Dit gezin ving vanaf het prille begin Oekraïense vluchtelingen op: hun verhaal na drie weken oorlog

Jaroslaw, Jegor, Yevguenia en Katya © Marc Peirs
Marc Peirs
Marc Peirs Correspondent in Polen.

Met duizenden komen ze er aan, de Oekraïense vluchtelingen op zoek naar gastvrije opvang bij Belgen thuis. Maar hoe loopt het samenleven wanneer er plots een Oekraïense mama met drie kinderen in uw logeerkamer intrekt, in uw living soep eet en in uw badkamer de tanden poetst? Correspondent in Polen Marc Peirs bood bij het prille begin van de oorlog onderdak aan een Oekraïens gezin. Vanuit die eigen ervaring schrijft hij een brief aan alle Belgen die Oekraïense vluchtelingen (willen) opvangen.

Ik schrijf u deze brief in alle bescheidenheid en zonder enige wetenschappelijk – psychologische pretentie. De media zullen de weg naar specialisten zoals kinderpsycholoog Peter Adriaenssens wel vinden. Zulke deskundigen kunnen uitleggen wat dat met een kind doet: moeten vluchten, grote angst ervaren, de hele vertrouwde omgeving in één nanoseconde kwijtspelen. Deze brief is geen draaiboek voor traumabestrijding, wel een verslag van hoe het liep met ‘ons’ gezin.

Even voorstellen? ‘Ons’ gezin, dat is mama Yevguenia Yurchenko (36) met haar zoontjes Jegor (12) en Jaroslaw (10) en dochtertje Katya (7). Op zondag 27 februari belanden ze bij ons, dat zijn mijn echtgenote, schrijfster Maja Wolny, onze dochter Laura (18) en zoon Mauro (14) in het kunstenaarsstadje Kazimierz Dolny in het oosten van Polen.

Het is dankzij de school van Laura dat de evacuatie tot stand is gekomen. Dat zit zo. Laura is leerling van de Paderewski Middelbare School in Lublin, in het oosten van Polen. De school heeft een Erasmus-samenwerking met een school in Lviv in het westen van Oekraïne en met een school in Oldenburg in het noordwesten van Duitsland. Bij de start van de Russische aanval vatten de drie schooldirectrices het plan op om de gezinnen van de leerlingen van de school in Lviv de kans te geven om te vluchten, eerst naar de bevriende school in Lublin en met als eindbestemming de school in Oldenburg.

Jegor is leerling in de bevriende school in Lviv. En dus kreeg Yevguenia ’s ochtends een telefoontje van de schooldirectrice of ze mee wou met de evacuatie: ‘Bedenktijd? Nul. Ik belde heel kort met mijn man Andrzej die al op zijn werk was en hij maande me aan te vluchten.’

Met één valies en voor elk kind een rugzakje trokken Yevguenia en de kinderen naar het treinstation van Lviv. Doel van de reis was de Poolse stad Przemysl. Pas tegen middernacht slaagde Yevguenia er in om een plaats op een overvolle trein te bemachtigen: ‘Ik werd iemand die ik nooit wou zijn. Ik heb mensen met mijn ellebogen weggeduwd om op die trein te geraken.’

Ik werd iemand die ik nooit wou zijn. Ik heb mensen met mijn ellebogen weggeduwd om op die trein te geraken.

Yevguenia

Het werd een trage, lange tocht tijdens de welke de kinderen op hun rugzakje moesten zitten en Yevguenia rechtop staan. Aan de grens moesten ze uren wachten tot de controles voltooid waren. Pas na negen uur ’s avonds mochten ze de trein verlaten. In Przemysl kregen ze enkele uren opvang in een sporthal. Rond vijf uur ’s ochtends kwam de bus die de groep naar de bevriende Paderewskischool in Lublin bracht. Intussen had de directrice bij ouders en leerlkrachten gevraagd wie vluchtelingen wou opnemen. Rond tien uur ’s ochtends stonden we uiteindelijk oog in oog met Yevguenia en de kinderen.

Die zondag stond in het teken van rust, warme maaltijden, lange douches, Disneyfilms voor de jongste kinderen en samen met onze zoon Mauro games spelen voor de oudste, Jegor. Toen vertelde Yevguenia nog niet over haar uitputtende reis. Dat relaas kwam pas de dagen nadien naar buiten in lange, emotionele verhalen. En deze mensen hadden dan nog het geluk meteen na het uitbreken van de oorlog te vluchten. Wie later is gevlucht, zal hoogstwaarschijnlijk met nog grotere massa’s en extreem drukke stations zijn geconfronteerd.

Een prioriteit was contact leggen met echtgenoot en vader Andrzej. Die was uiteraard verheugd te horen dat zijn gezin veilig en wel was. Zelf mag hij Oekraïne niet verlaten, want alle mannen tussen 18 en 60 kunnen op elk moment onder de wapens worden geroepen. Andrzej, van beroep IT-specialist, is al vrijwilliger bij de ’territoriale brigades’, een curieuze mix van reserveleger en civiele wacht. Of, hoe en wanneer Yevguenia en de kinderen hun man en vader gaan terugzien is een open vraag. ‘Poetin heeft geen idee waar hij aan begonnen is,’ zegt een strijdvaardige Yevguenia, ‘want onze mannen gaan nooit stoppen met vechten. Nooit.’

Tweede keer

Een filmtip: La Vita è Bella. Een vader wordt samen met zijn zoontje afgevoerd naar een nazikamp dat hij, om zijn zoontje te ontzien, als een vakantiekamp presenteert. Iets soortgelijks had Yevguenia gedaan. Aan de jongste kinderen was de vlucht voorgespiegeld als een reis. ‘We gaan nieuwe landen bezoeken en nieuwe vrienden maken’, zo vertelde de kleine Katya enthousiast.

Maar langzaam sijpelde bij Katya en broertje Jaroslaw het besef door dat deze ‘reis’ niet zo leuk was als eerst gedacht. De vermoeidheid van de lange trip, het missen van hun vader, mama die niet goed schijnt te weten waar en wanneer het gezin verder trekt…: het maakt de kinderen onrustig en prikkelbaar. ‘Over alles maken ze ruzie’, zucht Yevguenia. ‘Wie mag als eerste onder de douche, wie mag met jullie hondje spelen, wie mag tijdens de wandeling voorop lopen… Ze zitten elkaar constant in de haren.’

Ons motto was: niet beginnen met vragen stellen maar dat wel doen wanneer Yevguenia vertelt, bijvoorbeeld hoe dit al de tweede keer is dat ze een nieuw leven moeten uitbouwen. In 2014 woonde het gezin in Loegansk, de omstreden regio in het oosten. Toen kwam daar een gewapend conflict met pro-Russische separatisten. Dat joeg het gezin op de vlucht naar het westers gelegen Lviv. ‘En nu vluchten we weer,’ zucht Yevguenia. ‘Voor de twee oudste kinderen is het al de tweede keer dat ze hun huis, hun vrienden, hun school…àlles moeten achterlaten.’

De oorlog heeft ook haar boezemvriendin van Yevguenia vervreemd. De vriendin koos voor de gemakkelijke weg: ze vroeg een Russisch paspoort aan, bleef in Loegansk wonen en is ook nu nog fan van Poetin. Yevguenia van haar kant gebruikt weliswaar Russisch als eerste taal – haar grootouders waren naar Oekraïne uitgeweken Russen – maar haar hart is 100 procent Oekraïens. Ze ondernam nog enkele pogingen om haar vriendin te spreken, maar dat verzoek viel op een koude steen.

Yevguenia’s boezemvriendin koos voor de gemakkelijke weg: ze vroeg een Russisch paspoort aan, bleef in Loegansk wonen en is ook nu nog fan van Poetin.

Dat Russisch kwam trouwens goed van pas in de communicatie. Mijn vrouw Maja hoort letterlijk tot de allerlaatste Polen die op school verplicht Russisch kregen, de taal van de ‘socialistische broeder’. De twee vrouwen konden dan ook perfect met elkaar communiceren. Dat, beste Belg, is een luxe die velen van jullie niet hebben. Een raad zou kunnen zijn om de media goed te volgen, zodat je ook zonder diep gesprek op de hoogte bent van de gebeurtenissen in het achtergelaten vaderland.

Mijn Russisch is onbestaande maar Yevguenia en ik vonden elkaar door de universele kracht van muziek. Nadat ze me vertelde dat de eerste cd die ze ooit kocht ABBA’s ‘Greatest Hits‘ was, liet ik die vrolijke Zweden zingen tijdens ons bijna dagelijkse glas chardonnay als aperitief. Muziek en wijn leverden me een grote glimlach van Yevguenia op. Zelfs het mierzoete ‘Fernando’ kreeg in deze bizarre dagen een air van sérieux:

I was so afraid Fernando

We were young and full of life and none of us prepared to die

And I’m not ashamed to say

The roar of guns and cannons almost made me cry

We waren, in overleg met Yevguenia, behoedzaam in het kijken naar de tv-journaals. Met name de Poolse nieuwsuitzendingen tonen expliciet, rauw geweld. Alleen wanneer de kinderen onder leiding van Laura of Mauro in de speelkamer zaten, keken we naar de journaals die tonen hoe Oekraïne letterlijk kapotgeschoten wordt maar ook hoe goed de Oekraïense soldaten verzet bieden.

Afscheid

U zal het net als wij aan den lijve ondervinden: de sympathie voor de Oekraïense vluchtelingen uit zich in miljoenen kleine gebaren. Zo organiseerde de school in ons stadje een ’themadag Oekraïne’ zodat de kinderen van vluchtelingen en de lokale schoolkinderen samen konden ravotten. Tegelijkertijd konden de mama’s eindelijk eens enkele uren van quality time voor zichzelf genieten. Of neem Yevguenia’s kleine Jegor. Enkele dagen voor de vlucht speelde Jegor voor het eerst in zijn leven op een schaatspiste. Hij viel, brak zijn bril. Die hangt nu met plakband aan elkaar. Comfortabel is anders. Dus namen we het hele gezin naar een optiekzaak in de buurt. Toen de opticien vernam dat Jegor en zijn gezin oorlogsvluchtelingen zijn, stond zij zonder vragen een korting van dertig procent toe.

Enkele dagen later kregen we opnieuw telefoon van de schooldirectrice: ‘Morgen om middernacht in Lublin komt de bus die de mensen naar Oldenburg zal brengen. Ginder zullen ze internationale bescherming (het vroegere ‘politiek asiel’) krijgen.’

Prompt begint Yevguenia, die tot nu toe nooit een Duitser in levende lijve zag, koddige vragen te stellen: of het klopt dat Duitsers zo hard werken, of ze streng-protestants zijn en of het waar is dat ze danig op netheid zijn gesteld. Wanneer ik dat laatste bevestig, heft Yevguenia een waarschuwend vingertje naar Jegor, Jaroslaw en Katya. In de handen van dat onbekende Duitse volkje zal het gezin de komende dagen en weken zijn lot moeten leggen.

Toen de opticien vernam dat Jegor en zijn gezin oorlogsvluchtelingen zijn, stond zij zonder vragen een korting van dertig procent toe.

De laatste avond, het laatste diner, de laatste Disneyfilm voor de kinderen: ‘Ratatouille’, over de rat die chef-kok wil zijn. Om elf uur vertrekken we naar Lublin. Weer zit het leven, het hele hebben en houden van Yevguenia en de kinderen in de ene valies en de drie kleine rugzakjes. De bagage wordt in de bus geladen. Het is laat en koud, de kinderen zijn moe.

Jaroslaw en Jegor kijken wezenloos voor zich uit, kleine Katya huilt. Ze zien er zo miserabel uit dat we ze niet om een afscheidsfoto vragen. Yevguenia en wij zweren een dure eed: ‘Na de oorlog komen jullie terug, niet langer als vluchteling maar als toerist’. Na de oorlog. Wie weet wanneer dat zal zijn?

In gedachten verzonken rijden Maja en ik terug naar huis. We kruisen een klein konvooi met wapentuig, op weg naar het oosten, mogelijks naar het front. Het is zo’n typische wolkenloze Poolse nacht met onbelemmerd zicht op de sterren. Ik zing zachtjes het nog altijd mierzoete ‘Fernando’ van ABBA:

The stars were bright, Fernando

They were shining there for you and me

For liberty, Fernando

Partner Content