Jazz#Forum, de eerste vergadering die eenheid in de jazzsector moest brengen, is niet de staten-generaal geworden die het aanvankelijk hoopte te zijn.
Jazz#Forum, de eerste vergadering die eenheid in de jazzsector moest brengen, is niet de staten-generaal geworden die het aanvankelijk hoopte te zijn. Daar was de studiedag te pijnlijk voor. Maar verhelderend was hij wel.
Hoe kan de Belgische jazzsector één aanspreekpunt creëren die zijn belangen behartigt? Zijn de gages voor de muzikanten wel schappelijk? Hoe zit het met de spreiding van de podia over Vlaanderen? En hoe krijg je meer en meer ‘kwalitatieve’ aandacht voor de jazz in de pers? Kortom, hoe is het gesteld met – bukken, hier komt Wetstratees – het jazzlandschap in ons land? Met dergelijke vragen bliezen Muziekcentrum Vlaanderen en concertorganisator JazzLab Series vorige week verzamelen in de Brusselse Beursschouwburg.
Een uitstekend idee was dat: de Vlaamse jazzscene is vandaag even prematuur en versplinterd als de pop en het theater twintig jaar geleden. Dat jazzlandschap, moet u weten, verkeert namelijk in een bijna pre-industriële toestand. Er zijn hardwerkende boerenhoven die proberen in de lokale noden te voorzien. Er is een Gentse coöperatie die geen gebrek aan zelfvertrouwen heeft. Er is een Brugse, goed draaiende kolchoz. In Antwerpen gebeuren boeiende dingen maar is het ieder voor zich. En tot onze ontzetting blijkt er in Gent zelfs een prinsbisdom te zijn gevestigd dat in zijn programmering interessant werk levert maar – noblesse oblige – qua communicatie en wereldbeeld volstrekt wereldvreemd wenst te functioneren. In een discussiesessie over publieksverbreding en de media vond de aanwezige prins-bisschop het nodig ‘de kwaliteitspers’ de les te lezen. ‘De mensen krijgen alleen aankondigingen en verhalen voorgeschoteld. Er is geen diepte’, proclameerde Wim Wabbes (Vooruit) vanaf de kansel. Wat hij dan wel wou? ‘Diepe analyses van muziekstukken’, zei hij, en hij streelde zijn gesubsidieerde zegelring. Dat dergelijke analyses, hoe valabel ook, niet de opdracht zijn van de mainstreampers (daar dienen vakbladen en het internet voor) en nieuwsgierige muziekliefhebbers een nog grotere hekel aan ‘die onbegrijpelijke en dus elitaire’ jazz doen krijgen, kon geen bezwaar zijn. Zoals Jan Wauters, gelauwerd sportanalist, het altijd zei: ‘Ach, ach.’
Wat werd nog duidelijk? De organisatoren zijn ontevreden want de onderlinge concurrentie – zowel aan de kassa als bij de subsidiecommissie – is keihard. De muzikanten, talrijk opgekomen trouwens, zijn ontevreden want zij spelen voor middeleeuwse gages. Concreet: 50 à 250 euro bruto per man per concert is de standaard. De journalisten zijn ontevreden geboren, dat is bekend. Of het publiek, u dus, tevreden is over het aanbod, daar werd met geen woord over gerept. Vreemd is dat.
Ter afsluiting hield Luc Mishalle, muzikant én voorzitter van de subsidiecommissie, een opmerkelijk betoog. Mishalle deed een oproep aan de jazzmuzikanten om zich te verenigen, los van de bestaande structuren die musici met een aalmoes wegsturen ’terwijl ze 50 man op de payroll hebben staan’, en om op te komen voor hun rechten. Genuanceerd was dat niet: zijn call to arms negeerde het werk van organisaties die al jaren in de klei ploeteren om de jazz te professionaliseren. Maar het is inderdaad de enige échte manier waarop deze sector volwassen kan worden. Wij zijn erg benieuwd of de muzikanten het voor elkaar krijgen. Als er binnen zes maanden geen tweede editie van het Jazz#Forum onder hún auspiciën komt, zijn ze overgeleverd aan de prinsbisdommen.
Bart Cornand
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier