Hoe Charles Michel zijn oud-collega Mark Rutte een koekje van eigen deeg wilde geven
Nederland wil de komende zeven jaar geen cent meer bijdragen aan de Europese Unie. Maar Raadsvoorzitter Charles Michel en Commissievoorzitter Ursula von der Leyen maken duidelijk dat Mark Rutte daarmee ook zichzelf in het vlees snijdt.
Afgelopen week raakten de staatshoofden en regeringsleiders het maar niet eens over de Europese meerjarenbegroting. Het voorstel van Europees Raadsvoorzitter Charles Michel werd naar de prullenmand verwezen. Sommige lidstaten vonden dat het ambitieniveau van de Europese Unie niet strookte met de manier waarop het geld zou uitbesteed worden. Andere landen, zoals Nederland en Oostenrijk, willen op hun beurt niet meer betalen dan dat ze momenteel doen.
Maar nog voor de top goed en wel voorbij was, circuleerde plots een nieuw voorstel van de Europese Commissie. Met bijkomende besparingen ter waarde van 24 miljard euro hoopte voorzitter Ursula von der Leyen de zuinige lidstaten alsnog over de streep te trekken. Maar die vonden de extra inspanningen onvoldoende, ook al kregen ze daar enkele voordelen voor in de plaats. Uiteindelijk liep de topontmoeting – zoals verwacht – af op een sisser.
Beknibbelen op defensie
Uiteindelijk werd er in de laatste uurtjes nog gretig met de miljarden gespeeld. Wat daarbij vooral opvalt zijn de bijkomende besparingen vlak van Defensie. Net nu de begrotingsbudgetten van andere grootmachten de lucht in schieten en de Europese Commissie geopolitieke ambities koestert, wordt het bedrag naar beneden bijgesteld. Aanvankelijk voorzag de Commissie voor het Europees Defensiefonds (EDF) 13 miljard euro, uiteindelijk blijft er slechts 7 miljard euro over.
Een strategische piqure van Charles Michel en de Europese Commissie naar Mark Rutte
‘Het voorstel om te besparen wekt de indruk dat de nieuwe Europese Commissie toch niet zo ambitieus is als ze beweert te zijn’, vertelt professor Strategische Studies Sven Biscop (Egmont Instituut, UGent). ‘Na een proefperiode met kleinere defensiebudgetten, moest 2021 de doorbraak worden voor een degelijk Europees defensiebudget. Maar daar kwam met het laatste voorstel niets van in huis’, klinkt het.
Militaire mobiliteit
Vooral het budget voor militaire mobiliteit springt in het oog. Met militaire mobiliteit wil de Europese Unie ervoor zorgen dat militair personeel en materieel zonder beslommeringen over de landsgrenzen heen kan bewegen. Denk maar aan bruggen die voldoende gewicht kunnen dragen of eenvoudige administratie aan de grensovergangen. Zeker in crisistijd moeten de legers van de lidstaten sneller dan vandaag kunnen reageren met het doel om buitenlandse mogendheden af te schrikken.
Maar zowel Charles Michel als de Europese Commissie hebben het budget voor die investeringen drastisch teruggeschroefd. Aanvankelijk stelde de Commissie-Juncker een bedrag van 6,5 miljard voor. Het Finse voorzitterschap schroefde de som al terug tot 2,5 miljard. Michel knibbelde er uiteindelijk nog een miljard af tot de Europese Commissie met haar laatste voorstel niets meer van het bedrag overliet.
Waarom draait de Commissie de geldkraan volledig dicht, terwijl ze twee jaar geleden nog met een bedrag van 6,5 miljard euro op de proppen kwam? Het antwoord is tweeledig. Eerst en vooral waren de voorziene bedragen van de Commissie waarschijnlijk té ambitieus in het kader van wat de lidstaten besteden. Anderzijds wilden de Commissie en Michel de zuinige vier een koekje van eigen deeg geven. Zeker Nederland, dat flink op de rem trapt, snijdt met de strenge begrotingseisen ook in het eigen vlees. ‘Een strategische piqure van Charles Michel en de Europese Commissie naar Mark Rutte’, klinkt het in diplomatieke kringen.
Nederland
De Nederlanders dragen militaire mobiliteit namelijk een erg warm hart toe. Binnen het kader van PESCO, een vrijwillig militair samenwerkingsverband, staat Nederland aan het hoofd van een project rond militaire mobiliteit waar ook België deel van uitmaakt. Zo ondertekenden 26 lidstaten eind vorig jaar voor een Europese ‘militaire snelweg’ om troepen en materieel in crisistijd soepel te kunnen verplaatsen op het Europese vasteland. Voor Rutte is dat een belangrijke kwestie. ‘In crisissituaties is het cruciaal dat troepen, Europese én Amerikaanse, snel door Europa kunnen bewegen’, liet Rutte eind vorig jaar in een toespraak aan het Haags kenniscentrum Atlantische Commissie optekenen.
‘Indien de Europese budgetten voor het project daadwerkelijk verdwijnen, dan zou dat binnen de verdragsorganisatie niet goed onthaald worden’
Sven Biscop, professor Strategische Studies (UGent)
‘Amerikaanse troepen’, dat leest u goed. Want ook in het kader van de NAVO staat militaire mobiliteit op Europese bodem hoog op de agenda. Sterker nog, het is het project bij uitstek waarbij de EU en de NAVO in een soms gespannen relatie elkaar goed kunnen vinden. ‘Indien de Europese budgetten voor het project daadwerkelijk verdwijnen, dan zou dat binnen de verdragsorganisatie niet goed onthaald worden’, verduidelijkt Biscop.
Ook op andere vlakken toont Nederland zich letterlijk en figuurlijk de wegbereider van militaire mobiliteit. Zo neemt Nederland binnenkort de leiding over de militaire mobiliteitscomponent binnen de grootschalige NAVO-oefening Defender die in mei zal plaatsvinden, maar waarvan de voorbereidingen reeds begonnen zijn. Bovendien maakt Nederland deel uit van de informele Friends of Military Mobility Group, die landen die niet in de NAVO (Finland) en niet in PESCO (VK, VS en Noorwegen) zitten bij het militair mobiliteitsverhaal probeert te betrekken.
België
Voor Den Haag zijn de strenge eisen in het kader van de Europese meerjarenbegroting dus een dubbeltje op zijn kant. De voorwaarden van Rutte nopen onder meer Charles Michel en de Europese Commissie ertoe om aan te tonen dat schamele uitgaven ook de eigen belangen op termijn kunnen beschadigen. In Nederland zien ze de daling van het budget voor de militaire mobiliteit alvast niet graag komen. ‘Het schrappen van het budget voor militaire mobiliteit komt inderdaad niet overeen met de Nederlandse inzet’, vertelt een Nederlandse diplomaat op voorwaarde van anonimiteit aan Knack.
Maar ook in België, dat deel uitmaakt van het PESCO-project dat Nederland aanstuurt, worden de besparingen niet noodzakelijk geapprecieerd. Te meer omdat België onder meer via de Haven van Antwerpen betrokken is bij het transport van Amerikaanse troepen en materieel die naar andere lidstaten doorreizen. ‘Als transitland tussen de Verenigde Staten en Oost-Europa kan België rekenen op Europese steun om dual use infrastructuur (voor zowel civiel als militair transport, nvdr.) in orde te maken’, klinkt het binnen defensiekringen.
Het wordt afwachten of Mark Rutte bij de volgende besprekingen over de Europese meerjarenbegroting tot toegevingen bereid is. ‘Ursula von der Leyen zei letterlijk: “We will stay transatlantic and we have to become more European“. En ik onderschrijf dat’, aldus Rutte in zijn toespraak aan de Atlantische Commissie. Wil de Nederlandse premier die ambities ook in de praktijk omzetten, dan zal er de komende zeven jaar wel budget nodig zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier