Helena Dalli
‘Geweld tegen vrouwen moet overal in Europa strafbaar worden gesteld’
Op Internationale Vrouwendag komt de Europese Commissie met een wetsvoorstel dat in alle EU-lidstaten gemeenschappelijke minimumnormen invoert inzake preventie, bescherming, slachtofferhulp, toegang tot de rechtspraak, en samenwerking en coördinatie van diensten, zegt eurocommissaris Helena Dalli.
Geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld treffen alle sociale groepen en komt in alle EU-landen nog te veel voor. In 2019 werden in de Europese Unie 178.000 seksuele misdrijven door de politie geregistreerd (Bron: Eurostat). Meer dan een derde waren verkrachtingen.
Toen de covid-19-pandemie uitbrak, werden we ons bewust van een andere pandemie die zich even snel verspreidde, zowel in België als in andere lidstaten van de EU: de toename van geweld tegen vrouwen. In Vlaanderen alleen al steeg dat tijdens de tweede week van de eerste lockdown met 70 procent.
Dat is gewoon onaanvaardbaar. Elk slachtoffer is er één te veel. Maar zelfs vandaag de dag is er nog steeds sprake van inadequate reacties op gendergerelateerd en huiselijk geweld. Het is waar dat deze vormen van geweld soms moeilijk te begrijpen, te formuleren en uit te leggen zijn. Hoewel ze bestaan, zijn de rechtsbeschermingssystemen en reactie-instrumenten niet onfeilbaar. Het gevolg is dat veel slachtoffers van verkrachting nog steeds geen adequate steun of bescherming krijgen van het rechtssysteem.
De coronapandemie zette aan tot actie: er moesten nieuwe communicatiemiddelen ontwikkeld worden voor slachtoffers die tijdens de lockdown de facto in de val zaten met hun misbruikers, en essentiële institutionele waarborgen moesten heruitgevonden worden. Nu is het moment aangebroken om te bekijken of deze nieuwe werkmethoden een vast onderdeel moeten worden van onze strategieën ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.
Veel lidstaten hebben al actie ondernomen, zoals het opzetten van 24/7-hulplijnen, bewustmakingscampagnes in apotheken en het vergroten van de opvangcapaciteit. In sommige lidstaten worden de helpdesks als essentiële diensten erkend, zodat zij ondanks de door de pandemie opgelegde beperkingen kunnen blijven functioneren. Deze maatregelen zijn goed en positief, maar volstaan niet. We moeten onze preventieprogramma’s verder versterken en de dienstverlening verbeteren door minimumcriteria vast te stellen voor het hele grondgebied van de EU.
Geweld tegen vrouwen moet overal in Europa strafbaar worden gesteld.
Geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld zijn verderfelijk. Zoals we allemaal weten, gebeurt dit niet enkel in de openbare en de privésfeer, maar ook online. Online geweld tegen vrouwen heeft zich exponentieel verspreid. Uit een recent onderzoek van Plan International waarbij 14.000 meisjes wereldwijd bevraagd werden, blijkt dat maar liefst 58 procent te maken heeft gehad met online pesterijen en misbruik. Maar al te vaak blijven de daders ongestraft.
In de strijd tegen dergelijk geweld is het Verdrag van Istanbul van de Raad van Europa het meest doeltreffende internationale rechtsinstrument dat op dit moment van kracht is. Op het moment van mijn schrijven hier, hebben zes EU-lidstaten het nog steeds niet geratificeerd.
De Europese Commissie blijft zich inzetten voor de ratificatie van het Verdrag, maar het gebrek aan een vooruitzicht op een akkoord in de Raad heeft ons ertoe aangezet een eigen wetgevingsvoorstel uit te werken ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.
Op 8 maart 2022, Internationale Vrouwendag, komt de Europese Commissie met een wetsvoorstel dat in alle EU-lidstaten gemeenschappelijke minimumnormen invoert inzake preventie, bescherming, slachtofferhulp, toegang tot de rechtspraak, en samenwerking en coördinatie van diensten.
Wij stellen voor dat geweld tegen vrouwen, met inbegrip van online geweld zoals het zonder toestemming delen van intieme beelden, video’s en/of audiobestanden, alsook bedreigingen daarmee, en verkrachting, waaronder penetratie zonder toestemming valt, strafbaar worden gesteld.
Zodra deze nieuwe wetgeving is aangenomen, zal het verplicht zijn om specifieke telefonische hulpdiensten voor slachtoffers van geweld op te richten. Deze maatregel zal nog worden versterkt door de instelling van éénzelfde nummer voor de hele EU – 116 016 – dat slachtoffers zal doorverwijzen naar de bevoegde autoriteiten en diensten, waar zij zich ook in de EU bevinden.
Met dit voorstel kunnen we een verschil maken voor vrouwen in de hele EU. Daar ben ik van overtuigd. Het enige wat we nodig hebben is de instemming van het Europees Parlement en de Raad. De recente explosie van gendergerelateerd geweld moet de lidstaten ertoe aanzetten snel tot een akkoord te komen, zodat vrouwen en meisjes zo goed mogelijk beschermd zijn tegen gewelddadig seksistisch gedrag dat hun waardigheid en rechten schendt. Ik hoop het met heel mijn hart.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier