maandenlang van de daken had geschreeuwd dat hij de PD van de macht zou verdrijven. Hij is zijn aura van onoverwinnelijkheid kwijt, en dat heeft hij volledig aan zichzelf te danken.’
Sinds maart heeft extreemrechts er een taaie tegenstander bij: de coronacrisis. ‘Het voornaamste probleem van radicaal-rechts is dat hun narratief gewoon niet past bij deze crisis’, zegt Heinisch. ‘Je kunt “de elites” niet aanvallen, want je hebt dokters en universiteiten nodig om het virus te bestrijden. Je kunt ook de EU niet aanvallen, want die koopt de vaccins aan. Het virus raakt zowel “goede” als “slechte” Oostenrijkers. Dat soort universele boodschap ligt bijzonder moeilijk voor radicaal-rechtse bewegingen, die net baat hebben bij verdeeldheid.’
Bovendien ondergraaft de pandemie de manier waarop radicaal-rechts het politieke spel bedrijft, zegt Angelos Chryssogelos, die als politoloog populisme onderzoekt aan de London Metropolitan University. ‘Radicaal-rechts mobiliseert doorgaans op emoties, bijvoorbeeld rond migratie, en niet op basis van oplossingen of beleidsvoorstellen. Corona is een technische, wetenschappelijke en logistieke uitdaging. Radicaal-rechts kan in dergelijke omstandigheden moeilijk uit de verf komen.’
Tegelijk rijpt bij heel wat centrumrechtse partijen het besef dat het misschien geen zin heeft om nog verder in het opbod ter rechterzijde mee te gaan. PVV-kenner Vossen heeft de indruk dat de VVD het idee heeft losgelaten dat ze die ongeveer 15 procent radicaal-rechtse kiezers nog kan terughalen. Ook in Griekenland lijkt centrumrechts een manier gevonden te hebben om met populisme om te gaan. ‘Ondanks het succes van de populisten heeft de centrumrechtse regeringspartij Nea Dimokratia haar discours nauwelijks aangepast’, zegt Chryssogelos. ‘Dat heeft er natuurlijk ook mee te maken dat Griekenland de migratie niet kan aanpakken zonder Europese steun.’
Het narratief van radicaal-rechts past niet bij deze crisis. Je kunt “de elites” niet aanvallen, want je hebt dokters en universiteiten nodig om het virus te bestrijden.
Reinhard Heinisch, politoloog aan de Universiteit van Salzburg
Of neem Duitsland. Daar schoof de CSU, de Beierse zusterpartij van Angela Merkels CDU, tijdens de migratiecrisis vervaarlijk op naar rechts. CSU-leider Horst Seehofer benadrukte onder druk van de radicaal-rechtse Alternative für Deutschland (AfD) zelfs dat de islam ‘geen plaats heeft in Duitsland’. Maar sinds de CSU twee jaar geleden in Beieren een electorale nederlaag leed tegen de Grünen, is de partij daarmee gestopt. Partijsecretaris Markus Blumen verklaarde die demarche in juni in Die Zeit: ‘ Du kannst ein Stinktier nicht überstinken.‘ Livestro: ‘CDU en CSU hebben beseft dat je het gat met extreemrechts niet kunt opvullen door zelf op te schuiven. Ze richten zich weer op het centrum en breken met de 21e-eeuwe strategie om extreemrechts achterna te lopen. Je zou Angela Merkels uitspraak “Wir schaffen das” als de slogan daarvan kunnen zien. Zo’n alternatief is heel belangrijk. Kijk naar Bart Somers. De Open VLD hangt enkel nog met de vingernagels aan het rechtse kamp, vooral omdat rechts zo is opgeschoven. Somers brengt migratie terug tot een verhaal over individuen en gezinnen: positiever, constructiever en aantrekkelijker.’ Hij zucht. ‘Maar de meeste rechtse partijen zijn niet klaar voor een dergelijke terugkeer.’
Heinisch waarschuwt ook dat die moeilijke periode voor extreemrechts tijdelijk is. ‘Vorig jaar bleek dat 70 procent van de Oostenrijkers vindt dat de overheid niet omkijkt naar gewone mensen. Als de coronacrisis bedwongen is, maar overheden er niet in slagen een antwoord te formuleren op de economische gevolgen ervan, komen de kansen voor radicaal-rechts terug.’ Chryssogelos vergelijkt met de financiële crisis uit 2008. ‘In 2016 was die in de cijfers zo goed als weggewerkt. Toch kozen de Amerikanen voor Trump. In volle crisis stemmen mensen doorgaans niet voor extremen en gaan ze toch liever voor traditionele partijen. Ik verwacht dat deze crisis haar eigen soort populisme zal doen ontstaan.’
De huidige generatie van rechts- populisten is dus zeker nog niet uitgeteld. Bij een interne verkiezing schaarde maar liefst 76 procent van de FVD-leden zich opnieuw achter de omstreden Baudet als partijleider. Dat wijst op een omslag. Waar in de jaren tachtig en negentig radicaal-rechtse politici er net alles aan deden om níét als een neonazi gezien te worden, lijkt een aanzienlijk deel van hen het vandaag bijna wenselijk te vinden als extreem voor de dag te komen. Vlaams Belang haalde Dries Van Langenhove binnen nádat hij berucht was geworden als oprichter van de extreemrechtse club Schild & Vrienden. VB-gemeenteraadslid Carrera Neefs moest de partij verlaten niet omdat ze bloemen had gelegd op het graf van een SS’er, maar wel omdat ze het mediacharter van de partij niet wilde tekenen. Voorzitter Tom Van Grieken leek zich harder te storen aan Neefs’ ‘carnavalsoutfit’ (ze droeg een dirndl) dan aan haar SS-sympathie.
Vuye maakt zich zorgen. ‘Vier jaar brutaliteit leverde Trump 11 miljoen stemmen extra op, Baudet heeft met zijn “boreale” gedachten de grootste ledenpartij van Nederland en Theo Francken, de man van de Marrakesh-crisis, de politiek verantwoordelijke voor de affaire- Kucam, een ex-staatssecretaris voor Asiel en Migratie met slechte terugkeercijfers, is een van de populairste politici van dit land. Dat begrijp je toch allemaal niet meer? Hier kan geen rationaliteit tegenop. Het is niet meer door aan politiek te doen dat je als politicus slaagt. Je kunt beter afgaan in The Masked Singer, zoals Bart Tommelein, dan in Terzake over beleid spreken. Dat is erg, het beïnvloedt de werking van uw instellingen.’ Vuye wijst op het opmerkelijke succes van de wetenschappelijke editie van Mein Kampf uit 2018. ‘Dat is een onleesbaar boek van 50 euro, en toch verkocht het goed. Er beweegt iets onder het wateroppervlak. Daarom spreek ik over de morbide aantrekkingskracht van het radicale. Die politieke radicalisering en het afhaken van de mensen van de politiek kunnen leiden tot het verval van de liberale democratie zoals wij die hebben gekend.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier