Walter De Smedt
‘Er zal binnenkort geen plaats meer zijn voor “activistische rechters”, daar zorgt Koen Geens voor’
Strafrechter op rust Walter De Smedt neemt het hervormingsplan van minister van Justitie Koen Geens onder de loep: ‘De laatste hindernis om justitie volledig van de burger te ontvreemden wordt nu genomen.’
N-VA-voorzitter De Wever waarschuwt voor een gouvernement des juges en voor activistische rechters die door hun interpretatie de wet naar hun hand zetten. Het is een losse bewering die veel afkeuring heeft uitgelokt.
Maar dat zal de heer De Wever geen zorg zijn want door deze uitspraak heeft hij intussen zijn doel bereikt: de mensen horen het graag en dat zal in de volgende opiniepeiling zichtbaar worden.
Er zal binnenkort geen plaats meer zijn voor activistische rechters, daar zorgt Koen Geens voor
Maar dat hij tot dergelijke uitspraak komt is niet zonder oorzaak. De vraag wie de macht in en over justitie heeft is een erg belangrijke en actuele vraag. Het hervormingsplan van justitieminister Koen Geens, wat hij ‘de sprong naar het recht voor morgen’ noemt, is tegelijk ook de sprong naar wie dat recht morgen zal toepassen. Zullen dat de zogenaamde activistische rechters zijn?
Gelukkig beseft de brave burger vandaag niet dat zijn justitie hem al lang werd afgenomen. Net daar had het Volk in 1789 wel een Revolutie voor over. Het volk nam toen justitie volledig in eigen handen: het vooronderzoek gebeurde door een jury, de beslissing over de al of niet verwijzing naar de openbare zitting werd door een jury genomen, en ook de beoordeling van schuld en boete gebeurde door een jury.
Maar dat bleek niet de ideale oplossing. Als snel werd het volk vervangen door een beroepsrechter. Dat gebeurde niet zonder waarborgen om het geheel naar de gedachte van ‘Vrijheid, Gelijkheid, en Broederlijkheid’ te laten verlopen. Daarom moest het geheim vooronderzoek in de openbare zitting worden overgedaan, moest de rechter onafhankelijk, onpartijdig en gemotiveerd oordelen, en kon een proces steeds, in beroep, worden overgedaan.
Wat schiet daar nu nog van over? Wat heeft de brave burger intussen prijs moeten geven?
De assisenjury heeft twee wereldoorlogen overleefd, niet niks. Maar wat er nu nog van overblijft is meer schijn dan werkelijkheid.
Eerst kwam de meest eenvoudige maar ook meest doeltreffende ingreep: de niet uitvoering van de rechterlijke veroordeling in strafzaken. Wat staatssecretaris Theo Francken vandaag doet, is niets anders dan wat de achtereenvolgende justitieministers al die tijd ongestoord hebben gedaan: niet uitvoeren. Op aangeven van de eerste advocaat-generaal Yves Liégeois is daar ondertussen trouwens een duidelijke regel voor bedacht: “één er in is één er uit”. Met deze regel hou je het probleem van de vluchtelingen, wat een rechter daar ook kan over beslissen, volkomen in de hand.
Dan kwamen de GAS boetes: wegens de overbevraging van de rechter werd de burgemeester bevoegd én voor de vervolging én voor de beoordeling van de ‘opportuniteit’ van de bestraffing. De grote kritiek evolueerde richting onverschilligheid en de GAS-wet werd uitgevoerd.
De volgende stap was de uitbreiding van de minnelijke schikking. Wat voor kleine misdrijven was bedoeld werd in een mum van tijd op de grootste toegepast. Om deze ingreep mogelijk te maken en de te voorziene parlementaire tegenstand te vermijden werden aangepaste technieken gebruikt: versneden en verscholen in potpourris en onder een andere noemer – aanwending van ‘bijzonder uitzonderlijke omstandigheden’ en vooral ‘vertrouwelijke niet openbare’ behandeling.
De heer Geens heeft nu de laatste hindernis genomen: ‘De sprong naar het recht voor morgen’. Maar deze sprong steunt op een fictie: in zijn nota stelt de justitieminister dat het openbaar ministerie onpartijdig is. Moesten de citoyens van 1789 het horen, ontketenden zij terstond een nieuwe revolutie. Want de procureurs waren les gens du Roy en dat zijn zij nog steeds: de procureurs des Konings.
Omdat de Franse Revolutie het gevolg is van de Verklaring van de Rechten van de Mens en ook onze Grondwet daarop steunt is de bewering van onpartijdigheid van het openbaar ministerie ook in totale tegenstelling met de uitspraak van het Grondwettelijk Hof over de fameuze afkoopwet.
De procureur is niet onpartijdig en kan het niet zijn.
Deze uitspraak, die steunt op onze Grondwet én op de supranationale regelgeving, die dan weer uit de Universele Verklaring komt, stelt het tegendeel en benadrukt dat het openbaar ministerie onder het hiërarchisch gezag van de justitieminister staat. Hierdoor is de procureur verplicht het politiek beleid van de minister uit te voeren, een verplichting die niet geldt voor de rechter: de procureur is niet onpartijdig en kan het niet zijn.
Met het verwerpen van de stelling dat de procureur onpartijdig is, valt dan ook het gehele plan Geens in elkaar. Of dat zou toch moeten.
Er bestaat een groot verschil tussen de emotie die Bart De Wever tot ondoordachte uitspraken drijft en de weloverwogen strategie van Koen Geens die het, zoals het een zakenadvocaat betaamt, heel wat handiger aanpakt. Zelfs de laatste restanten van wat de brave burger ooit in eigen handen had wil Geens nu opruimen: afschaffing van het recht om door een burgerlijke partijstelling bij de onderzoeksrechter, die ook wordt afgeschaft, zich te verzetten tegen een seponering – het zonder gevolg rangschikken van zijn klacht. Ook de Raadkamer, de rechter die beslist of een onderzoek wel volledig en eerlijk is verlopen moet verdwijnen om plaats te maken voor een opportuniteitsbeslissing van de procureur des Konings.
Hoe ziet het recht van morgen er dan wel uit? In het totaalbeeld dat de justitieminister nu op tafel heeft gelegd heeft het openbaar ministerie zowat de gehele actie in strafzaken in handen: de procureur onderzoekt, seponeert of maakt een minnelijke schikking, dagvaardt of niet. Dit alles gebeurt niet alleen op basis van de wettelijke voorschriften, maar evenzeer op grond van een opportuniteitsoverweging die politiek gestuurd wordt door het strafrechtelijk beleid dat de procureur, onder het gezag van de minister, moet uitvoeren. Door de opportuniteitsbeslissing van de procureur die het rechterlijk vonnis vervangt kan de justitieminister zijn strafrechtelijk beleid doorzetten zonder op een afwijkende interpretatie van een zogenaamde activistische rechter te botsen.
Zelfs de laatste restanten van wat de brave burger ooit in eigen handen had wil Koen Geens nu opruimen.
Op het terrein van het strafrecht, en dat is in deze tijden toch een belangrijk terrein, is er dus geen plaats meer voor zogenaamde activistische rechters want die worden vervangen door ‘procureurs van een activistische Koning’.
En de burger? Die mag door toedoen van zijn vertegenwoordigers nadien onderzoeken waar en waarom het verkeerd is gelopen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier