Matthijs De Ridder
‘Er viel in Gent niet omheen te komen: muziek is voor John Zorn muziek in alle mogelijke gedaanten’
Waarin John Zorn en de wonderen van de bagatelle worden bezongen.
Een bagatelle is een niemendalletje dat componisten tussendoor op papier krabbelen, zoals Beethoven bijvoorbeeld deed voor zijn Elise. Dat stuk mag later namelijk zijn uitgegroeid tot een van zijn populairste, voor Ludwig zelf was het maar een bagatel dat hij tijdens zijn leven nooit heeft gepubliceerd.
Bij vele componisten is er zo nu en dan een bagatelle uit de pen gevloeid – als schitterende bijvangst – maar de New Yorkse avant-gardecomponist en jazzsaxofonist John Zorn is er een paar jaar geleden eens goed voor gaan zitten: in drie maanden tijd schreef hij er driehonderd. Eerder deze maand palmde hij de laatste dag van Gent Jazz in om het publiek samen met een stuk of veertig satellieten uit zijn ruime universum, verdeeld over veertien ensembles, kennis te laten maken met de wonderen van de bagatelle.
Spreek dat woord overigens niet uit op zijn Frans maar doe het met het vette New Yorkse accent van Zorn en de niemendalletjes veranderen in een Bag O’Tells, een zak met vingerwijzingen. En die waren er in overvloed.
Er viel in Gent niet omheen te komen: muziek is voor John Zorn muziek in alle mogelijke gedaanten.
Want, ten eerste, wat een geweldig fenomeen is zo’n festival toch. Meer dan wat foodtrucks, bars en de belofte van mooi weer heb je blijkbaar niet nodig om een paar duizend mensen te laten plaatsnemen in een tent om te luisteren naar muziek waarmee zij anders in geen honderd jaar in aanraking waren gekomen.
(Maar ook, o vip, waarom manifesteert u zich altijd net iets te laat, pontificaal in het midden, om dan na enkele minuten totaal uit de context gerukte punkrock het hazenpad te kiezen naar uw eigen tent?)
Daar viel namelijk niet omheen te komen: muziek is voor Zorn muziek in alle mogelijke gedaanten. Van gepolijst tot grillig en van verstild tot oorverdovend. En dus werd het publiek getrakteerd op de heropstanding van het Masada-kwartet, op fluwelen cello’s, sprankelende gitaren, laptops, lyrische én complexe piano’s, maar ook op het lawaai van punkformatie Trigger en het geweld van het door Zorn met ijzeren hand gedirigeerde Asmodeus, met gitaarheld Marc Ribot in de gelederen. Dat was voor sommigen toch even schrikken.
Dat brengt me tot wellicht de belangrijkste vondst in Zorns Bag O’Tells: in een wereld waarin we onze tijd verdelen tussen opportunistisch jobhoppen en onnadenkend bingewatchen waren de Bagatelles een heuse Ervaring. De vorm leek vertrouwd: hoppend van de ene band naar de volgende, bingewatchten we een flink deel van dit megalomane project, maar met opportunisme of onnadenkendheid kwam je niet ver. ‘We weten dat het een uitdaging is’, zei Zorn daar zelf over. Dat viel wel mee. Ware het niet dat de opdracht die hij het publiek gaf ons niet altijd even goed ligt: luister, luister aandachtig, er schuilt echt orde in de chaos.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier