Et Alors? Het echte verhaal achter de mythe van Mitterrand en Mazarine
‘Et alors’ van Mitterrand en Mazarine is een mythe, die door voortdurende herhaling zichzelf versterkt. Misschien is het eens nuttig de werkelijkheid te reconstrueren.
De poging van Delphine Boël begin deze week om erkend te worden als het vierde kind van koning Albert, was voor commentatoren en opiniemakers aanleiding om de vorst op te roepen minder verkrampt om te gaan met zijn eigen verleden. En vaak wordt dan verwezen naar het welhaast legendarische ‘et alors?’ van François Mitterrand.
Voor wie het écht niet zou weten: ‘Et alors?’ (‘En dan?’) was het antwoord van Mitterrand toen in 1994 het Franse magazine Paris Match aan le président de la République op de man af vroeg of het klopte dat hij een buitenechtelijke dochter had. Naar verluidt was het in Parijse politieke kringen al vele jaren bekend dat François Mitterrand samen met Anne Pingeot, de conservator van het Musée d’Orsay, een dochter had.
Sindsdien is Mitterrands laconieke antwoord op die vraag een van de klassieke quotes uit de moderne geschiedenis. Het is het meesterlijke antwoord van een politicus die superieur neerkijkt op wat socioloog Marc Elchardus ooit ‘de dramademocratie’ noemde: media kloppen iets op tot een drama of schandaal, en dwingen vervolgens iedereen mee te spelen in een scenario dat zich opnieuw volgens de wetten van die media voltrekt. Mitterrand stond daarboven en maakte duidelijk dat hij zich niet schaamde om zijn privéleven.
Bij nader inzien blijkt evenwel dat ‘et alors’ vooral een mythe is. De mythe van Mitterrand en Mazarine, die door voortdurende herhaling zichzelf versterkt. Misschien is het eens nuttig de werkelijkheid te reconstrueren.
Over dat cruciale jaar 1994 bestaat goede lectuur die ‘et alors’ in een heel ander daglicht plaatst. Ten eerste zijn er de memoires van Mazarine zelf. Ze schreef die in 2005, en gaf het boek, meer dan tien jaar na Mitterrands ‘bekentenis’, nog altijd de titel Bouche cousue: dichtgenaaide mond. Mazarine had immers weinig te zeggen over haar eigen leven. Niet alleen haar leven, haar hele identiteit werd bepaald door die oude politicus in het Elysée.
Le dernier Mitterrand van Georges-Marc Benamou is zo mogelijk nog controversiëler. Het is een ooggetuigenverslag van het laatste levensjaar van de oude president, opgetekend door een jonge auteur die Mitterrand zelf met die taak had belast. Toen het boek verscheen, leidde dat tot een schandaal in Frankrijk en tot een breuk tussen de auteur en de clan van Mitterrand: dat hij de zaken zó openhartig zou optekenen, was nu ook weer niet de bedoeling geweest. Had de auteur, in ruil voor de vertrouwelijkheid die Mitterrand hem bood, de oude en eigenlijk al stervende president na diens dood niet een beetje tegen zichzelf kunnen beschermen?
Maar dat heeft Benamou dus niet gedaan, en maar goed ook: zijn relaas is direct, franjeloos, rauw, maar vooral realistisch.
Verzwakte positie
Focus dus op het najaar van 1994. De oude François Mitterrand (1916-1996) bevindt zich aan het einde van zijn tweede ambtstermijn, en het gaat niet goed met hem. Zijn partij, de PS, is hopeloos verdeeld. De grootste kanshebbers om hem op te volgen als president zitten in het rechtse kamp: Jacques Chirac, de burgemeester van Parijs, en Edouard Balladur, de centrumrechte premier met wie de socialistische president andermaal in cohabitation leeft. Mitterrands positie is dus zwakker dan ooit, en de media weten dat ook. Zijn onaantastbaarheid brokkelt zienderogen af. Eerst was er het veelbesproken boek van Pierre Péan, Une jeunesse française, met de onthulling dat hij tijdens de Vichy-periode flink mee had gecollaboreerd, en nu bereikte hem het bericht dat het bestaan van Mazarine zou worden onthuld.
Zijn verleden werd ineens tegen hem gebruikt. Vandaar dat hij van te voren aan Benamou verklapte: ‘Weet u, deze week ga ik aangevallen worden via mijn privéleven.’ Maar Mitterrand onderging de pers niet, en hij had de tegenaanval zelf in handen genomen. Benamou: ‘Hij schatte de risico’s in van deze Opération Mazarine, die tegelijk noodzakelijk maar ook gevaarlijk was.’
Noodzakelijk en gevaarlijk, in de eerste plaats voor François Mitterrand zelf. En veel minder voor zijn dochter Mazarine Pingeot, die op dat moment al twintig jaar was. In het geboortejaar van Mazarine had Mitterrand als kandidaat van ‘la gauche unie’ de presidentsverkiezingen verloren van Valéry Giscard d’Estaing. Hij vreesde toen dat het nieuws van een onechtelijk kind zijn positie als leider van de socialistische partij zou verzwakken. De geheimhouding van het bestaan van Mazarine was voor Mitterrand dus van het begin af aan een zaak van groot persoonlijk en politiek belang.
En dus bepaalt de carrière van François Mitterrand nog van voor haar geboorte het leven van Mazarine Pingeot. Het is François Mitterrand die de plaats van geboorte bepaalt, de plaats waar ze nadien zal leven, die zelfs haar merkwaardige naam kiest. Mazarine is een knipoog naar kardinaal Mazarin, de zeventiende-eeuwse staatsman die de Franse koning voorhield dat het privéleven altijd ondergeschikt was aan het staatsbelang, en van wie in die tijd nog aangenomen werd dat hij een geheime relatie had met de koningin. Niets in het jonge leven van Mazarine zal natuurlijk zijn, of spontaan. Alles is overdacht. Door hem.
Hoe dat leven eruitzag, wordt duidelijk bij de lectuur van Bouche cousue. Echte ‘onthullingen’ stonden er niet meer in. Toen Mazarine haar memoires schreef, wist het Franse publiek al van een aantal ‘pikante’ verhaaltjes: dat ze onder de autobank moest kruipen als ze het Elysée binnengereden werd. Of dat Mitterrand in Souzy-la-Briche een van de kastelen die de Franse staat ter beschikking stelt voor de president, helemaal had laten inrichten voor zijn dochter en haar moeder. Een vast team volledig te vertrouwen gendarmes was met de bewaking belast. Om geen enkel risico te lopen, werden zelfs toeristen die het dorpje toevallig aandeden, met een smoes aangemaand om niet te stoppen, laat staan iets te fotograferen, maar meteen verder te rijden.
Verkozen als president
Maar dat zijn de pittige details. Bouche cousue beschreef het zogezegd banale leven van alledag, en dat werd zo mogelijk nog méér bepaald door de onzichtbare en meestal afwezige vader. Al als kind voelde Mazarine perfect aan dat er dingen niet gezegd mochten worden. Ze wist niet waarom, maar ze besefte het goed. Ze is zeven als ze in 1981 naar de tv kijkt, het huis vol met blije mensen. Allen applaudisseren voor een oude man op de buis, iemand die ze thuis ook regelmatig langs ziet komen. Ze kijkt naar haar moeder. Ze ziet haar onhoorbaar wenen. En niet van geluk. François Mitterrand is namelijk verkozen tot president, hoort ze. Het kind weet niet wat een president is. Ze weet niet waarom de anderen ‘Mitterrand’ zeggen tegen de man die ze op tv ziet. Ze legt de link naar haar eigen bestaan niet. Ze zal later, zoals alle Fransen, moeite hebben om de naam Mitterrand juist te spellen – twéé t’s, twéé r’en.
Bij zijn tweede verkiezingsoverwinning in 1988 bevindt Mazarine, veertien dan, zich in Parijs. ‘Ik vierde op de Bastille de zege van een man die mijn vader niet was, en die verder ging met iets anders te zijn, de overwinning van François Mitterrand, een naam die de mijne niet was en die ik door anderen uitgesproken hoorde worden, alsof hij hen toebehoorde. Die overwinning betekende voor mij (…) dat er weer zeven jaar van stilte volgden.’
Als puber durft ze nauwelijks vriendjes te hebben, want dat betekent iemand toelaten in je privéleven, deelachtig maken aan je geheimen. Haar ‘clandestiniteit’ is tamelijk gruwelijk. Ze weet niet wie van haar klas haar identiteit kent, wie niet. Op een bepaald ogenblik flapt ze eruit dat haar papa ‘president is van de Republiek’: meteen moet ze verschijnen bij de directie. Ook die zit in het complot. Er was weinig ‘et alors’ aan het jonge leven van Mazarine Pingeot.
Million dollarfoto
Maar alles verandert op 21 september 1994. Die dag nemen twee fotografen van Paris Match hun ‘million dollarfoto’: François Mitterrand en Mazarine die samen aan het tafelen zijn. Mitterrand snapt onmiddellijk de draagwijdte van het beeld. Al jaren was het grote geheim van Mazarine bekend bij de Parijse politieke inner circle (zoals ook een aantal mensen in de Wetstraat – maar veel minder dan nu soms voorgehouden wordt – wisten van het bestaan van een dochter van Albert). Maar de pers had altijd gezwegen. Zijn twee septennats of zevenjarige ambtstermijnen lang. Nu verandert dat, en Mitterrand had het zelfs zien aankomen. Hij had het Benamou uitgelegd: ‘Zo zijn de media: ze respecteren de machthebbers, ze houden van hen en koesteren hen, toch zolang ze machtig zijn. Maar nu, in dit klimaat van een fin de règne, kan er meer. De president weet het ook. Hij is er zeker van: binnenkort gaat er eentje durven.’
Vanaf het moment dat Mitterrand weet dat Paris Match niet van plan is zijn primeur te laten liggen, raakt hij ‘geobsedeerd’, dixit Benamou, door dat nieuws, en vooral hoe ermee om te gaan. Hij was ervan overtuigd dat hij iedereen voor moest zijn, dat hij de zaak moest proberen te blussen. Benamou: ‘Un travail, quel travail!’ Mitterrand kwam te weten dat de publicatie gepland was half oktober. Omdat dat hem nog niet echt goed uitkomt, schakelt hij zijn contacten in en slaagt hij erin het grote nieuws drie weken uit te stellen. Het was deze minutieus voorbereide actie, die dan met een even overdacht, en zogezegd laconiek ‘Et alors’ werd afgerond. Het moet een van de mooiste pr-operaties uit de moderne politieke geschiedenis zijn, dat wel.
François Mitterrand kon het voor zichzelf allemaal rationaliseren. Dit zou ‘de tweede geboorte’ van zijn dochter zijn. Mazarine moest hij voorzichtig helpen uit haar haar gouden kooitje te vliegen, de echte wereld in. Dat was de uitleg van de vader. De dochter heeft haar eigen realiteit anders beschreven. Hoe haar vader haar belde: ‘Prépaire-toi.’ Hoe dat simpeler gezegd was dan gedaan, met alle kiosken van Parijs en van heel Frankrijk die zich opmaakten om Paris Match met haar foto zo groot mogelijk te promoten. Hoe van de ene dag op de andere haar leven veranderde.
De eerste twintig jaar van haar bestaan had de politieke carrière van haar vader de contouren van haar bestaan afgebakend, daarna was zij ineens publiek bezit, en deed de pers een beetje met haar leven wat ze wilde. Zo goed als niets bleef nog verborgen; haar liefjes, haar verdriet bij het sterven van haar vader, haar miskraam, de geboorte van haar kinderen. Ze is Paris Match haar hele leven blijven haten. Ze was bekend geraakt door een foto van paparazzi, en paparazzi zouden tot haar leven blijven behoren. Omdat het nu eenmaal zo gelopen was zoals François Mitterrand dat had bepaald. Tot hij het zelf ook niet meer allemaal onder controle had. Behalve zijn eigen mythologie: De Grote President, verheven boven pers en publiek.
Mitterrand zelf had moeite om zijn tevredenheid met de operatie te verbergen. Een mogelijk ongeluk was vermeden, het was hoogstens ‘een gecontroleerde slippartij’. En al erg snel werd duidelijk dat de publicatie in Paris Match, en zijn ingestudeerde reactie erop, niet alleen een voltreffer bleek voor zijn populariteit, maar hem ook de kans gaf om te doen wat hij wellicht al langer had gewild: openlijk een fiere vader zijn van een in zijn ogen bijzonder knappe dochter.
Benamou beschrijft hoe Mitterrand zijn exemplaar van Paris Match telkens opnieuw doorbladert, de artikels nog eens leest, weer de foto’s bestudeert, en goedkeurend monkelt. ‘Die kerels van Match zijn tamelijk correct geweest, niet?’ Hij wist ook wel dat Frankrijk viel voor ‘dat knappe jonge meisje dat wat van Adjani had’. En dus kon hij eindelijk vragen, voor het eerst in twintig jaar: ‘Vinden jullie niet dat ze mooi is?’
Kleine wraak
Niet lang daarna was hij president af. Kort voor zijn dood vroeg François Mitterrand aan Mazarine Pingeot of ze nu ook niet officieel van identiteit wilde wisselen. Nu het hem geen schade meer kon toebrengen, had hij nog graag meegemaakt dat ze haar naam zou veranderen in degene die haar eigenlijk toekwam: ‘Mitterrand’ (ze was trouwens al enige tijd officieel geadopteerd). Haar antwoord tot haar vader: ‘C’est trop tard, ou trop tôt.’ Tot haar lezers: ‘Mijn kleine wraak.’ Vijf jaar nadat Mazarine die zinnen had geschreven, besliste ze desondanks door het leven te gaan als ‘Mazarine Mitterrand-Pingeot.’ Ze was toen al een stap verder in de verwerking van het grote trauma van haar leven: het recht op een eigen bestaan.
De mythe eindigde mooi, de werkelijkheid is wranger. Als Mitterrand al een voorbeeld kan zijn voor Albert, dan in zijn kunde om een mogelijk beschadigend dossier meesterlijk naar zijn hand te zetten. Uiteindelijk – en dat bindt Mazarine met Delphine – leveren de konings- en de presidentsdochter al hun hele leven een strijd met hun identiteit. En ze zien hoe die zich zelfs voortzet in de volgende generatie, en dat willen ze hun kinderen niet aandoen. Want kwetsuren zijn er overal.
Benamou’s relaas toont ook scherp aan hoe moeilijk Danielle Mitterrand het had met de buitenechtelijke dochter van haar man, hoe pijnlijk dat ‘et alors’ ook voor haar was. Net zoals voor de koningin van België, was er voor de vrouw van de Franse president niets terloops aan die publieke erkenning van een kind dat wel van hem was, maar niet van haar. Het was of is een kwetsuur die niet snel geneest.
Zoals Mazarine schreef in de laatste zin van haar boek: ‘La vraie vie commençera peut-être alors.’ Let vooral op het laatste woord. (WP)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier