Elisabeth Lucie Baeten na de column: ‘De media snappen het leven van jonge moeders niet’
Ze begon op 13 maart 2019 met ironisch advies voor ‘de oude, rijke, witte man’ en stopt deze week met de belofte: ‘Wanneer de rust in mijn hoofd terugkeert, zal ook ik terugkeren.’ Wat beroert afscheidnemend columniste Elisabeth Lucie Baeten?
Terwijl ze een druppel snot vanonder haar neus wegveegt, vertelt Elisabeth Lucie Baeten dat ze net van een plotse buikgriep is hersteld. ‘Maar fysiek gaat het nu in elk geval weer beter.’
Tweeënhalf jaar lang verzorgde Baeten in Knack de wekelijkse rubriek Leven in 2019/2020/2021: een handleiding, en sinds dit najaar had ze een column op de cultuurpagina’s. Maar nu kapt ze ermee. De columniste is moe, ze is dringend aan vakantie toe.
‘Mijn zoontje heeft ondertussen zijn eerste verjaardag gevierd, en de vakantie is er nog altijd niet geweest’, schrijft ze deze week in haar voorlopig laatste column. ‘Ik kan ze blijven uitstellen, geld blijven uitgeven aan therapeuten en blijven denken dat vijf minuten meditatie per dag even goed is als een week nietsdoen. Of ik kan beslissen dat ik stop.’
De afgelopen weken schreef u al over slapeloosheid en paniekaanvallen. Heeft de parental burnout ook u te pakken?
Elisabeth Lucie Baeten: Ik denk eerder dat ik aan het ouderschap begonnen ben in een toestand van bijna-burn-out. Daarna was ik helemaal gestresseerd en oververmoeid van ons eerste kind, en dan was ik weer zwanger. Er is nog geen pauze geweest, terwijl ik al naar een rustmoment snak van voor de kinderen er waren. Ik laat mezelf niet echt toe om eraan toe te geven. Ik ben in therapie en ik doe nog veel andere dingen om mezelf erdoor te krijgen. Dat lukt meestal wel, maar ik weet dat het altijd mijn valkuil zal zijn: niet genoeg rust nemen en niet genoeg tijd voor mezelf hebben. Er zijn altijd weer twee weken voorbij zonder dat ik tien minuten alleen ben geweest of zonder dat ik tien minuten stilte heb gehad, en dan begin ik te hyperventileren. Naast twee kleine kinderen opvoeden die niet veel slapen en mijn werk als freelancescenarist kan ik de column er even niet meer bijnemen. Het is al een heel werk om mezelf te zijn.
De manier waarop veel bedrijven werken, is nog altijd afgestemd op mannen van veertig.
Hebt u lang getwijfeld om uw afscheidsmail te verzenden?
Baeten: Op den duur lag ik al vanaf donderdagavond wakker van mijn column, terwijl de deadline pas op dinsdag was. En ik lig sowieso al wakker, van mijn kinderen en alle andere dingen. Een week of vijf geleden begon ik aan stoppen te denken. Ik was van een tot vijf uur ’s nachts aan het malen naast een kind dat eindelijk in slaap was gevallen, en dat klopte niet. Ik heb mezelf toen zeven dagen bedenktijd gegeven en ook na die week bleef ‘stoppen’ het beste antwoord. Het was emotioneel. Ik heb lang gedacht dat ik alles kon combineren, maar nu moet ik toegeven dat het niet lukt.
En dat beschouwen we met z’n allen nog altijd als een nederlaag?
Baeten: Ja. Ergens mee stoppen wordt nog te negatief bekeken. Terwijl het soms de dapperste weg is. Na mijn studies heb ik zeven jaar lang rotjobs gedaan en na de laatste, vlak voor ik als scenariste en columniste aan de slag ging, ben ik in loopbaanbegeleiding gegaan. Een aantal vriendinnen moest toen een reeks vragen over mij beantwoorden – welke karaktereigenschappen passen bij haar en welke niet? – en een vriendin had geschreven dat ‘doorzetter’ niet bij mij paste. ‘Want je stopt altijd zo snel met je jobs.’ Ik was eerst gekwetst, maar toen besefte ik dat ik het er gewoon niet mee eens was. (lacht) Voor mij is doorzetten net wél stoppen met dingen waar je ongelukkig van wordt. Bij de generatie van onze ouders mocht dat niet, nu al wat meer en hopelijk bij de volgende generatie helemaal. Anderzijds: wij zijn wel de generatie met de paniekaanvallen.
Wat ligt aan de basis van uw onrust?
Baeten: Ik weet nog altijd niet zo goed wat er aan de hand is in mijn hoofd, maar ik ben snel overprikkeld. Al van kind af aan. Ik vermoed dat ik hoogsensitief ben. Ik kan in elk geval niet tegen lawaai. Onze dochter huilde de eerste maanden de hele tijd en ik denk dat ik toen mijn grens zo ver heb overschreden dat ik er nog altijd van aan het bekomen ben. Als ik al eens ’s avonds afspreek met vriendinnen, doe ik dat bijvoorbeeld het liefst niet op de Dageraadplaats in Antwerpen, want daar is de kans groot dat er huilende kinderen zijn. Het klinkt onverdraagzaam, ik weet het, en ik hou van kinderen, maar op dit moment triggeren huilgeluiden bij mij nog altijd veel angsten.
Hielp het schrijven van een wekelijkse column u?
Baeten: Het is op veel vlakken goed geweest, ja. Ook op persoonlijk vlak. Schrijven heeft me geholpen om na te denken over de dingen. Het was een houvast en zo kon ik mijn boosheid kanaliseren. Ik word weleens kwaad, vooral als ik ergens onrecht zie, klein of groot. Daar wil ik dan een humoristische draai aan geven. De column was dus bijna een therapie, alleen werd ik ervoor betaald. (lacht) Maar dat maakt het ook zwaarder. Elke week je persoonlijke mening over een onderwerp geven, dat kan lastig zijn. Ik deelde mijn columns bovendien op Instagram. Dat heeft me veel goeds gebracht, maar het betekende ook dat ik me elke week weer openstelde voor (zwijgt even en verlaagt dan haar stem wat) reacties.
Ergens mee stoppen wordt nog te negatief bekeken.
U hebt 11.000 volgers, u kunt ook zonder Knack een publiek bereiken.
Baeten: In het begin was het nog kleinschalig, maar na mijn column over ‘de laatste Zwarte Piet-discussie ooit’ is het vorig jaar ontploft. 11.000 likes! En natuurlijk ook veel bagger, want veel mensen vonden het duidelijk niet de laatste discussie over Zwarte Piet ooit. Ik kreeg er veel stress door. 48 uur aan een stuk heb ik alle comments zitten lezen, met onze pasgeboren zoon op mijn arm. Ik was de hele tijd bang dat iemand racistische bagger op mijn profiel zou plaatsen, want dat wilde ik zeker niet. Sindsdien is het niet meer gestopt.
Kunt u zich nog een leven zonder sociale media voorstellen?
Baeten: Zeker. Even verdwijnen, ik zou niets liever willen. Maar ik heb ook al veel werk gekregen door Instagram. Zo kénnen veel mensen me nu eenmaal. Mensen naar wie ik vroeger zes keer moest bellen om een afspraak vast te kunnen leggen, sturen me nu zelf een privébericht om te horen waarmee ik bezig ben. Dat is de keerzijde van sociale media: ze helpen je om werk te vinden, maar ze bezorgen je ook veel onrust. Al vraag ik me wel af of die volgers een voor een weer zullen verdwijnen, nu er niet meer wekelijks een column online wordt gezet.
Van de cartoonist Gummbah is bekend dat zijn cartoons in duizenden Nederlandse woonkamers en wc’s hangen, uitgeknipt uit de Volkskrant. Hangen er in Vlaanderen veel Elisabeth Lucies aan de muur, denkt u?
Baeten: Van mijn allereerste column, ‘Wat mogen witte mannen eigenlijk nog wel?’, weet ik dat enkele mensen hem in het groot hebben afgedrukt en aan de muur van hun kantoor hebben opgehangen. En ‘Tien alternatieven voor therapie’ hangt bij twee therapeuten op, weet ik. Voor de rest is het vooral een soort digitaal ophangen, vermoed ik.
Hebt u een duidelijk beeld van uw digitale publiek?
Baeten: Heel duidelijk. Ik kan het zelfs tonen in statistieken. (haalt haar telefoon tevoorschijn en klikt een pagina met schijf- en staafdiagrammen open) 90,2 procent van mijn volgers is een vrouw. 58,7 procent is 25 à 34 jaar. En de meesten wonen in Antwerpen, Gent of Leuven.
Knack is zijn brug met de millennials kwijt?
Baeten: Dat wil ik zelf niet gezegd hebben, maar het was wel degelijk de bedoeling om een brug te slaan tussen die twee werelden. Tussen de iets oudere Knack-lezer en de iets jongere Instagramgeneratie, laten we zeggen. (zwijgt even) Wat ik wél graag gezegd wil hebben, is dat veel bedrijven in de media- en televisiesector wel jonge vrouwen willen aanwerven, maar dat de manier waarop ze werken meestal nog is afgestemd op mannen van veertig. Ik weet het: het is nog redelijk nieuw allemaal, dat er jonge vrouwen bijkomen die dan zwanger worden en een ander levensritme willen of moeten aannemen. Maar begin er toch eens aan. Er vallen zo veel vrouwen uit, het creatieve werkleven is totaal niet afgestemd op iemand die pas bevallen is of haar kind om twintig over drie van school moet afhalen.
Wat zou anders kunnen?
Baeten: Vooral in de televisiewereld zijn de werkuren nog altijd afgestemd op mensen met oudere kinderen, of zonder kinderen. Ik wil gerust om halfzeven ’s ochtends beginnen met een brainstorm, maar ik móét om drie uur kunnen vertrekken. Onlangs kreeg ik een uitnodiging voor een brainstorm over een nieuwe fictiereeks, maar toen ik zei dat ik uiterlijk om drie uur weg moest om mijn kinderen op te halen, kreeg ik te horen dat het in dat geval ‘niet meer de moeite’was. Dan snap je toch niet hoe het leven van een jonge moeder eruitziet?
‘Nog wel grappig’, schreef iemand ooit over u. ‘Voor een vrouw.’
Baeten: Dat is ook een running gag tussen mij en Paul (haar broer, schrijver en Knack Focus-columnist Paul Baeten, nvdr), die altijd zegt dat ik zeer getalenteerd ben, ‘voor een vrouw’. (lacht) Mannen worden veel sneller grappig bevonden. Ze hoeven maar een rare smoel te trekken en we liggen al plat. Dus ja, ik vind dat er veel grappige vrouwen zijn die nog niet op tv of elders in de media te zien zijn. Weinig mensen zijn inherent grappig, maar er zitten minstens evenveel vrouwen als mannen in dat selecte groepje. Alleen zijn alle presentatoren mannen en krijgen vrouwen nog altijd minder kansen om te tonen dat ze grappig zijn. ‘Kregen’, moet ik misschien zeggen. Ik blijf altijd hoopvol.
Wat mogen we de komende tijd van u verwachten?
Baeten: Ik werk aan een fictiereeks, samen met Sanne Nuyens (scenariste van onder meer Beau Séjour en De twaalf, nvdr) en Raf Njotea (scenarist van Dertigers, nvdr). Dat is redelijk voltijds nu, want we hebben een deadline te halen. Ik ga een modern sprookjesboek uitbrengen. Ik heb net een webreeks bedacht, samen met Charlotte Vanhecke, met wie ik Loslopend wild gemaakt heb. En ik ben nog een reeks aan het ontwikkelen met Jozefien Daelemans (oprichtster van Charlie Magazine, nvdr).
Maar eerst vakantie, mag ik hopen? ‘600 euro voor een lang weekend in een entertainmentloze shitschuur’, zoals u in een van uw laatste columns schreef?
Baeten: Een week alleen in de stilte, daar droom ik van. Eerst nog een paar weken hard werken en dan trek ik me een week terug in een bos. Alhoewel, een week is misschien wat lang. Twee of drie dagen zal realistischer zijn. Maar vooral: drie weken lang níét werken. Het staat voor de zoveelste keer geblokkeerd in mijn agenda, maar deze keer zal ik het écht niet verzetten.
Elisabeth Lucie Baeten
– Is 30 jaar
– Groeide op in Leuven, woont in Antwerpen met haar man en hun twee kinderen
– Studeerde taal- en letterkunde en culturele studies
– Werkt als freelancescenarist
– Is de zus van schrijver en Knack Focus-columnist Paul Baeten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier