Hendrik Vuye & Veerle Wouters
‘Een politieke partij is als een wielerploeg, maar de voorzitters zijn nu als gevallen kopmannen’
De voorzitters van de traditionele bestuurspartijen zijn na 26 mei aangeschoten wild. Moeten zij nu voor een oplossing zorgen? De particratie werkt niet meer, stellen Veerle Wouters en Hendrik Vuye.
‘Er zijn wel regeringen en parlementen, sociaal overleg en commissies, maar de kernbeslissingen worden door tien, twintig mensen genomen. Punt uit… Ons hele systeem is gebaseerd op hypocrisie: we weten hoe het werkt, maar we doen alsof dat niet zo is’, zei Carl Devos in 2012 in Knack.
Een politieke partij is als een wielerploeg, maar de voorzitters zijn nu als gevallen kopmannen.
Een politieke partij is als een wielerploeg, er zijn enkele toppers elk met hun voorbehouden terrein (de bergen, de spurt, de rondes, de klassiekers…) en al de rest zijn waterdragers. De knechten uit het wielrennen, dat zijn de backbenchers in het parlement. Ze rijden hun ziel uit het lijf voor hun kopmannen. Maar wat als de kopman verliest? De kopmannen hebben verloren deze keer. De gilde van de partijvoorzitters van de bestuurspartijen verliest 91 zetels. -91, daar staat de teller voor de bestuurspartijen Open Vld, MR, N-VA, CD&V, sp.a, PS en cdH. + 64, daar staat de teller van de anti-establishmentpartijen Vlaams Belang en PVDA-PTB.
De grote akkoorden, waar zijn ze?
De toppers beslissen, sluiten grote akkoorden en vormen regeringen. Daarom stellen net vele politicologen dat onze particratie werkt. Ze zijn de intellectuele supporters van de kopmannen.
Maar welke grote akkoorden? Zelfs de betonstop is mislukt. Het rekeningrijden, jarenlang het paradepaardje van de Vlaamse regering, werd kort voor de verkiezingen van mei 2019 ten grave gedragen. Een groot akkoord over mobiliteit in Vlaanderen is er niet, we staan stil. Bruggen worden gerestaureerd wanneer de brokken er af vallen. ‘De lat’ in het onderwijs ligt nog steeds niet waar ze zou moeten liggen. Federaal is er geen akkoord over de zware beroepen, het begrotingsevenwicht lijkt verder af dan ooit. De pensioenleeftijd werd verhoogd, maar de effectieve pensioenleeftijd blijft veel te laag. Werkt ze echt de particratie?
Wanneer er dan al eens een akkoord is dan nog komt er niets van. De kernuitstap is met geen meter dichterbij gekomen. Toch werd de wet gestemd in 2003, onder de paarsgroene regering Verhofstadt I. Het rijbewijs met punten werd in 1990 ingevoerd door federaal minister van Verkeer Jean-Luc Dehaene (CD&V). Wilfried Martens was toen eerste minister. Bijna dertig jaar later bestaat het rijbewijs met punten alleen op papier. Dehaene en Martens zijn intussen overleden. Werkt ze echt de particratie?
Het laatste grote akkoord dateert van onder de tweede rooms-rode regering-Dehaene (1995-’99). Na een grondige sanering en wat kunst- en vliegwerk wordt de ‘Maastricht-norm’ gehaald en mag België toetreden tot de euro. Nadien komen er alleen nog wat Dehaene zelf omschrijft als ‘compromissen met ‘het compromis’ als enige logica, maar zonder echt inhoudelijk akkoord’. De vijfde (2001) en de zesde staatshervorming (2011-’14) zijn mooie voorbeelden hiervan. Niemand werd er echt beter van. Werkt ze echt de particratie?
Regeringen vormen, waar blijven ze?
Tot het sluiten van de stembureaus horen we de partijvoorzitters. Ze verkondigen hun verhaal en ‘paljassen’ hun tegenstanders. De dag na de verkiezingen is het stil: geen debatten meer, enkel nog nu en dan een inhoudsloze oneliner. De favoriete kreet in het Noorden is ‘niet met de PS’, in het Zuiden ‘niet met de N-VA’. Laten nu net dit de grootste partijen zijn in hun landsgedeelte. Ooit was het zo dat de grootste Vlaamse partij (CVP) akkoorden sloot met de grootste Waalse (PS), de rest volgde. Vandaag verklaren de grootste partijen dat ze niet met elkaar zullen regeren. Werkt ze echt nog de particratie?
De particratie slaagt er steeds moeilijker in om regeringen op poten te krijgen.
Bekijken we even de langste federale regeringsvormingen: 2010 (541 dagen), 2007 (194 dagen), 1988 (148 dagen), 2014 (139 dagen), 1979 (107 dagen) en 1992 (103 dagen). Opvallend is dat ze zich allemaal situeren in de laatste decennia. De particratie slaagt er steeds moeilijker in om regeringen op poten te krijgen. Heeft dit te maken met het communautaire? Dit element speelt zeker mee, maar de formatie van de communautaire diepvries regering-Michel (2014) is wel de vierde langste formatie uit de Belgische geschiedenis. Er is dus meer aan de hand.
Tot voor kort kon men nog met relatieve zekerheid stellen dat eens de federale regering gevormd is, ze de rit uitrijdt. Maar is dit nu nog zo? De regering-Michel valt 5 maanden voor de eindstreep. De regering-Leterme II struikelt in april 2010 nadat Alexander De Croo er de stekker uit trekt. Tot december 2011 blijft deze regering in lopende zaken. Ook nu is de regering-Michel reeds sedert december vorig jaar in lopende zaken. Lopende zaken, wordt dat het nieuwe normaal? Werkt ze echt de particratie?
Tot voor kort kon men ook nog stellen dat de regeringen van de deelstaten snel gevormd werden. De zesde staatshervorming (1011-’14) heeft die verkiezingen echter gekoppeld aan de federale. Bedoeling was om alles te vereenvoudigen. Blijkt nu dat het vormen van de deelstaatregeringen lijdt onder de federale regeringsvorming. De Vlaamse en Franstalige kopmannen moeten temporiseren om de federale koninklijke ploeg Reynders-Vande Lanotte niet in de vernieling te rijden. De federale informateurs mengen zich nu ook in de vorming van de deelstaatregeringen, het staat zo in hun opdracht: zij onderhouden ‘contacten met de verantwoordelijken voor de onderhandelingen in de gewesten en gemeenschappen’. Reynders en Vande Lanotte zitten op de bagagedrager van Vlaams formateur De Wever (N-VA) en van Waals formateur Di Rupo (PS) en duwen met hun voet op de achterband.
Wanneer de kopmannen de rol lossen
Gwendolyn Rutten (-8 zetels), John Crombez (-9 zetels), Maxime Prévot (-10 zetels), Elio Di Rupo (-15 zetels), Wouter Beke (-15 zetels), Charles Michel (-17 zetels) en Bart De Wever (-17 zetels). Dit aangeschoten wild moet nu regeringen vormen en tegelijk de eigen voorzitterspositie consolideren. Want dat willen ze allemaal. Alleen Wouter Beke krijgt het over zijn lippen dat hij geen kandidaat zal zijn om zichzelf op te volgen. Crombez bood wel zijn ontslag aan, maar sluit niet uit dat hij opnieuw kopman wordt. ‘Er komt waarschijnlijk een moment dat je voldaan bent van alle materiële luxe en champagne met kaviaar, maar van macht krijg je nooit genoeg’, stelt Louis Tobback in het pas verschenen gespreksboek Dwarsgedachten (2019). Soms heeft het orakel van Leuven gewoon gelijk.
De enige partijvoorzitter van de bestuurspartijen die na 26 mei op rozen zit is Maxime Prévot van cdH, want hij heeft kort voor de verkiezingen Benoit Lutgen moeten vervangen wegens electorale hongerklop. Prévot stuurt zijn partij naar de oppositie. Hij en zijn partijgenoten mogen er op de hometrainer gaan fietsen en zoals het orakel van Brakel stelt: ‘Je krijgt spieren en een grotere thorax, je hartritme verbetert, maar je mag op de pedalen drukken zoveel als je wil, je blijft altijd ter plaatse trappelen’, zo schrijft Herman De Croo inGeworteld in het leven. Mijn autobiografie.
Partijgenoten gooien spijkers voor de wielen van Rutten, Crombez en Beke.
De andere voorzitters zitten op doornen. Partijgenoten gooien spijkers voor de wielen van Rutten, Crombez en Beke. Enkele van deze voorzitters zullen weggepromoveerd worden naar een ministerpost, zoals Alexander De Croo het enkele jaren geleden mocht beleven. Enkelingen zullen voortaan alleen nog kermiskoersen mogen rijden, zoals gewezen SP.A-kopvrouw Caroline Gennez dat nu doet in het Vlaams Parlement.
Kopman Di Rupo kan nog nauwelijks het wiel houden van schaduwkopman Paul Magnette. De PS lijkt steeds meer op de Tour de France-avonturen van Team Sky waar eerst Bradley Wiggins en Chris Froome om het kopmanschap streden en later Chris Froome en Geraint Thomas. Intussen is Magnette wel de prins Charles van de politici, de eeuwige kroonprins aan wie de kroon steeds ontglipt.
Eén voorzitter houdt stand. ‘N-VA-voorzitter Bart De Wever kan rustig achterover leunen, een aderlating leidt nog niet tot bloedarmoede’, schrijft zijn onafhankelijke spreekbuis Jean-Marie Dedecker. Walter Pauli rekent het nochtans uit in Knack (18 juni): VU-voorzitter Hugo Schiltz verloor 130.805 stemmen bij de catastrofale Egmont-verkiezingen in 1978 (of 23,3% kiezers), De Wever verliest er 287.691 (of 24,7% kiezers). De Egmont-verkiezingen werden voor Schiltz een tocht door de woestijn. Hij kwam later nog even terug als minister, maar hij was nog een schaduw van de karwats-voorzitter ten tijde van Egmont.
‘Schiltz was een dennenboom: onder hem groeide niets, hoogstens wat mossen en zwammen. Op een bepaald moment was hij volledig omringd door jaknikkers’. De woorden zijn van een N-VA-jaknikker, wanneer hij in 2014 als toen nog notoire dwarsligger besluit voor de gele ploeg te fietsen. Hij voegt er nog aan toe dat ‘in theorie’ ook De Wever dit risico loopt. Iemand zei ons onlangs: De Wever is als Eddy Merckx, nadat hij de Ronde van Frankrijk had verloren heeft hij nog koersen gewonnen, zelfs Milaan-San Remo, maar het was Eddy Merckx niet meer. Merckx was in zijn ploeg ook een dennenboom, wanneer hij stopt in 1978 wordt zijn laatste ploeg C&A enkele maanden later zelfs opgedoekt, bij gebrek aan een kopman.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier