Jong Libertairen
Een stap dichter bij de utopie van Sharia4Belgium?
Als we het Vrije Woord verder beknotten, staan we een stap dichter bij de utopie van Fouad Belkacem, en dat kan niet onze bedoeling zijn.
Fouad Belkacem, de kleurrijke woordvoerder van provo-beweging Sharia4Belgium, heeft iets verwezenlijkt wat slechts weinigen voor mogelijk hielden: kamerbrede eensgezindheid. En waar schijnbaar tegenstelbare ideologieën mekaar vinden is waakzaamheid geboden. Een libertaire kanttekening kon niet langer uitblijven.
Wie dacht dat de repressie van de regering Di Rupo I zich zou beperken tot de fiscale inquisitie van John Crombez (SP.A), dwaalt. Onder luid applaus van de oppositie – met de N-VA op kop – meldde de premier met enige fierheid dat Belkacem achter slot en grendel zat voor zijn “opruiende taal” naar aanleiding van de al dan niet brutale arrestatie van een in niqab gehulde dame.
Uit het ongenoegen ter rechterzijde putte de linkerzijde de moed om een voorstel te lanceren om “extremistische, ondemocratische groeperingen” te verbieden. In de geest van het wetsvoorstel van 13 december 2010 van Peter Vanvelthoven (SP.A) en David Geerts (SP.A) tot wijziging van de wet op de privémilities, waarbij een vereniging kan worden verboden wanneer die “een gevaar voor de democratie betekent”, pleit de linkerzijde voor een verbod op Sharia4Belgium.
Vanuit electoraal standpunt is dit perfect te begrijpen. Provo-bewegingen als Sharia4Belgium polariseren de samenleving en vormen de perfecte reclame voor de rechterzijde. Bij wijze van damage control is zo’n verbod vanwege de linkerzijde de beste manier om een verdere marginalisering in het Vlaamse politieke landschap tegen te gaan.
Minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) ging nog een stap verder dan de premier en pleitte er onomwonden voor om Belkacem de Belgische nationaliteit te ontnemen en uit te wijzen naar Marokko, dat zijn uitlevering vraagt. Ook zij is een vurig verdediger van zo’n verbod op “extremistische organisaties”. Dit mag ons evenmin verbazen. Net als de Vlaamse linkerzijde dreigen de liberalen te herleid worden tot een voetnoot in de politieke geschiedenis van Vlaanderen.
Nu het electoraat de partij massaal de rug lijkt toe te keren sinds de fiscale repressie van Crombez, zien de liberalen hun kans schoon om zich opnieuw te profileren als no-nonsense partij. Laat ons niet vergeten dat Turtelboom naar Antwerpen verhuisde om de ondergang van de lokale Open VLD te verijdelen. Hierin werd Turtelboom volmondig bijgetreden door Bart De Wever (N-VA)en Filip Dewinter (Vlaams Belang).
De staat heeft het altijd moeilijk met meningen die haar gezag kan ondermijnen. Zelfs in de Verenigde Staten, het zogenaamde “land of the free”. Sinds de jaren ’60 is het Eerste Amendement op de Grondwet, dat de vrijheid van meningsuiting waarborgt, sterk uitgehold.
Zo vallen “obsceniteit” (Roth v. United States, Miller v. California), “laster” (New York Times v. Sullivan, Gertz v. Robert Welch, Inc.) en “oproepen tot geweld” niet onder de bescherming van het Eerste Amendement. Maar – en dit is zeer belangrijk – een rechter kan nooit de geuite mening of de organisatie die verantwoordelijk is voor het uiten van zo’n mening verbieden. De rechter kan enkel de veroordeelde persoon of organisatie verplichten de geuite mening te herformuleren, zodat ze niet “obsceen of lasterlijk is” en niet langer oproept tot geweld (R.A.V. v. City of Saint Paul).
Een verbod op een mening of organisatie omwille van het uiten van een mening, ook al roept die persoon of organisatie op tot geweld, is per definitie strijdig met het Eerste Amendement. Bij het beoordelen of een mening effectief heeft geleid tot het aanrichten van schade, moet een strikt causaal verband gerespecteerd worden door de rechter.
Deze rechtspraak en onderliggende rechtsfilosofie lijkt mij geschikt om het fenomeen van de provo-bewegingen als Sharia4Belgium vanuit de Belgische rechtsorde aan te pakken. Als onze wetgever voorziet in de mogelijkheid om zulke organisaties te verbieden en die meningen te demoniseren, gaat dit verbod hen enkel motiveren en populairder maken. Integendeel, als we deze organisaties een forum geven, kunnen hun provocaties positief worden aangewend in twee richtingen: namelijk een interculturele dialoog tussen de Westerse sociaaldemocratie en de radicale islam, en belangrijker, een intraculturele dialoog tussen radicale en niet-radicale moslims.
Hoe groter de karikatuur is die Belkacem van de islam maakt, hoe groter de incentive voor de 90 procent gematigde moslims in dit land om dat beeld te nuanceren. Als we Belkacem het zwijgen opleggen en hem uitleveren aan Marokko, zal een tweede Belkacem opstaan, en een derde. Zoiets lost de problemen niet op en zal de polarisatie enkel maar in de hand werken.
De Amerikaanse rechtspraak lijkt me een mooi compromis tussen het libertaire ideaal van de absolute, onvoorwaardelijke vrijheid van meningsuiting en de maatschappelijke onderstroom die het moeilijk heeft met controversiële uitspraken. Het lijkt me niet opportuun Belkacem te vervolgen voor de rellen in Molembeek, aangezien het causaal verband heel erg zwak is.
Dat leidt trouwens onvermijdelijk tot een “Befehl ist Befehl”-rechtspraak waarbij de focus van het parket zal verschuiven van de werkelijke schadeberokkenaars naar de zogenaamde “bevelgevers”. In onze rechtsorde hoort het beginsel dat wie schade berokkent de schade moet vergoeden onverkort overeind te blijven.
Anderzijds lijkt me het verbieden van meningen en organisaties op zo’n willekeurige basis als “hun ondemocratisch karakter” een heel gevaarlijk precedent. Staat de democratie zo zwak in onze samenleving dat zij niet mag worden bekritiseerd, genuanceerd of geridiculiseerd? Staat de democratie zo zwak dat zij zich niet kan verdedigen zonder de sterke arm van de Staat?
Als de wetgever de wettelijke mogelijkheid voorziet om zo’n organisaties te verbieden, erkennen we de zwakte van onze democratie. Maken we de vrije meningsuiting voorwaardelijk, dan maken we haar kwetsbaar. Onze democratie is jong, maar oud genoeg om uit de couveuse van allerhande beknottende wetten te halen. Als we het Vrije Woord verder gaan beknotten, staan we een stap dichter bij de utopie van Belkacem, en dat kan niet onze bedoeling zijn.
Xavier Everaert is politiek secretaris van JongLibertairen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier