Wim Vermeersch
‘Er hangt een onwelriekend rechtvaardigheidsvraagstuk vast aan de opwarming van de aarde’
Op de komende Klimaatconferentie in Parijs zal alle aandacht gaan naar welke emissiereducties de geïndustrialiseerde landen afspreken om de globale temperatuurstijging onder 2 graden Celsius te houden. Maar even belangrijk is wat er met het VN-Klimaatfonds voor ontwikkelingslanden gebeurt, stelt Wim Vermeersch (hoofdredacteur Samenleving en politiek). Want het zijn zij die de vernielende gevolgen van de klimaatopwarming voelen, zonder er zelf aan bijgedragen te hebben.
Dit opiniestuk maakt deel uit van de reeks ‘De Doordenkers van Knack.be‘.
Vorige donderdag ‘vierden’ we Earth Overshoot Day, de dag dat de draagkracht van de aarde overschreden wordt. Sinds eergisteren is de ecologische voetafdruk van de mens dus groter dan de capaciteit van onze planeet om de natuurlijke rijkdommen weer aan te vullen en afvalstoffen te absorberen. In 2000 viel deze ‘feestdag’ nog op 1 november; in 2015 al op 13 augustus.
Onwelriekend rechtvaardigheidsvraagstuk
Het is een zoveelste signaal dat we dringend iets moeten doen aan de uitstoot van CO2, afkomstig van menselijke activiteiten. Het bevestigt het belang van de Klimaatconferentie in Parijs (30 november – 11 december 2015). Daar moeten de geïndustrialiseerde landen drastische én bindende emissiereductiedoelstellingen vastleggen die na 2020 van kracht gaan. Doelstellingen die ook opkomende economieën moeten aansporen om een duurzaam pad te bewandelen.
‘Er hangt een onwelriekend rechtvaardigheidsvraagstuk vast aan de opwarming van de aarde’
Maar minstens even belangrijk zijn de engagementen die in Parijs worden genomen om het VN-Klimaatfonds te financieren, dat in 2009 werd opgericht om ontwikkelingslanden te helpen bij klimaatprojecten. Er hangt namelijk een onwelriekend rechtvaardigheidsvraagstuk vast aan de opwarming van de aarde: rijke en vervuilende landen kennen weinig klimaatrampen en -slachtoffers, daar waar arme en propere landen de volle lading krijgen. Paus Franciscus wijdde in juni zelfs zijn Laudato Si aan dat onrecht.
Arme landen: niet verantwoordelijk voor klimaatverandering…
De meest vervuilende landen zijn genoegzaam gekend: China, de Verenigde Staten, Japan, India, Rusland en Australië. Toch kennen ze relatief weinig klimaatrampen en dus -slachtoffers. Het zijn vooral de fragiele landbouweconomieën, die weinig uitstoten en veel armen tellen, die het hardst worden getroffen door droogte, overstroming of extreme hitte.
Enkele cijfers ter illustratie. De 10 armste landen ter wereld zijn (volgens het IMF): Congo, Zimbabwe, Burundi, Liberia, Eritrea, Centraal Afrikaanse Republiek, Niger, Malawi, Madagaskar, Afghanistan. Hun lage bbp gaat over het algemeen hand in hand met een lage CO2-uitstoot. Kijken we vervolgens naar de 10 meest kwetsbare landen voor klimaatverandering (volgens de ND-GAIN index), dan zien we veel van die landen terugkomen: Somalië, Salomonseilanden, Burundi, Eritrea, Yemen, Papoea-Nieuw-Guinea, Soedan, Gambia, Tsjaad, Mauritania. De overlap is opmerkelijk. Propere armen boeten duidelijk voor vervuilende rijken.
‘Er is storm op komst in Europa, met name een horde klimaatmigranten en nog grotere tragedies aan onze grenzen dan deze die we vandaag aanschouwen.’
Het Afrikaanse continent komt er, zoals zo vaak, het meest bekaaid van af. Volgens het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is Afrika slechts verantwoordelijk voor 4% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, maar voor het continent verwacht men vanaf 2020 tussen 70 en 400 miljoen mensen die te maken krijgen met watertekort door klimaatverandering.
(Er is dus storm op komst in Europa, met name een horde klimaatmigranten en nog grotere tragedies aan onze grenzen dan deze die we vandaag aanschouwen. Wereldwijd staat ons overigens een explosie van klimaatvluchtelingen te wachten: in 2012 waren dat er nog 32 miljoen; in 2050 voorziet het IPCC er zo’n 150 miljoen.)
Water als vriend en vijand
Maar er is meer. Niet alleen bevinden 95% van de klimaatslachtoffers zich in landen die niet de grote uitstoters van broeikasgassen zijn, ook de capaciteit van hun overheden om met natuurrampen om te gaan, verschilt.
In de Verenigde Staten maakten de verschillende overheden samen zo’n kleine 50 miljard dollar vrij om de schade van orkaan Sandy in 2012 te herstellen. 50 miljard dollar. Dat is een derde van het totale bbp van Bangladesh (150 miljard dollar, 2013). U weet wel. Dat laaggelegen en dichtbevolkte land aan de delta van de rivieren de Ganges en de Brahmaputra waar water zowel vriend als vijand is, zowel redding als dood. Dat land dat op korte termijn voor een derde (1/3!) onder water dreigt te komen staan, hoewel zijn CO2-uitstoot per hoofd tot de laagste ter wereld behoort.
Opnieuw spreekt de ND-GAIN index, die naast de kwetsbaarheid van een land voor klimaatverandering ook de capaciteit van haar overheid berekent om ermee om te gaan, boekdelen. Opnieuw kleurt de map rood in het Afrikaanse continent en delen van Azië. De 10 minst capabele landen om met klimaatverandering om te gaan, zijn: Eritrea, Centraal Afrikaanse Republiek, Myanmar, Soedan, Democratische Republiek Congo, Haïti, Tsjaad, Zimbabwe, Equatoriaal Guinea, Congo.
Hoopvolle signalen in de aanloop naar de Klimaatconferentie in Parijs
Voor deze landen is de komende Klimaatconferentie in Parijs met voorsprong de belangrijkste politieke gebeurtenis van 2015. Voor sommigen zelfs letterlijk een kwestie van leven of dood. Zo trokken alle Caraïbische leiders op een recente bijeenkomst van Caricom, de Caraïbische gemeenschap van veertien onafhankelijke landen, gezamenlijk aan de alarmbel. “Als de zeespiegel anderhalve meter stijgt, zal vier vijfde van de Bahama’s zoals we die nu kennen verdwijnen”.
Stilaan valt ook bij de grootste vervuilers de frank, of beter: de dollar en de yuan. In 2014 legden presidenten Barack Obama en Xi Jinping een gemeenschappelijke verklaring af om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Het is de eerste keer dat VS en China de handen in elkaar slaan. Beide landen geraken er stilaan van doordrongen dat een duurzame groei beter is voor hun economie. Het is de eerste keer dat China instemt met een dergelijk akkoord. En dat stemt hoopvol. (India wordt daarentegen stilaan het grote zorgenkind).
‘Een klimaatakkoord kan pas rechtvaardig zijn als ook de financiering dat is.’
De Europese Unie legde reeds eerder een aantal ambitieuze koolstofdoelstellingen vast. De EU-landen zullen op de Klimaatconferentie in Parijs niet zomaar aan de kant worden geschoven zoals in Kopenhagen (2009) het geval was, toen ze – pijnlijk – werden uitgesloten van een ontgoochelend lastminuteakkoord.
Ander positief feit in de aanloop naar Parijs: in juni van dit jaar verbonden de G7-leiders er zich toe tegen het einde van de eeuw hun economieën te laten draaien zonder fossiele brandstoffen. Ook engageerden ze zich om vanaf 2020 jaarlijks 100 miljard dollar in het VN-Klimaatfonds te stoppen.
Vul het VN-Klimaatfonds!
Die laatste belofte is alvast een nieuw en belangrijk element. Dat VN-Klimaatfonds werd opgericht op de Klimaatconferentie van Kopenhagen (2009) om ontwikkelingslanden te helpen bij klimaatprojecten, maar werd pas onlangs geactiveerd en blijft voorlopig schrikbarend leeg. Na de Klimaattop in Lima (2014) werd een kleine 10 miljard dollar gestort; nog een eind weg van de beloofde jaarlijkse 100 miljard dollar. België stortte eind vorig jaar pas, na lang aandringen en als een van de allerlaatsten, zo’n 50 miljoen euro in het VN-Klimaatfonds. Echt van harte ging dat niet.
Een klimaatakkoord kan pas rechtvaardig zijn als ook de financiering dat is. In Parijs moet het G7-engagement van voor de zomer (om vanaf 2020 jaarlijks 100 miljard dollar in het VN-Klimaatfonds te stoppen) in bindende afspraken worden gegoten. Daarvoor is een duidelijk en bindend groeipad nodig dat uitlegt hoe dit zal worden bereikt en dat vastlegt welke rol publieke en private investeringen daarin spelen. Niet eenvoudig.
Hopelijk wordt Parijs op dat vlak geen sof. Anders bestaat het gevaar van onvoldoende klimaathulp voor de kwetsbare landen voor de periode 2020-2035. Anders dreigen de vernielende gevolgen van de klimaatverandering tussen propere armen en vervuilende rijken in de toekomst nog meer ongelijk verdeeld te worden.
Want dat het San Marcoplein in Venetië door het rijzen van de zeespiegel nu al zo’n 100 dagen per jaar onder water staat, is vooral voor toeristen vervelend. Maar dat hele stukken land in Bangladesh overstromen, raakt de levens van miljoenen mensen.
De Doordenkers van Knack.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier