Vrije Tribune
‘Eetgedrag in de bedrijfskantine verander je niet met het vingertje’
Pieter Van Herck, senior adviseur welzijn- en gezondheidsbeleid bij werkgeversorganisatie Voka, heeft zijn bedenkingen bij het Knack-onderzoek over Vlaamse kantines. ‘Bedrijven zetten steeds meer acties op het touw zodat hun medewerkers zich goed in hun vel voelen.’
‘De groenten zitten in de stoofvleessaus’ kopt het Knack-dossier over kantinemaaltijden in scholen, bedrijven en rusthuizen. En daarmee is de toon direct gezet. Doorheen het artikel lezen we ‘niet geslaagd’, ’te weinig’, ’te veel’, ‘moet beter’, … Eén expert stelt los van de Knack-bevraging dat de voedingsindustrie voor ons kiest. Elders kijkt men in de hoofden van alle bedrijven met stellingen zoals ‘een evenwichtige samenstelling van voeding is voor hen van ondergeschikt belang’.
Dat is wat kort door de bocht. Bedrijven zetten steeds meer acties op het touw zodat hun medewerkers zich goed in hun vel voelen. Gezonde voeding is een van de aspecten, dus bieden heel wat bedrijven elke dag fruit aan. Maar ook dat wordt lauw onthaald als ‘de simpelste manier voor een bedrijf’ en zou eerder om imago dan een wezenlijke bijdrage draaien. Het is jammer dat men daarmee voorbij dreigt te gaan aan de positieve vaststellingen uit de bevraging. Gekookte aardappelen, spinazie of spaghettisaus … traditioneel is niet noodzakelijk slecht. Groenten in de saus zijn nog steeds groenten. Ook vegetarisch, lactose- of glutenvrij en halal zijn in opmars. Dat zijn geen kruimels in het gezondheidsdebat. Een expert in gedrag zou moeten weten dat eenzijdige negatieve kritiek niet de manier is om verandering te realiseren.
Vroeg zaaien
Laat ons duidelijk zijn: ons land, inclusief onze bedrijven, moet nog meer inzetten op gezondheidspromotie en preventie. Bij voorkeur door een gezonde levensstijl voorop te stellen vanuit alle mogelijk beleidsdomeinen en samen met alle betrokken partijen: vanuit het onderwijs tot producenten, grootkeukens, werkgevers en werknemers. Met een veertiende plaats, op een totaal van 195 landen, scoort onze land trouwens nog relatief goed op vlak van voeding en gezondheid volgens een recente studie in het vakblad The Lancet. Maar we willen sneller vooruitgang boeken. Zo zou een extra tien procent van onze bevolking dagelijks groenten moeten eten, en een extra twintig procent dagelijks fruit.
Eetgedrag in de bedrijfskantine verander je niet met het vingertje.
In die zin benoemt de Knack-bevraging prioritaire knelpunten. Zoals het feit dat vooral scholen beter zouden moeten doen met slechts veertig procent die de richtlijnen volgt. Of dat meer groenten en fruit in plaats van zoete desserts echt wel aan de orde zijn. Wie op de schoolbanken al vertrouwd geraakt met gezonde dranken en fruit, zal ook in het bedrijfsleven sneller voor een gezond en evenwichtig voedingspatroon kiezen. Ook bedrijven moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Binnen het Voka Charter voor Duurzaam Ondernemen manen ook wij onze leden aan om gezonde voeding op te nemen in het bedrijfsproces.
De tendens die reeds ingezet werd, is hoopgevend. Dat de voedingsindustrie hier ook brood in ziet, bewijst het akkoord dat ze sloot met de Vlaamse overheid en de onderwijskoepels.
Samenwerking
De experten hebben dus gelijk dat we preventief moeten werken via de omgeving, bijvoorbeeld via de cafetaria. Die omgeving bestaat echter uit veel meer dan enkel kennis en een richtlijn. Het gaat over mensen en gedrag. Dat wil zeggen dat je moet inwerken op de volledige cultuur van de organisatie in een school, bedrijf of woonzorgcentrum, met goede voorbeelden, onbewuste nudging in de richting van een evenwichtig voedingspatroon. De rechtstreekse betrokkenheid van het doelpubliek (medewerkers, senioren…) is daarbij een must om ruimere programma’s succesvol te maken, naast de ondersteuning vanuit de directie. Maar bij een vermanende vinger moet je niet verongelijkt zijn dat men goed onderbouwde adviezen niet opvolgt, zoals bij de schoolmaaltijdengids. Samenwerking is de sleutel tot succes.
De rol van de bedrijven, zowel de aanbieders als de afnemers, is daarin cruciaal. Het gaat over voortdurende creativiteit en innovaties zoals fingerfood voor mensen met beperkingen in de ouderenzorg, verrijkte soepen, Good4U labels in scholen voor tieners, een spaarkaartensysteem, infosessies over duurzame voeding, kookateliers, ontdekkingsdagen, het samen onderhouden van een eigen groetentuinbak, enz.
Laat ons samen weerstand overwinnen in plaats van ertoe bij te dragen met overheidsvoorschriften over wat en hoe veel gram we mogen en moeten eten.
Ook de voedingsindustrie is een partner om tot oplossingen te komen. Samenwerking met (binnen)speeltuinen, dierentuinen, festivals, de horeca, (kerst)markten, media, pretparken, retail, drank- en voedingssector en de technologiesector is even onmisbaar als de rol van scholen, zorg en kenniscentra. Een partnership tussen overheid en voedingssector werpt wel degelijk vruchten af. Kijk maar naar het zoutconvenant (tien procent reductie van zout in voeding) en het convenant evenwichtige voeding (vijf procent minder calorie-inname).
De voorlopers staan vermeld op de websites van de expertisecentra zelf. Het komt er vooral op aan deze menselijke rijkdom en creativiteit te omarmen. Als aan die randvoorwaarden voldaan is, zullen ook positieve richtlijnen meer omarmd worden. Laat ons samen weerstand overwinnen in plaats van ertoe bij te dragen met overheidsvoorschriften over wat en hoe veel gram we mogen en moeten eten. Gedrag verander je niet met het vingertje.
Pieter Van Herck, senior adviseur welzijn- en gezondheidsbeleid Voka
Knack onderzoekt: wat eet de Belg?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier