Bert Bultinck
‘Er is geen betere springplank voor het klimaatverzet dan het paternalisme van Bart De Wever’
‘De overheid doet exact wat de klimaatspijbelaars nodig hebben om het lang te kunnen uithouden: hun eisen niet ernstig nemen’, meent Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck.
‘Ik moet eerlijk zeggen,’ zei tv-kok Jeroen Meus afgelopen week, ‘ik heb niet echt de ervaring om te werken met die sojabrokken.’ Ondanks zijn veggiereceptje verwees hij in de wekelijkse samenvatting van Dagelijkse kost op zondagavond niet naar de marsen voor het klimaat, waarvan er weer een de straten van Brussel had opgefleurd, een paar uur voor de uitzending. Maar hij maakte de groene transitie wel makkelijker voor de Vlaming die zijn bolognese toch gewoon graag met gehakt eet: ‘Ik vind dat we af en toe ne keer onze blik mogen verruimen en daarvoor openstaan. En dat is echt lekker.’ Meus is geen pastoor van de groene kerk en geen biefstukkenweigeraar, maar de invloedrijkste kok van Vlaanderen doet tegenwoordig wel al eens soja in de mix. Als echte liefde in deze contreien door de maag gaat – en daar valt iets voor te zeggen – dan is dat een teken aan de wand.
Er is geen betere springplank voor het klimaatverzet dan het paternalisme van Bart De Wever.
Het is een culinair detail in een ondertussen zeer gepolitiseerd debat, maar het toont hoe diep het ecologische debat ondertussen is doorgedrongen. De zachte aanpak van Meus – een typisch Vlaamse mix van authenticiteit, bonhomie en opportunisme – is niet de slechtste aanpak. Het kan best dat er radicalen nodig waren die veertig jaar geleden al sojabrokken in kokend water weekten om de groene beweging op gang te trappen, maar als de fundi’s er niet in slagen bredere weerklank te vinden, is hun strijd voor niets geweest. Dat spoort met de boodschappen van Anuna De Wever, de zeventienjarige die deze week voor de vierde keer spijbelt voor het klimaat, en ook zondag de spreekbuis was van 70.000 Belgen. De Wever blijft rustig, positief en helder, en zorgt alleen daarmee al voor een tegengeluid dat opvalt te midden van de tristesse van Twittertijgers en ander zinloos geweld. De frontale aanval is niet haar stijl, ferm is ze wel: ‘Ik vind de reacties van politici een beetje jammer,’ zei ze dit weekend, ‘omdat ik het gevoel heb dat ze nog altijd de urgentie niet inzien.’
Dat klopt helemaal. De overheid doet exact wat de klimaatspijbelaars nodig hebben om het lang te kunnen uithouden: hun eisen niet ernstig nemen. De betogingen sympathiek vinden, maar de plannen niet wijzigen. Vaderlijke complimentjes geven, maar eigenlijk hopen – nee: ervan overtuigd zijn – dat het protest snel overgaat. Geen betere brandstof voor verontwaardiging dan het getreuzel van Joke Schauvliege (CD&V), Vlaams minister van Natuur en kromme redeneringen, die zich warempel ‘gesterkt’ voelde door het protest tegen haar beleid. Geen betere springplank voor verzet dan het paternalisme van Bart De Wever (N-VA), die zijn achternaamgenoot ‘doemverhalen’ in de mond legde – met ‘een religieus karakter’ dan nog. Er worden vandaag te snel en te veel parallellen gelegd met de jaren zestig, maar als er iets overeenkomt met die culturele revolte, dan misschien dit: een onderschatting van hoe diep het protest geworteld is, en van hoe snel de nietsvermoedende arrogantie van politici van vandaag het ‘restafval van de geschiedenis’ van morgen kan worden, om een geliefkoosde uitdrukking van de N-VA-voorzitter te gebruiken.
Geen betere brandstof voor verontwaardiging dan het getreuzel van Joke Schauvliege.
In Terzake van vorige week donderdag, na de vorige spijbelactie, moest zowel CD&V-voorzitter Wouter Beke als Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten naar een heldere boodschap zoeken, terwijl Groen-voorzitster Meyrem Almaci slapend rijk werd. Rutten heeft niet de slechtste kaarten in het ecologische debat – ze kiest veel duidelijker partij voor de transitie dan sommigen van haar collega’s – maar ook zij liep te pletter tegen de hoogdringendheid van de eisen. ‘Het is niet zo dat er helemaal niets is gebeurd’ is niet de beste repliek, zelfs niet als het daarna over zonnepanelen gaat en ‘op een laagdrempelige manier hernieuwbare energie toegankelijk maken’. Beke stamelde nog iets over Limburgse gemeenten die toch goed bezig zijn, maar hoorde het toch vooral in Leopoldsburg donderen. De CD&V blijft alweer achter zonder verhaal.
En wat is eigenlijk dat ecorealisme van de N-VA? Doen alsof je een beetje voor groene maatregelen bent, maar ook een beetje tegen? Enerzijds gezonde lucht, anderzijds VOKA? Het zou een versie van het moedige midden kunnen zijn – niemand wil een groene revolutie die onze economie platgooit – als er enig besef van urgentie was. Maar dat is er niet. Nog altijd niet. We zitten aan week vier.
Dit artikel verschijnt woensdag 30 januari in Knack.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier