Eén jaar na de dood van Michael Goolaerts: ‘Verdriet is een taboe in het peloton’
Stijn Steels en Senne Leysen trekken zondag met een dubbel gevoel naar Parijs-Roubaix. Ze willen hun jongensdroom verwezenlijken, maar onvermijdelijk zullen ze de hele dag aan Michael Goolaerts denken, hun ploegmaat die in volle koers een hartaanval kreeg.
‘Het is de eerste keer dat ik opnieuw op deze plek kom. Het voelt raar, alles van vorig jaar komt terug.’
Het terras van het Van der Valk Hotel in Nazareth, langs de snelweg tussen Gent en Kortrijk. Voor Stijn Steels en Senne Leysen is dit een tweede thuis. Om en nabij de twintig nachten brengen ze jaarlijks in dit hotel door, vooral in deze periode. Het is de zaterdag tussen de E3 BinckBank Classic en Gent-Wevelgem. De dag ervoor heeft Steels bijna een hele wedstrijd op kop gereden. Uiteindelijk kwam hij op meer dan drie minuten van winnaar Zdenek Stybar aan in Harelbeke. Leysen volgde nog eens zeven minuten later. Komende zondag rijden ze Parijs-Roubaix.
Steels: ‘Puur conditioneel ben ik beter dan ooit. Ik zou in Roubaix graag eens voluit mijn kansen kunnen verdedigen, zonder tegenslag. Met wat geluk kun je er heel ver komen. Onze kopman, Lars Boom, is ook minder uitgesproken favoriet dan Wout Van Aert vorig jaar. Ik zal meer mijn eigen kans mogen gaan.’
Leysen: ‘Van alle klassiekers is Roubaix de koers die mij het beste ligt. Bij de jeugd heb ik er een paar mooie uitslagen gereden, ik heb er zelfs het gevoel gehad dat ik kon winnen. Dat wil ik bij de profs ook eens meemaken.’
Allebei noemen ze het een speciale wedstrijd, samen met de Ronde van Vlaanderen de meest bijzondere van het seizoen. Al van toen ze klein waren en in het noorden van Frankrijk gingen supporteren voor oom Tom Steels of vader Bart Leysen.
Ik dacht er op dat moment niet aan om te stoppen en te helpen. Daar heb ik me achteraf lang schuldig over gevoeld.
De editie van zondag wordt wel heel apart. Een jaar geleden kreeg hun ploegmaat Michael Goolaerts in volle race een hartaanval. Hij stierf nog dezelfde avond in het ziekenhuis van Rijsel. Steels: ‘Daarnet kwam het allemaal weer naar boven. Een jonge renner die vorig jaar bij Roompot reed, heeft in een amateurkoers in Nederland een hartaanval gekregen. Voorlopig is het nog onduidelijk hoe erg hij eraan toe is, maar ik werd direct teruggeslingerd naar vorig jaar.’
8 april 2018 begon mooi. Michael Goolaerts stapte opgewekt uit bed en maakte met zijn vaste kamergenoot, Senne Leysen, wilde plannen. Aanvallen zou hij, in beeld komen, zich tonen aan de wereld. Met Wout Van Aert had hun ploeg, Veranda’s Willems-Crelan, een topfavoriet voor de overwinning in de rangen. Goolaerts en Leysen waren boezemvrienden, al van toen ze elkaar bij de beloften leerden kennen. ‘Ik beschouwde hem als mijn grote broer’, zegt Leysen. ‘We hadden min of meer hetzelfde karakter, en we konden over veel dingen goed met elkaar praten, niet alleen over de koers.’
De lente van 2018 was als een jongensdroom die uitkwam. Samen de klassiekers bij de profs rijden, ze hadden er jarenlang over gefantaseerd. Parijs-Roubaix was de laatste wedstrijd van de voorjaarscampagne. Nog één keer alles geven, en dan was het gedaan.
Op weg naar de start vulde Michael Goolaerts de teambus met muziek. Hij was de vaste dj van de ploeg. Glory Days van Bruce Springsteen kwam voorbij, voor de rest vooral schlagers. Steels: ‘Ik verstopte me achteraan in het slaapcompartiment. Ik kon het niet aan, die muziek. ‘
De wedstrijd ontvouwde zich volgens een bekend patroon: een kleine groep reed weg, het peloton gunde ze enkele minuten voorsprong. Op de eerste van 29 kasseistroken smakten Stijn Steels en Senne Leysen allebei tegen de grond. In de verte zagen ze hun ploegmaat Goolaerts uit het zicht verdwijnen. Hij had de valpartij net kunnen ontwijken.
Vijf minuten later waren de rollen omgedraaid. In een flauwe bocht op de secteur pavé du Chemin de Saint-Quentin, de tweede kasseistrook van de dag, lag Michael Goolaerts roerloos op de grond. Bij hem stond een motard, voorovergebogen. Steels en Leysen herkenden bij het passeren nog net de blauwe trui van hun ploeg.
Leysen: ‘Ik had niet gezien wie het was, het ging te snel.’
Steels: ‘Ik dacht er op dat moment niet aan om te stoppen en te helpen. Daar heb ik me achteraf lang schuldig over gevoeld. Wij zijn zo gedrild om altijd verder te rijden en vooruit te kijken. De koers wacht letterlijk op niemand. Ik weet ook niet of ik iets had kunnen doen. Ooit heb ik wel geleerd hoe je hartmassage moet geven, maar ik heb geen idee of dat een verschil zou hebben gemaakt. De wedstrijdartsen waren er heel snel bij.’
Met een helikopter werd Michael Goolaerts overgevlogen naar het ziekenhuis van Rijsel. Steels en Leysen raakten niet meer voorin in de wedstrijd. Van de ploegleiding kregen ze te horen dat hun ploegmaat uit koers was, meer niet.
Leysen: ‘Ik heb nooit beseft hoe erg het was, en daar ben ik nog altijd blij om. Anders was ik meteen uit de wedstrijd gestapt en had ik nog veel langer op nieuws moeten wachten.’
Steels: ‘Twee minuten na de val had ik in mijn oortjes de ploegleiding naar Michael horen roepen. “Hoor jij ons?” vroegen ze. “Zeg iets.” De andere renners van de ploeg zullen gedacht hebben dat de radiocommunicatie weggevallen was, maar ik had Michael zien liggen. Ik voelde dat er iets mis was.’
Op ruim 50 kilometer van de aankomst sloot Steels aan bij een groepje met daarin ook Senne Leysen. Hij wilde niet laten merken hoe ongerust hij was, en moedigde zijn ploegmaat aan. ‘We zijn goed bezig’, zei hij. ‘Volhouden.’ Steels: ‘Kort daarna reed ik lek. Ik moest lang wachten op een nieuw wiel, en de rest van de wedstrijd heb ik alleen gereden.’
Vanuit de graskant hoorden ze aanmoedigingen die steeds alarmerender klonken. ‘Doe het voor Goolaerts’, riepen de supporters. ‘Komaan, voor Goolie.’ In het hoofd van Steels en Leysen sloeg de twijfel toe. Wat hadden die mensen op tv gehoord? Na aankomst op de piste van Roubaix kwam het antwoord. Terwijl winnaar Peter Sagan een kassei de lucht in stak, hoorden Steels en Leysen op de teambus dat Michael Goolaerts in levensgevaar verkeerde.
Als Michael zou weten dat ik aan stoppen denk, hij zou razend zijn. Fietsen helpt me om mijn gedachten te verzetten.
Leysen: ‘Het zwaarste moment van mijn leven, tot dan toe.’
Steels: ‘Ik had de hele dag niets kunnen eten of drinken, maar toch voelde ik me aan de finish niet kapot. Pas op de bus kwam de pijn ineens binnen.’
Ze reden naar het vaste ploeghotel in Nazareth. Stil wachtten ze er op nieuws. Net toen ze hun avondeten voorgeschoteld kregen, steak met friet, kwam het bericht binnen: Goolaerts was dood.
Leysen: ‘In een soort schokreactie ben ik naar buiten gelopen, naar dit terras. Het was al donker. Ik heb hier in mijn eentje staan roepen en vloeken.’
Steels: ‘Ik zat daar, waar die paraplu staat. Stil, mijn kop naar beneden. Te denken aan Michael.’
De dag voor ons gesprek hebben Steels en Leysen op hun kamer naar een podcast van de Nederlandse renner Laurens ten Dam geluisterd. Ten Dam vergeleek de koers met oorlog. Ze begrijpen maar al te goed waarom.
Steels: ‘Je zou kunnen zeggen dat ik na Parijs-Roubaix van vorig jaar een posttraumatisch stresssyndroom heb gehad. Ik kon mezelf amper motiveren om te gaan trainen, en vroeg me de hele tijd af wat de zin van mijn job is.’
Leysen: ‘In mijn eerste koers na het ongeval met Michael, de Vierdaagse van Duinkerke een maand na Parijs-Roubaix, had ik het moeilijk. Ik was daarvoor al geen wringer, maar daar liet ik me telkens op vijf, zes kilometer van de aankomst uitzakken. Ik dacht aan Michael en vond de risico’s die nu eenmaal bij een massasprint horen niet de moeite waard.’
Steels: ‘Bij mij is de klik er pas in de Ronde van België gekomen, eind mei. Het moest wel. Als je te veel met de gevaren van het vak bezig bent, is je carrière voorbij.’
Leysen: ‘Aan stoppen heb ik nooit gedacht. Daarvoor heeft de koers me al te veel mooie momenten bezorgd. Als Michael zou weten dat ik aan stoppen denk, hij zou razend zijn. Fietsen helpt me om mijn gedachten te verzetten.’
Steels: ‘Ik relativeer de koers nog meer dan vroeger. Wij zijn maar gasten die snel met een fiets kunnen rijden, we moeten het vooral niet overdrijven. Dat besef leeft bij mij nog sterker dan ervoor. Ik sla ook sneller aan het doemdenken. Vorige week hoorde ik in de Driedaagse Brugge-De Panne vlak voor mij ineens het geluid van een band die springt. De Australiër Luke Durbridge raakte van de weg af en reed knal tegen een boom, waar hij zonder te bewegen bleef liggen. De koers was voor mij direct gedaan, ik ben niet meer uit de laatste tien posities weggeweest.’
Enkele dagen na Parijs-Roubaix kwam crisispsycholoog Erik de Soir de ploegmaats van Michael Goolaerts toespreken. Daar bleef het bij. Psychologische hulp is er verder niet geweest.
Steels: ‘Ik heb geen idee wat ik tegen een psycholoog zou moeten zeggen, maar sowieso zou er in onze sport wel meer aandacht voor de mentale gezondheid mogen komen.’
Leysen: ‘Iedereen beleeft het op zijn manier. Af en toe praten Stijn en ik over Michael, maar met renners van andere ploegen gebeurt dat nooit.’
Steels: ‘Het leeft wel. Ik weet dat sommige renners op eigen initiatief contact hebben gezocht met de ouders van Michael, maar iedereen blijft op zijn eiland zitten. Het zijn ook geen gesprekken die je met plezier aangaat.’
Leysen: ‘Maar het kan wel deugd doen. Verdriet is nog altijd een taboe in het peloton.’
Steels: ‘Sowieso is er een band voor het leven met iedereen met wie we die dag beleefd hebben. Renners, verzorgers, ploegleiders. Door Michael blijven we voor altijd met elkaar verbonden.’
De beelden van de val hebben ze een keer met één oog bekeken, dat hoeft nooit meer opnieuw. Op sociale media krijgen ze nog wel geregeld foto’s van hun overleden vriend te zien. Maar evengoed slaat het verdriet bij verrassing toe, zoals voor de start van de E3 BinckBank Classic.
Leysen: ‘Heb je dat liedje gehoord gisteren, vlak voor de start?’
Steels: ‘Euh. Nee.’
Leysen: ‘ See You Again van Wiz Khalifa. Een van de lievelingsliedjes van Michael. Op zijn begrafenis hebben we dat ook gedraaid, terwijl we de kist naar buiten droegen. Het was lastig om dan weer in mijn concentratie voor de wedstrijd te komen. Maar gelukkig komen ook steeds vaker de mooie herinneringen bovendrijven. Michael en ik hebben samen veel fijne momenten meegemaakt, die wil ik ook koesteren. Zonder dat het verdriet om zijn dood alles overheerst.’
De secteur pavé du Chemin de Saint-Quentin is omgedoopt tot secteur pavé Michael Goolaerts. In de bocht waar hij viel, staat nu een monument: een rotsblok met een foto van de overleden renner. Ervoor liggen bloemen en drinkbussen. Een paar weken geleden trokken Steels en Leysen er met de ploeg naartoe. In stilte, met lood in de schoenen.
‘Voor mij was dat heel belangrijk’, zegt Leysen. ‘Ik had het nodig, en in mijn eentje was ik nog niet durven te gaan. Het bezoek met de ploeg nam de spanning weg. En toch zal het zwaar zijn om er in volle koers te passeren. Elke dag denk ik wel een paar keer aan Michael, dat zal zondag automatisch nog meer zo zijn.’
Stijn Steels & Senne Leysen p>
– 29 en 23 jaar oud p>
– neef van oud-renner Tom Steels en zoon van oud-renner Bart Leysen p>
– rijden sinds dit jaar bij de Nederlandse ploeg Roompot-Charles p>
– reden vorig seizoen samen bij Veranda’s Willems-Crelan p>
– herdenken tijdens Parijs-Roubaix hun in koers overleden ploegmaat Michael Goolaerts p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier