Khalid El Jafoufi
‘Een volledig begrip van het geloof bestaat erin God te vrezen, maar nooit te wanhopen’
Khalid El Jafoufi, voorzitter van studentenvereniging Mahara, reageert na het lezen van het artikel in Knack waarin Montasser AlDe’emeh onthult dat imams en islamleerkrachten in meerdere Brusselse scholen moslimkinderen angst aanjagen. ‘Een volledig begrip van het geloof bestaat erin om God te vrezen, doch nooit te wanhopen.’
Een volledig begrip van het geloof bestaat erin God te vrezen, maar nooit te wanhopen.
Alarmerend nieuws vandaag in Knack. Jihadexpert Montasser AlDe’emeh deed een opmerkelijke vaststelling in zijn artikel in Knack. Moslimjongeren zijn bang.
Ze zijn doodsbang voor God en vooral voor het moment waarop hun lot en oordeel volledig bij Hem komt te liggen. Daarbij blijken de islamleerkrachten aanzienlijk tekort te schieten om op die angsten te anticiperen.
Erik Van Den Berghe, directeur van het Atheneum van Anderlecht, waar de jongeren werden bevraagd, viel achterover van de conclusies.
Jacky Goris, algemeen directeur van de Brusselse Scholengroep van het GO!, beklemtoonde op zijn beurt de nood van zijn deradicaliseringsteam om de invloed van salafistische haatpredikers in te dammen. En zo was het bruggetje van menselijke angst naar de cover van Knack deze week compleet.
Het moment breekt aan om jullie een geheimpje te onthullen. Mensen kennen mij als een vrolijke, ambitieuze en geëngageerde jongen. Al zo’n zeven jaar kruip ik geregeld in de pen om mijn ongezouten mening de wereld in te sturen. Maar in wezen heb ik vrees. Niet zoals velen, voor bebaarde mannen en lang gejurkte vrouwen, maar voor Hem. God. Jahweh. Allah.
Ik vrees tekort te zullen schieten in hetgeen ik de mensheid te bieden heb. Wanneer ik mezelf betrap op hoogmoed, jaloezie en leugens. Wanneer ik iemand een glimlach bezorg die onoprecht aanvoelt of gewoon wanneer ik eten en water verspil en denk aan de miljoenen mensen die snakken naar water en voedsel.
Op al die momenten boezemt het Godsbewustzijn me angst in. Een van de namen van God is ‘De Rechtvaardige’. Ik besef op momenten waarop ik onrecht bega dat het recht hoe dan ook ooit zal zegevieren. Iedere ziel bij wie ik een openstaande schuld heb, zal recht hebben op mij. Het geloof is voor mij bijgevolg een blijvend gevecht met mijn ego.
Tegelijk zet ik die vrees om in levendige hoop. Want dat is hetgeen God mij in zo’n situatie opdraagt. Zo luidt Hoofdstuk 39, vers 53: “Zeg: O Mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover zichzelf, wanhoopt niet aan de Genade van Allah. Waarlijk, Allah vergeeft alle zonden. Waarlijk, Hij is de Vergevingsgezinde, de Meest Barmhartige.”
In tegenstelling tot wat de auteur van het artikel poneert voel ik me daarbij evenzeer gesterkt door ettelijke overleveringen van de profeet Mohammed. Daarvoor hoef ik enkel te verwijzen naar de functionaliteit van de rituele wassing en de dagelijkse gebeden als spirituele reiniger.
Een volledig begrip van het geloof bestaat erin om God te vrezen, doch nooit te wanhopen. In plaats van het problematiseren van legitieme Godsvrees bij de jongeren, zouden Jihadexperten en schooldirecteurs zich dus beter een meer fundamentele vraag stellen. Namelijk hoe het komt dat islamleerkrachten er niet in slagen om een algemeen kader aan te reiken dat jongeren terdege informeert en geen minuut van hun nachtrust ontneemt.
Het antwoord ligt voor de hand. Het islamonderwijs in Vlaanderen is rampzalig georganiseerd. Ikzelf heb in mijn eenzaam jaartje op een katholieke middenschool veel meer bijgeleerd dan in alle jaren islam in het Atheneum Merksem samen. Met een islamleerkracht die zijn uiterste best deed, maar alle pedagogische bekwaamheid, en zelfs een gedegen beheersing van het Nederlands miste, waren die lesuren gewoon tijdverlies.
In wezen heb ik vrees. Niet zoals velen voor bebaarde mannen en lang gejurkte vrouwen, maar voor Hem. God. Jahweh. Allah.
In andere scholen zijn er dan weer wel mondige islamleerkrachten tewerkgesteld, maar missen ze de visie om verder te gaan dan de reeds gekende islamitische rituelen en geschiedkundige verhalen. Ze laten zo de kans liggen om op urgente zingevingsvragen van moslimjongeren in te spelen, om defaitisme te beteugelen, burgerschap en engagement aan te moedigen en heffen op die manier elke mogelijke meerwaarde van het vak islam op.
Een maand geleden organiseerden we met studentenvereniging Mahara, waarvan ik voorzitter ben, daarom een debat rond het islamonderwijs in Vlaanderen. Experten van verschillende domeinen discussieerden over de eindtermen van het islamonderwijs, de functionaliteit van het islamonderwijs as such en over het enorme gebrek aan bekwame islamleerkrachten.
Er kwamen vele inzichten en oplossingen naar voor. Van de hervorming van het islamonderwijs, de inbedding van islamopleidingen in de hogeschool, tot de vervanging van godsdienstles- en zedenleer, door een vak ‘LEF’.
Ik heb een donkerblauw vermoeden dat de bundeling van al die inzichten, het islamdebat en bij uitstek het radicaliseringsdebat, veel meer recht aandoet aan de waarheid dan eigenzinnige conclusies van jihadexperten, die bij de minste onregelmatigheid gewag maken van ’terreur op school’. Het zou de samenleving alvast een stuk minder angstzweet opleveren.
Lees hier het artikel in kwestie: Radicalisering bij moslimjongeren: ‘Ik ben bang dat er geesten in mijn lichaam kruipen’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier