Vrije Tribune
‘Europa na de Brexit: is er nog een toekomst voor het Europees project?’
‘Welke toekomst heeft de Europese Unie nog’, vraagt Siebo Janssens van Liberales zich af. Hij houdt een pleidooi voor een vernieuwd kern-Europa.
Met het referendum over de Brexit heeft het Verenigd Koningrijk de EU in een nog zwaardere politieke crisis gebracht dan die waar ze de laatste jaren al in verkeerde. De grote vraag die nu rest is welke toekomst de EU nog rest, tenminste als EU van de 27 staten (of meer?).
In de laatste jaren zagen we de bereidheid tot onderlinge solidariteit tussen de lidstaten steeds verder afkalven, en zeker van de bereidwilligheid om noodzakelijke bevoegdheden aan de EU af te staan. Neem de vluchtelingenkwestie – ik gebruik het woord crisis liever niet want het gaat om mensen die naar Europa komen met hun dromen en idealen die ze hopen te realiseren in Europa – daarbij kunnen wij heel duidelijk zien dat de solidariteit tussen de lidstaten ver te zoeken is en er alleen iets als “cherry picking” bestaat.
‘Europa na de Brexit: is er nog een toekomst voor het Europees project?’
Het gros van lidstaten – en vooral de oostelijke lidstaten – zien niets in een ruimhartige opname van vluchtelingen. In tegendeel, ze negeren iedere oproep voor een meer gemeenschappelijk asiel- en vluchtelingenbeleid, terwijl ze zelf fors worden ondersteund door de verschillende fondsen van de EU.
Solidariteit lijkt voor deze Oost-Europese landen dan ook een ver-van-mijn-bed show. De consequenties voor de EU zijn meer dan duidelijk. In de feiten is van een coherent asiel- en migratiebeleid geen sprake. Maar niet alleen de Oost-Europese lidstaten van de EU hebben moeite met solidariteit binnen Europa, ook landen als Frankrijk, Nederland en Oostenrijk willen ondertussen niet meer weten van een ruimhartig, humaan en gemeenschappelijk vluchtelingenbeleid. Oostenrijk en Nederland hebben dat nochtans in het verleden wel gevoerd.
‘Is de angst voor extreemrechts een goede reden om de EU verder te verzwakken en voor verdeeldheid te zorgen onder de lidstaten?’
Het valt op te merken dat anders dan in de meeste Oost-Europese landen er in Frankrijk, Nederland en Oostenrijk verkiezingen zitten aan te komen. Frankrijk en Nederland houden die in 2017 en Oostenrijk zelfs al in oktober 2016. In alle drie deze lidstaten staat extreemrechts al voor de deur. De leiders van deze drie landen wijzen er dan ook onophoudelijk op dat – naar hun idee – nog meer vluchtelingen toelaten enkel in de kaart speelt van extreemrechts.
Maar is de angst voor extreemrechts een goede reden om de EU verder te verzwakken en voor verdeeldheid te zorgen onder de lidstaten? Met die argumentatie lijken de drie landen toe te geven en maken ze een zelf vervullende profetie dat de weerbare democratie niet zo weerbaar is. Uit angst lijkt men liever politieke zelfmoord te willen plegen en laat men Europa en zijn inwoners aan het populisme over.
Verder aanmodderen?
Maar wat zijn de alternatieven en de mogelijkheden om een steeds verder versnipperde en ontsolidariserende EU toch nog als politieke en economische actor van enige waarde op de wereldkaart te behouden? Verder aanmodderen met 27 landen, waarvan een aantal de verbroederende gedachte ongenegen blijken te zijn, heeft geen zin. Dit kan enkel een verdere verzwakking van de EU en haar instituties tot gevolg hebben. Het is in feite ook niet mogelijk om landen tot solidariteit binnen de EU te dwingen.
Een mogelijke oplossing voor deze impasse ligt in het Idee voor een ‘kern-Europa’. Dit werd voor het eerst midden jaren ’90 door de twee Duitse christendemocratische politici Wolfgang Schäuble en Karl Lamers in de discussie geworpen. Hun plan was destijds om die lidstaten die een verdere supranationale ontwikkeling van de EU voorstonden samen te brengen in een soort kern die op verschillende beleidsterreinen nauwer politiek en economisch zou gaan samenwerken.
Dat idee werd destijds – net na het einde van het Oostblok – niet met open armen ontvangen. Veel Europese Politici dachten dat het plan zou zorgen voor meer Duitse invloed binnen de EU, eerder dan om de ontwikkeling van een coherent Europees beleid. Een ander punt van kritiek was dat bij zo een Kern-Europa de Oost-Europese landen (zo kort na het communisme en met een navenant moeilijk politiek en economisch herstel voor de boeg) niet de kans zouden krijgen tot diepere integratie.
Het derde argument tegen het plan was dat zo een Kern-Europa een soort van een éénmalige beslissing inhoudt. Eens de Kern zou vaststaan zou er waarschijnlijk geen mogelijkheid meer bestaan om later alsnog toe te treden. Als wij anno 2016 naar die argumenten kijken hou ik in feite alleen het laatste punt als kritiek punt over, maar deze mogelijkheid kan men eenvoudigweg voorzien en vastleggen.
‘Een Kern-Europa mag dan niet de droom van de Europese Federalisten zijn, het zou een realistische stap zijn naar een meer federaal gestructureerde EU.’
Een revival van het idee van een Kern-Europa zal als gevolg lidstaten hebben die in een soort “basis-EU” de Criteria van Kopenhagen (1993) en het Gemeenschapsrecht accepteren. De Kern-Europa landen zijn dan lidstaten die in bepaalde opzichten een verdergaande integratie voorstaan en die dus met betrekking tot defensie, het buitenlands beleid, en het vluchtelingenbeleid, bevoegdheden naar de EU zouden overhevelen. De andere lidstaten moeten dan wel de mogelijkheid hebben om op een latere tijdstip tot het Kern-Europa toe te treden, maar zonder de mogelijkheid om er opnieuw uit te gaan. Als die mogelijkheid toch wordt gelaten dan wordt het hele Kern-Europaverhaal er opnieuw een van veel politieke gekrakeel dat neer komt op een steekspel tussen lidstaten om invloed, macht en soevereiniteit. Dit is net wat een Kern-Europa niet mag zijn.
Is een Kern-Europa de oplossing voor de problemen van de huidige EU? Het is zeker niet een oplossing voor alles. Er moeten heel wat zaken worden herbekeken, zowel politiek, economisch als institutioneel. Het Europees project snakt anno 2016 naar moedige stappen als het de Europese Integratie niet verder wil verzwakken of vernietigen. Een Kern-Europa mag dan niet de droom van de Europese Federalisten zijn, het zou een realistische stap zijn naar een meer federaal gestructureerde EU.
Siebo M. H. Janssen is lecturer aan het departement Anglo-Amerikanse Geschiedenis van de Letterenfaculteit van de Universiteit Keulen Keulen. Hoofdpunten van het onderzoek zijn: Europese Vraagstukken, Transatlantische Betrekkingen, Politieke en Constitutionele Geschiedenis en de Politieke Systemen van de BeNeLux en de VS. Kernlid van Liberales.
De Doordenkers van Knack.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier