Hoe een open ruzie bij de Scottish National Party de Schotse onafhankelijkheid bedreigt
Net op het moment dat een meerderheid van de Schotten zich achter onafhankelijkheid schaart, dreigt de Scottish National Party in onderlinge twisten ten onder te gaan.
Het Schotse nationalisme heeft de wind in de zeilen. Sinds het referendum van 2014, waarbij 45 procent van de Schotten zich voor onafhankelijkheid uitsprak, is de steun voor een onafhankelijk Schotland blijven stijgen. Door de in Schotland uiterst onpopulaire brexit – 62 procent van de Schotten stemde om in de EU te blijven – lijkt de voornaamste drempel weggevallen. In de voorbije zeventien opiniepeilingen (!) sprak een meerderheid van de Schotten zich uit vóór onafhankelijkheid.
En toch rollen ze bij de Scottish National Party dezer dagen vechtend over straat. Steen des aanstoots is een bitter conflict tussen voormalig Schots premier Alex Salmond en huidig premier Nicola Sturgeon. Salmond werd begin 2018 door verscheidene ex-medewerkers beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag. Helemaal verrassend waren die aantijgingen niet: Salmond had binnen zijn partij al lang de reputatie de vleselijke geneugten niet te beperken tot de eigen huwelijkssponde. Maar tegelijk stond hij hoogstens te boek als een wat overjaarse billentikker, en geenszins als het soort seksueel roofdier waarmee de hele MeToo-beweging is begonnen.
Ik had nooit gedacht dat er na Thatcher een Britse premier zou komen die nog meer minachting in Schotland zou opwekken. Boris Johnson is daar wonderwel in geslaagd.
Socioloog Michael Rosie, Universiteit van Edinburgh
De soap begint in januari 2018, wanneer ex-medewerkers een klacht indienen bij de Schotse regering, die net een nieuwe interne procedure voor dergelijke gevallen heeft opgetuigd. In augustus 2018 lekt uit dat de Schotse regering een onderzoek heeft ingesteld. Salmond, die de aantijgingen ontkent, ziet er een complot in vanwege Sturgeon om hem politiek uit te schakelen. Op 24 januari 2019 wordt Salmond gearresteerd voor maar liefst 14 aanklachten van seksuele aard. Maar op 24 maart 2020 wordt hij over de hele lijn vrijgesproken. De rol van Sturgeon in de affaire is onduidelijk. Zo heeft ze meermaals met Salmond over de zaak gesproken. Alleen beweert Sturgeon, die als politicus een bijna neurotische nauwgezetheid aan de dag legt, dat ze zich allerlei gesprekken niet meer kan herinneren. Salmond, die Sturgeon begin januari ervan beschuldigde het parlement te hebben voorgelogen, lijkt vastbesloten om terug het leiderschap van de SNP op te eisen.
‘A bit of a cunt’
Sturgeon was lange tijd Salmonds politieke protegé. Gerry Hassan, die als onderzoeker aan de Universiteit van Dundee meerdere boeken schreef over het Schotse nationalisme, stipt aan dat er al langer spanningen waren tussen de twee machtigste mensen van de SNP. Hij ziet in de eerste plaats een leeftijds- en een genderkloof. ‘Alex Salmond is een mannelijke Schot van de oude stempel’, aldus Hassan. ‘Hij heeft zich ooit laten ontvallen dat Sturgeon “zijn creatie” is. Hij had het idee dat ze een soort dubbelmonarchie zouden vormen, zoals de Britse oud-premiers Tony Blair en Gordon Brown dat hadden gedaan. Maar dat was buiten Sturgeon gerekend.’ Tegelijk ziet Hassan ook karakteriële verschillen. ‘Nicola Sturgeon is berekend en methodologisch’, zegt Hassan. ‘Zij ziet onafhankelijkheid als een middel, niet als een doel. Ze is enorm terughoudend om boude standpunten in te nemen. Salmond belijdt een veel romantischere versie van nationalisme.’
De ruzie is tekenend voor de algehele toestand van de SNP, die zich de voorbije jaren al te behaaglijk in het pluche van de macht heeft neergevlijd. Na veertien jaar onafgebroken regeren, lijkt er bij de nationalisten een zekere metaalmoeheid opgetreden. ‘Het is het typische verschijnsel van een partij die al lang aan de macht is’, zegt Hassan. ‘Er is een zekere gemakzucht onder de regeringsleden, en de onderlinge frustraties borrelen op. De SNP heeft bovendien een enorme partijdiscipline en wordt top-down bestuurd. Dat leidt na verloop van tijd onvermijdelijk tot geruzie.’
In 2014 stemden veel Schotten nog tegen onafhankelijkheid omdat ze de Europese Unie niet wilden verlaten. Maar door de brexit is die redenering nu omgedraaid. ‘In zekere zin is onafhankelijkheid nu de enige kans om terug te keren naar de EU’, zegt Michael Rosie, die als socioloog onderzoek doet naar nationalisme aan de Universiteit van Edinburgh. Ook in de peilingen voor de Schotse parlementsverkiezingen van 5 mei ligt de SNP een straatlengte voor. Bovendien lijkt de Britse premier Boris Johnson niet op de hoogte van het oude Schotse motto Nemo me impune lacessit (‘Niemand tergt mij straffeloos’). De Britse premier is zowat de verpersoonlijking van alles wat Schotten mishaagt aan het Verenigd Koninkrijk: een rijkeluiszoontje dat een soort enggeestig Engels nationalisme bedrijft. Toen Gordon Brown premier werd, beweerde Johnson dat een Schot – Brown werd geboren in Glasgow – nooit premier van het Verenigd Koninkrijk hoorde te worden. Afgelopen november, te midden van een epidemie die de Schotse regering véél doeltreffender aanpakte dan de Britse, noemde Johnson het Schotse streven naar meer autonomie ‘een ramp’. ‘Ik had nooit gedacht dat er na Margaret Thatcher een Britse premier zou komen die nog meer minachting in Schotland zou opwekken’, zegt Rosie. ‘Boris Johnson is daar wonderwel in geslaagd. Hij heeft geen belangstelling voor Schotland, hij geeft niet het gevoel dat hij ons vertegenwoordigt en, om het beleefd te zeggen, he’s a bit of a cunt.’
Geen Plan B
Dat de Scottish National Party ondanks die halve burgeroorlog nauwelijks steun lijkt te verliezen, ligt in de eerste plaats aan de afwezige tegenstand, die vooral sinds de brexit collectief in de touwen hangt. Douglas Ross, de leider van de Schotse afdeling van de Conservative Party, beklaagde zich er onlangs over dat Londen een effectiever pleidooi voor afsplitsing houdt dan men dat ooit in Edinburgh zal kunnen. En ook Labour, ooit de onklopbare partij in de Schotse gebieden, heeft anno 2021 geen idee wat het met de Schotse kwestie aan moet. ‘Labour zit totaal klem’, zegt Michael Rosie, die uit een militante Labourfamilie komt. ‘Wie tegen onafhankelijkheid is, stemt in Schotland voor de Conservatieven. En als je voor het economische beleid bent, kun je evengoed op de Scottish National Party stemmen.’
Toch lijkt Nicola Sturgeon te talmen om een nieuw onafhankelijkheidsreferendum uit te schrijven. Dat heeft natuurlijk te maken met de praktische bezwaren tegen het organiseren van een politieke campagne tijdens een pandemie. Maar tegelijk is ze beducht voor een Quebec-scenario, waar de onafhankelijkheidsbeweging twee referenda verloor en daardoor nu in het slop zit. Bovendien heeft Sturgeon altijd de weg van de geleidelijkheid gevolgd, preciseert Rosie. ‘Ze heeft altijd de strategie gevolgd om steeds meer macht van Londen naar Edinburgh over te brengen, zodat onafhankelijkheid op den duur maar een kleine stap wordt. Maar net die strategie loopt nu vast. Ze beseft dat ze met Boris Johnson nooit een deal zal kunnen maken. Hij zal nooit een nieuw onafhankelijkheidsreferendum toelaten. En er is geen Plan B.’ Tegelijk biedt het premierschap van Johnson een unieke kans, beseft Rosie. ‘Zolang Johnson premier is, bestaat er een vage kans dat de Europese landen zich inschikkelijk tegenover Schotland zullen opstellen, om hem een pad in de korf te zetten.’
Rosie vreest dat de hele onafhankelijkheidsdiscussie dreigt te radicaliseren. ‘Er zijn nu al groepen binnen de onafhankelijkheidsbeweging die beweren dat Nicola Sturgeon een Britse agent is die de onafhankelijkheid probeert te dwarsbomen. Een deel van de onafhankelijkheidsbeweging is, onder andere door de coronacrisis, minder feitentolerant geworden. Je kunt niet uitsluiten dat dat gaandeweg uit de hand zal lopen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier