Frankrijk en Duitsland nemen het initiatief, maar wat doen Nederland en Italië?
Angela Merkel en Emmanuel Macron hebben het debat over het Europese herstelfonds voor de coronacrisis maandagavond nieuw leven ingeblazen. Hun voorstel omvat voor elk wat lekkers, al zullen velen ook een bittere pil moeten slikken.
Maandagavond deden Frans president Emmanuel Macron en Duits Bondskanselier Angela Merkel hun voorstel voor een Europees herstelfonds voor de coronacrisis uit de doeken. De twee proberen een landingszone te zoeken voor de moeizame onderhandelingen van de afgelopen maanden waarbij de Zuid-Europese lidstaten om Europese obligaties vroegen en de Noord-Europese landen voorwaarden aan leningen wilden koppelen. Het nieuwe Frans-Duitse plan omvat voor elk wat lekkers, al zullen velen ook een bittere pil moeten slikken.
Europese schulden
Wat staat er in het voorstel? Merkel en Macron pleiten ervoor het uitgavenplafond de eerste drie jaar van de volgende meerjarenbegroting (2021-2027) op te trekken van één naar twee procent van het nationale bruto binnenlands product. Dat moet jaarlijks ongeveer 165 miljard opleveren, goed voor een totaalbedrag van 500 miljard euro. De Europese lidstaten moeten dat bijkomende bedrag echter niet uit de eigen begroting ophoesten.
Wel willen Parijs en Berlijn dat de Commissie op de kapitaalmarkten leningen aangaat waar de 27 hoofdsteden indirect garant voor staan. Op die manier komen de leningen niet op de balans van de lidstaten terecht en blijven de schuldratio’s stabiel. Toch heeft het voorstel ietwat weg van de eurobonds waar de afgelopen maanden zo heftig over gediscussieerd werd.
Het verzamelde totaalbedrag moet vervolgens via de Europese meerjarenbegroting verdeeld worden onder de meest getroffen regio’s én sectoren in de Europese Unie. In tegenstelling tot het hulppakket van 540 miljard euro dat de ministers van Financiën van de Eurozone anderhalve maand geleden overeenkwamen, stellen Frankrijk en Parijs voor om het gros van de 500 miljard in de vorm van subsidies uit te delen. Het gaat dus om bedragen die de ontvangers niet moeten terugbetalen.
De persconferentie was nog maar nauwelijks afgelopen en Matteo Salvini en Thierry Baudet gingen in het verzet tegen de voorwaarden die Frankrijk en Duitsland vragen.
Hoewel de specifieke verdeelsleutel voorlopig nog onduidelijk is, lijken Frankrijk en Duitsland hiermee vooral de Zuid-Europese lidstaten tegemoet te komen. Italië en Spanje zijn niet alleen medisch hard getroffen, maar kijken momenteel ook aan tegen enorme verliezen door de implosie van hun uitgebreide toeristische sector.
Bittere pil
Voor die Europese inspanningen vragen Merkel en Macron wel economische hervormingen in de plaats. Zeker voor de regering in Italië, die tijdens eurozonecrisis zware hervormingen moest doorvoeren in ruil voor noodleningen, is dat omwille van binnenlandse politieke redenen geen gemakkelijke pil om te slikken. Meteen nadat persconferentie van Merkel en Macron was afgelopen gingen Lega-voorzitter en voormalig minister van Binnenlandse Zaken Matteo Salvini en de steeds invloedrijkere voorzitter van de Fratelli D’Italia Giorgia Miloni in het verzet. Voor de Italiaans premier Antonio Conte wordt het een hele karwei om het voorstel aan het thuispubliek verkocht te krijgen.
Voor onder meer Nederland – dat de afgelopen weken meermaals heeft gevraagd om conditionaliteit – zijn de voorwaarden voor de Zuid-Europese landen wel een aanzienlijke tegemoetkoming. De afgelopen maanden heeft de Nederlandse regering, vooral bij monde van minister van Financiën Wopke Hoekstra (CDA) meermaals gehamerd op zulke voorwaarden, tot grote weerzin van enkele Zuid-Europese lidstaten. Wel zou premier Mark Rutte (VVD) het Nederlandse verzet moeten opgeven tegen wat hijzelf een ’transferunie’ noemt. Ook in zijn eigen land – de regering-Rutte heeft slechts een meerderheid van een zetel – kijkt de premier tegen aanzienlijke verzetshaarden aan. Net als Salvini en Miloni was Thierry Baudet, voorzitter van het Forum voor Democratie (FvD) er als de kippen bij om het voorstel af te schieten.
Meteen na de voorstelling liet Oostenrijks bondskanselier Sebastian Kurz optekenen dat hij liever leningen in plaats van transfers wil.
Hetzelfde geldt overigens voor Oostenrijk, Finland en Denemarken die samen met Nederland bekend staan als de spaarzame vier. Meteen na de voorstelling liet Oostenrijks bondskanselier Sebastian Kurz op zijn Twitteraccount weten dat hij een vergadering had gehad met de drie anderen om de standpunten op elkaar af te stemmen. Daarbij liet hij meteen optekenen dat hij niet staat te springen voor transfers.
Twee hordes
Kortom, Parijs en Berlijn vragen aan beide kampen in de Europese Unie om water bij de wijn te doen. Een compromis is nog niet voor meteen. De bal ligt in het kamp van de Europese Commissie, die momenteel aan een officieel voorstel werkt dat in de periode rond 27 mei zou worden voorgesteld. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en voorzitter van de Europese Raad Charles Michel zullen de komende tien dagen in samenspraak met alle lidstaten enkele scherpe kantjes van het voorstel proberen te vijlen in de hoop dat het voor iedereen door de beugel kan.
Omdat het herstelfonds bovendien wordt ingekapseld in de Europese meerjarenbegroting moet er nog een tweede – en mogelijk nog moeilijkere – horde worden overwonnen. Aan de vooravond van de coronapandemie op Europese bodem belandde het vorige voorstel van Charles Michel voor het meerjarig financieel kader bij het huisvuil. De lidstaten geraakten het onderling niet eens over de totale grootte van het budget én de manier waarop de centen uiteindelijk moeten worden verdeeld. Door de coronacrisis heeft de meerjarenbegroting weliswaar een hele nieuwe wending gekregen, maar er blijft nog een flinke portie massagewerk nodig om het dossier tijdig goedgekeurd te krijgen.
Andere voorstellen
Naast het voorstel over de economische hervorming kwamen Macron en Merkel met nog enkele andere opvallende initiatieven rond onder meer de Green Deal, de hervorming van de Europese gezondheidszorg en de verdieping van de Europese interne markt. Op vlak van gezondheidszorg pleiten de twee onder meer voor gezamenlijke strategische voorraaden van medisch materieel en bijkomende investeringen in gemeenschappelijke ontwikkeling van vaccins. Ook stellen ze voor om betere Europese coördinatiemechanismen uit te werken met het oog op eventuele toekomstige epidemieën.
Wat de Green Deal betreft willen Parijs en Berlijn het zogenaamde Europese systeem voor emissiehandel (ETS) naar alle sectoren uitbreiden en een minimumprijs voor koolstofdioxide (CO) invoeren. Het ETS werkt aan de hand van een pot uitstootrechten waarmee bedrijven een bepaalde hoeveelheid broeikasgassen mag uitstoten. Wie meer uitstoot moet rechten bijkopen, wie minder uitstoot kan rechten verkopen. In verschillende fases wordt het maximaal aantal rechten teruggeschroefd zodat de prijs ervan volgens de marktwerking duurder wordt. Daardoor zien bedrijven er zich toe genoodzaakt om sneller de omslag te maken naar duurzame energiebronnen.
Tot slot grijpen Frankrijk en Duitsland het moment aan om de interne markt na de nationale grensmaatregelen tegen corona zo snel mogelijk te herstellen en vervolgens te verdiepen op vlak van de digitale agenda, energiesectoren en financiële markten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier