Ewald Pironet

‘Er mag eens een einde komen aan de mythe dat we “de beste gezondheidszorg ter wereld” hebben’

Ewald Pironet Senior writer

De zorg- en verpleegkundigen zijn de ware helden in deze coronacrisis. Krijgen ze morgen eindelijk de omkadering en verloning die ze verdienen en al zo lang braaf vragen?

In 1973 verscheen dit gedicht van de Nederlandse schrijver Gerard Reve:

‘Zuster Immaculata die al vier en dertig jaar/ verlamde oude mensen wast, in bed verschoont, / en eten voert, / zal nooit haar naam vermeld zien./ Maar elke ongewassen aap die met een bord: dat hij/ vóór dit, of tegen dat is, het verkeer verspert, / ziet ’s avonds reeds zijn smoel op de tee vee./ Toch goed dat er een God is.’

Vervang ‘zuster Immaculata’ door Heidi, Bart of de naam van een ander zorgverlener en je komt al dicht bij vandaag. Of het goed is dat er een God is, dan wel een samenleving die nu elke avond om 20.00 uur applaudisseert voor de moedige en onbaatzuchtige zorg- en verpleegkundigen mag u zelf uitmaken, de titel van het gedicht mag in elk geval behouden blijven: Roeping.

Er mag eens een einde komen aan de mythe dat we “de beste gezondheidszorg ter wereld” hebben.

De zorg- en verpleegkundigen die elk dag in volle coronacrisis weer ten strijde trekken zijn de echte helden van vandaag. Zoals collega Ann Peuteman vorige week al in een veel gelezen opiniestuk op Knack.be schreef: ‘Terwijl wij telewerken en ondertussen met een half oog op onze kroost passen, boodschappen laten thuisbezorgen en elke snotterende medemens resoluut ontwijken, brengen zij hun – vaak onmenselijk lange – dagen tussen de zieken en zorgbehoevenden door. Of die nu besmet zijn of niet. Ook in volle coronacrisis stappen thuisverpleegkundigen elke dag weer tientallen huizen binnen. Zonder mondmasker of andere bescherming vaak, want die zijn amper nog voorhanden. Zorgkundigen blijven aan de slag in woonzorgcentra, waar ze de bewoners nu niet alleen helpen met opstaan, wassen en aankleden, maar ook zo goed als hun enige bezoekers zijn.’

Al decennia schreeuwen de zorg- en verpleegkundigen om betere werkomstandigheden en een behoorlijk loon. Dertig jaar geleden ontstond de ‘witte woede’ toen gezondheidswerkers uit de gehandicaptenzorg, bijzondere jeugdzorg en ziekenhuiswereld op straat kwamen om hun eisen kracht bij te zetten. Sinds 1989 zouden ze dat om de zoveel tijd herhalen, meestal op een ludieke manier. Het zijn geen landbouwers, mijnwerkers of metallo’s, van wie iedereen bang was als ze nog eens naar Brussel afzakten. De zorgverleners konden dan wel rekenen op de sympathie van het publiek, veel bereikten ze uiteindelijk niet.

Samen met de Portugezen zijn we de laatsten die een grote zorghervorming nog moeten doorvoeren.

Vlaanderen besteedt zo’n 13 miljard euro aan Welzijn. Maar de noden stijgen en de lange wachtlijsten worden nog langer. Volgens zorgkoepel Zorgnet-Icuro is er 4 miljard euro extra nodig om de noden in de Vlaamse zorg op te vangen. De regering-Jambon trekt er 550 miljoen euro voor uit, maar er wordt ook nog voor 310 miljoen bespaard, bijvoorbeeld in de ouderenzorg, geestelijke gezondheidszorg, revalidatie en preventieve gezondheidszorg. Daarnaast is verpleegkundige al jaren een knelpuntberoep. Daarbij komt dat de zorgsector tegen 2026 46.000 extra mensen nodig heeft. Niemand weet waar we die zullen halen. Uit de internationale RN4CAST-studie blijkt dat we met een gemiddelde bezetting van één verpleegkundige per elf bedden op het niveau van Griekenland of Polen zitten. Het gevolg van die lage bezetting is meer complicaties en een grotere kans op overlijdens.

En dan is er nog het grotere plaatje. Alleen al door de vergrijzing zullen de zorguitgaven in ons land jaarlijks met meer dan 2 procent stijgen. Dat betekent tegen 2040 9,5 miljard euro, in geld van vandaag. Onnodig te zeggen dat we dat geld niet hebben en ons systeem herdacht moet worden. ‘We zijn helaas rijkelijk laat’, gaf minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) al eerder toe. ‘Samen met de Portugezen zijn we de laatsten die een grote zorghervorming nog moeten doorvoeren. In Denemarken heeft dat twintig jaar geduurd. Als we toen waren begonnen, waren we nu klaar geweest.’

Daarbij mag ook eens een einde komen aan de mythe dat we ‘de beste gezondheidszorg ter wereld’ hebben, zoals Vlaamse en federale ministers van Volksgezondheid bij herhaling beweren. De waarheid is dat de Belgische gezondheidszorg al bij al gemiddeld presteert. Er is geen reden ons op de borst te kloppen. Er is al heel veel kostbare tijd verloren gegaan om ons gezondheidssysteem te herdenken en de zorg- en verpleegkundigen beter te omkaderen en betalen. Als de coronacrisis daar eindelijk voor kan zorgen, is ze toch voor iets goed geweest.

Partner Content