N-VA zal in het Europees Parlement moeten kiezen tussen pest en cholera

Bart De Wever, voorzitter N-VA
Kamiel Vermeylen

De Europese verkiezingen van 26 mei zullen het politieke speelveld in het Europees Parlement grondig door elkaar schudden. In tegenstelling tot alle andere Belgische partijen wil N-VA pas na de stembusgang beslissen tot welke fractie het wil behoren.

Op het Europese niveau verenigen politieke partijen uit de 28 lidstaten zich in pan-Europese partijfamilies. Die families zorgen voor een structuur die nauwe samenwerking tussen de verschillende nationale afvaardigingen makkelijker maakt. Omdat actuele politieke thema’s zoals migratie en klimaat grensoverschrijdend zijn, vormen zulke Europese partijen de geschikte structuur om nationale accenten om te zetten in overkoepelende beleidsvoorkeuren.

Pan-Europese families komen vooral tot stand uit een gemeenschappelijke ideologische basis. Zo kennen de traditionele partijen in Vlaanderen hun Europese evenknie in Brussel en Straatsburg. Denk maar aan de Europese sociaaldemocraten (PES – SP.A en PS), de Europese liberalen (ALDE – Open VLD en MR) of de christendemocraten (EVP – CD&V, CdH en CSP). De families vormen normaal gesproken ook fracties in het Europees Parlement, waar ze doorgaans hetzelfde stemgedrag vertonen over de wetsvoorstellen die van de Europese Commissie komen.

Met het oog op de nieuwe Europese Parlementsverkiezingen zit de N-VA in een lastig parket.

Brexit

De N-VA is een buitenbeentje. Haar vertegenwoordigers maken deel uit van de Europese Vrije Alliantie (EVA), een Europese familie die 46 nationalistische, regionalistische en autonome partijen uit een twintigtal lidstaten verenigd. In het Europees Parlement vormt die politieke familie een coalitie met de Europese Groenen. Mark Demesmaeker maakte tussen 2009 en 2014 als enige N-VA-Europarlementslid deel uit van die fractie. Nadien maakte de N-VA de overstap naar de fractie van de Europese Conservatieven en Hervormers (ERC).

Maar met het oog op de nieuwe Europese Parlementsverkiezingen zit de N-VA in een lastig parket. De ERC kijkt namelijk tegen twee scenario’s aan die de N-VA niet erg genegen is. Momenteel kampt de partij vooral met een leegloop. De Finse Partij en de Deense Volkspartij kondigden afgelopen week aan dat ze verkassen naar de nieuwe Alliantie van Naties en Volken (EAPN – Vlaams Belang). In vergelijking met 2014 verliest de fractie zo met zekerheid zes zetels.

Bovendien zorgt het mogelijke uitstel van de brexitdatum voor heel wat onzekerheden. Wanneer de Britten de Europese Unie verlaten – of dat nu voor of na de Europese stembusgang is -, verdwijnen ook de Britse Conservatieven uit de fractie van de N-VA. De Conservatieven, die het weliswaar beduidend slechter doen dan in 2014, zijn momenteel nog goed voor 17 zetels. Daardoor dreigt de fractie zoveel politiek gewicht te verliezen dat ze haast betekenisloos achterblijft.

Toch hoeft het niet per se zover te komen. Er zijn namelijk enkele nieuwe nationale partijen die de komende vijf jaar deel willen uitmaken van de ECR. Zelfs wanneer de Britten vertrekken, zouden die nieuwe partijen het verlies van de Britten, de Finnen en de Denen perfect kunnen opvangen. Op die manier kunnen de zelfverklaarde eurorealisten evenveel politiek gewicht in de schaal blijven leggen in het Europees halfrond.

Probleem is echter het profiel van die partijen. Toegegeven, in elke fractie zit er wel een partij die het niet al te nauw neemt met de huisregels. Ook is de ideologische heterogeniteit op het Europees niveau doorgaans een pak groter dan in de lidstaten. Met afwijkende meningen gaat men in de politieke families pragmatischer om dan op het nationale niveau. Maar wanneer de nieuwe partijen de ECR-fractie zullen vervoegen, dreigt het een wel erg volatiel plunje te worden waar de N-VA liever niet mee wordt geassocieerd.

Bedenkelijke partijen

Momenteel heeft de ECR al enkele bedenkelijke partijen in hun midden. Zo kijkt de Poolse regering (met de PiS aan het roer, nvdr.) tegen Europese vervolging aan omdat ze de rechtstaat ondermijnt. De N-VA, die hamert op haar onafhankelijke positie binnen de politieke groep, stemde er vorig jaar voor om de sanctieprocedures tegen de Poolse regering te starten – en dat tegen de lijn van de fractie in. Daarnaast zijn ook de Zweedse Democraten vorig jaar tot de fractie toegetreden. De komst van de radicaal-rechtse partij was echter niet naar de zin van de N-VA, die tevergeefs tegen de toetreding stemde.

Naast de PiS en de Zweedse Democraten zijn er enkele kandidaat-nieuwkomers waar de N-VA niet meteen op zit te wachten. Zo voeren de Polen momenteel gesprekken met het Spaanse Vox, een relatief jonge en ultranationalistische partij die het erg goed doet in de peilingen. Vox is – nog meer dan de Partido Popular of de Ciudadanos – een fervent tegenstander van het Catalaans onafhankelijkheidsstreven. Op een evenement dat werd georganiseerd door het Poolse ECR-lid Kosma Zlotowski noemde Vox het referendum voor Catalaanse onafhankelijkheid zelfs een regelrechte ‘staatsgreep’. Het is maar de vraag of de Vlaamsgezinde N-VA’ers Geert Bourgeois en Mark Demesmaeker aan dezelfde tafel willen zitten met een partij die onafhankelijkheidsaspiraties op die manier interpreteert.

Ook het Forum voor Democratie (FvD) van Thierry Baudet heeft reeds aangekondigd dat het de ECR-fractie wil bijtreden, naar alle waarschijnlijkheid omdat de concullega’s van de Partij Voor de Vrijheid (PVV) van Geert Wilders al bij de EAPN zitten. N-VA-voorzitter Bart De Wever liet na de verkiezingsoverwinning van de FvD openlijk zijn sympathie voor Baudet uitschijnen. Toch is het maar de vraag of de Vlaams-nationalisten zich kunnen verzoenen met de plannen van Baudet om uit de Europese Unie te stappen. Na de (eventuele) brexit zou een nexit voor de Vlaamse economie en ondernemingen helemaal catastrofaal zijn.

Ten slotte is het niet uitgesloten dat ook de Hongaarse Fideszpartij de ECR zal vervoegen. De partij van Hongaars premier Viktor Orban kijkt net als de PiS aan tegen een Europese sanctiemechanisme omdat het in eigen land de rechtstaat ondergraaft, de rechten van migranten niet respecteert en de persvrijheid structureel beknot. In de Europese Volkspartij loopt er momenteel een schorsingsperiode waarin de Europese christendemocraten onder leiding van Herman Van Rompuy zullen onderzoeken of Fidesz daadwerkelijk de EVP moet verlaten. Wanneer dat het geval blijkt, of Orban kiest zelf het ruime sop, dan mag de ECR zich aan nog een balsturige nieuwkomer verwachten.

Alternatieven

De brexit en tal van bedenkelijke fractiegenoten werpen voor N-VA dus de overweging op of de Europese fractie voor Conservatieven en Hervormers de komende vijf jaar nog wel een interessante verblijfplaats is. Dat de partij nu nog niet wil communiceren over haar Europese koers na 26 mei maakt duidelijk dat ze eventuele alternatieven in het achterhoofd houdt. En die zijn in principe ook beschikbaar. De N-VA flirtte in het verleden op het Europees niveau al meermaals met verscheidene partijfamilies, waaronder de Europese liberalen en de groenen.

De Europese liberalen (ALDE), die het in peilingen erg goed doen, vormen een optie. Probleem is dat men bij de N-VA niet erg hoog oploopt met het eurofederalisme van voormalig premier en huidig fractievoorzitter Guy Verhofstadt (Open VLD). Maar ook omgekeerd is de liefde niet bijzonder groot. In 2014 zat een N-VA-delegatie, waaronder Johan Van Overtveldt, driemaal samen met Verhofstadt om deel uit te maken van de ALDE. Maar wanneer voormalig Brits premier David Cameron – die goed overeenkomt met Bart De Wever – de N-VA een aanbod deed om bij de ECR te gaan, liet die laatste de liberale familie voor wat het was. Dat manoeuvre zijn ze in de kringen van Verhofstadt nog steeds niet vergeten. Bovendien lieten de Europese liberalen vorig jaar de partij van de voormalige Catalaanse minister-president – op vraag van de Spaanse liberale partij Ciudadanos – uit de fractie zetten.

Een toekomst met Verhofstadt is helemaal anders dan een toekomst met Orban.

Daarnaast kan de N-VA eventueel ook bij de Europese Volkspartij gaan. Maar ook daar zijn er nog enkele obstakels. Eerst en vooral is de relatie tussen CD&V-lijsttrekker Kris Peeters en de N-VA verre van optimaal nadat Peeters het bij de gemeenteraadsverkiezingen tegen Antwerps burgemeester De Wever opnam. Bovendien zit ook de Partido Popular, een van de grotere en invloedrijkere partijen binnen de fractie, niet meteen op de komst van onze Vlaams-nationalisten te wachten. De Spanjaarden zijn namelijk allesbehalve opgezet met de manier waarop N-VA’ers de Catalaanse separatisten hebben gesteund bij het onafhankelijkheidsreferendum.

Ten slotte blijven er nog een radicaal-rechtse en een onafhankelijke fractie, met onder meer UKIP en de Italiaanse Vijfsterrenbeweging, over. Maar omwille van evidente ideologische en organisatorische redenen zijn beide opties voor de N-VA allesbehalve een realistische optie. Hoewel er in de komende maanden nog bijzonder veel kan veranderen, ziet het er momenteel dus naar uit dat de partij na 26 mei zal moet kiezen tussen pest en cholera. Vanuit die optiek is het niet onlogisch dat de partij de samenstelling van het nieuwe Europese parlement even afwacht, al geeft ze daarmee de kiezer geen duidelijkheid over haar eigen grenzen. Want een toekomst met Verhofstadt is helemaal anders dan een toekomst met Orban.

Partner Content