Een bont stempubliek: Amerikaanse presidentskandidaten moeten dansen op de slappe koord
De Verenigde Staten zijn een natie van migranten. Eerst hadden die vooral Britse wortels, maar na verloop van tijd werd het land steeds meer een smeltkroes van culturen. Het resultaat is een bont stempubliek, waarmee elke presidentskandidaat maar beter rekening houdt.
‘Give me your tired, your poor, your huddled masses, yearning to breathe free’, zo stelt een inscriptie op het Vrijheidsbeeld in New York. Elk jaar komen meer dan een miljoen nieuwe migranten op legale wijze de Verenigde Staten binnen. Samen met de mensen die het land illegaal zijn binnengeraakt, maken zij deel uit van de almaar diverser wordende Amerikaanse bevolking. Alle bevolkingsgroepen – op de oorspronkelijke indiaanse bevolking na – kwamen voort uit migranten die zich de jongste 500 jaar in Amerika vestigden. Ze doorliepen altijd dezelfde cyclus, van nieuwe migranten tot gesettelde bevolkingsgroep.
Toch gaan achter die gemeenschappelijke evolutie ook hele grote verschillen in voorgeschiedenis schuil. De groepen kwamen op verschillende momenten naar Amerika, hadden een zeer verscheiden economische en culturele achtergrond en kwamen in een andere sociale context terecht. Hoewel politieke voorkeuren bij uitstek individueel zijn, beïnvloedt de verschillende afkomst, voorgeschiedenis en sociale situatie van de bevolkingsgroepen toch het stemproces. In analyses voor de presidentsverkiezingen kijken experts dan ook graag naar peilingen over het stemgedrag van de verschillende bevolkingsgroepen.
Veel soorten wit
Zowat twee derde van de Amerikaanse bevolking is blank. Projecties zien het aandeel van de blanke bevolking tegen 2050 onder de helft zakken. Daarenboven gaat achter de term ‘blank’ een grote verscheidenheid schuil.
Projecties zien het aandeel van de blanke bevolking tegen 2050 onder de helft zakken
De grootste groep blanken bestaat uit Amerikanen met een protestantse achtergrond en meestal Britse wortels. Ze worden soms aangeduid als ‘White Anglo-Saxon Protestants’ of WASPs. De betekenis van die term is door de tijd heen uitgebreid en geldt nu soms voor alle blanke mensen in de Verenigde Staten die geen deel uitmaken van een specifieke minderheid. Ook blanke Amerikanen met voorouders uit het noordoosten van Europa – Duitse, Nederlandse en Scandinavische gebieden – rekent men vaak bij die bevolkingsgroep. Zij behoren tot de ‘stilzwijgende meerderheid’. Die grotendeels conservatieve stemmers hebben vaak een voorkeur voor de Republikeinse Partij.
Maar ook die groep is niet zo homogeen als zij lijkt. Protestant is een term die vele ladingen dekt in de Verenigde Staten. De grootste groep bestaat uit baptisten, waarbij vooral de baptisten uit de zuidelijke staten uitgesproken conservatief zijn. Episcopaalse en presbyteriaanse protestanten, afstammelingen van de oudste kolonisten uit Engeland en Schotland, behoren tot de welvarendste en hoogst opgeleide groepen in het land. Lutheranen hebben meestal Duitse of Scandinavische voorouders en leven vooral in het Midwesten. Verder zijn er ook nog heel wat kleinere groepen, zoals methodisten of adventisten. Een opvallende groep wordt gevormd door de mormonen. Die religieuze groepering is bij uitstek Amerikaans en aartsconservatief. Ze vindt haar oorsprong in de Verenigde Staten en beschouwt dat land ook als het Beloofde Land. De meeste mormonen wonen in Utah. Dat maakt van die staat een van de conservatiefste van het land.
Een grote minderheid van de blanken in de Verenigde Staten zijn echter katholiek. Zij hebben meestal een heel andere achtergrond en sociaal profiel dan de protestanten. De belangrijkste katholieken zijn de Ierse en de Italiaanse Amerikanen.
Het merendeel van de Ieren arriveerde in het midden van de 19e eeuw. Tussen 1845 en 1850 werd Ierland getroffen door een zware hongersnood. Dat dreef ongeveer een kwart van de Ierse bevolking uit het land weg. Het gros van die emigranten vond de weg naar de Verenigde Staten. Door hun slechte ervaringen met misoogsten voelden ze niet veel voor een boerenbestaan en bleven ze meestal in de steden van het noordoosten hangen. In het algemeen waren ze heel arm en hadden ze weinig kennis van zakendoen. Als ze carrière wilden maken, deden ze dat meestal binnen de katholieke kerk, het overheidsapparaat of de veiligheidsdiensten. Heel wat Ieren namen dienst in het leger en ze domineerden al snel het politiekorps. Bovendien waren ze ook heel actief in de lokale politiek. De arme Ieren ontdekten dat ze – in tegenstelling tot in hun thuisland – wel hun stem als machtsmiddel konden gebruiken.
Omdat de afstammelingen van Britse protestanten – de oude erfvijand in Europa – in het noordoosten van de Verenigde Staten verbonden waren aan de Republikeinse Partij, sloten de Ieren zich in de tweede helft van de 19e eeuw massaal bij de Democraten aan. Daarenboven apprecieerden ze sommige sociale maatregelen van die partij. Hun progressieve instelling vond navolging bij de katholieke, veelal Ierse geestelijken in de Verenigde Staten. Nog altijd volgen Amerikaanse geestelijken vaak een erg progressieve traditie binnen de katholieke kerk, die daarom in de Verenigde Staten veel meer gezien wordt als de kerk van de arme onderklasse.
Ook de Italiaanse Amerikanen hadden het aanvankelijk niet zo breed. Ze verschenen iets later dan de Ieren op Amerikaanse bodem, vooral vanaf de jaren 1880. Plattelandsarmoede was ook bij hen een van de belangrijkste oorzaken. De ontwikkeling van de stoomschepen maakte de overtocht gemakkelijker. In de steden van het noordoosten namen ze de slechtbetaalde baantjes over van de Ieren, die langzaam op de sociale ladder waren opgeklommen. In die periode hadden ook de arme Italianen een sterke voorkeur voor de Democraten. Sinds de jaren 1970 vinden meer Italianen hun gading bij de Republikeinse Partij. Een goed voorbeeld daarvan is de Republikein Rudy Giuliani, voormalig burgemeester van New York, die zich in 2008 kandidaat stelde voor het presidentschap en vanaf 2016 geregeld in het nieuws kwam als raadsman van president Donald Trump.
Joden kwamen in groten getale aan in de Verenigde Staten vanaf het einde van de 19e eeuw. Ze hadden in veel gevallen de oversteek vanuit de Antwerpse haven gemaakt met behulp van de Belgische rederij Red Star Line. Maar eigenlijk kwamen ze vooral uit Oost-Europa, waar ze op de vlucht waren geslagen voor vervolging en pogroms. Eenmaal in New York wierpen ze zich op de groeiende confectie-industrie. De Amerikaanse Joden vormen slechts 2 procent van de Amerikaanse bevolking, maar ze hebben wel een grote politieke invloed. Ze stemmen overwegend progressief en liberaal. De vrijheid van de Amerikaanse samenleving is hen heel dierbaar en ze hopen dat ook andere minderheidsgroepen daarvan kunnen profiteren. Zo komen ze meestal bij de Democratische Partij terecht. Toch zijn veel Amerikaanse Joden voor een actiever (en agressiever) buitenlands beleid dan de meeste Democraten. Hun verbondenheid met Israël maakt hen voorstanders van meer interventionisme, zeker in het Midden-Oosten. Om die reden kunnen ook de Republikeinen soms delen van de Joodse gemeenschap aan hun kant krijgen.
De zwarte gemeenschap
De Afro-Amerikanen vormen de grootste gekleurde minderheidsgroep in de Verenigde Staten. Hun positie in de Amerikaanse samenleving ondervindt nog altijd de invloed van hun bijzondere voorgeschiedenis. De meesten hebben voorouders die in het verleden op een slavenschip naar Noord-Amerika zijn gekomen. In 1619 kwamen de eerste zwarte slaven aan in de Britse kolonies die later de Verenigde Staten zouden vormen. Vooral vanaf het einde van de 17e eeuw begon die mensenhandel op volle toeren te draaien. De slaven werden aan het werk gezet op de grote plantages in het zuiden van het land, waar eerst rijst en tabak en vanaf 1790 vooral katoen werd verbouwd.
Joden hadden in veel gevallen de oversteek vanuit de Antwerpse haven gemaakt met behulp van de Belgische rederij Red Star Line.
In de loop van de 18e eeuw begonnen vooral noordelijke staten maatregelen te nemen om de slavernij in te perken. In het zuiden vormde de slavernij tot aan de afschaffing ervan in 1865 de hoeksteen van de economie. Enkele jaren later kregen zwarte Amerikaanse mannen stemrecht in het hele land. Dat was de verdienste van de Republikeinse Partij, die in die beginjaren dan ook op de volle steun van de Afro-Amerikanen kon rekenen. In de decennia daarna namen de zuidelijke staten opnieuw maatregelen om het stemrecht voor Afro-Amerikanen te beperken. Pas in 1965 kwam er met de Voting Rights Act een einde aan die beperkingen. Nu waren het de Democraten die de nieuwe regelgeving doordrukten. De Democratische Partij had geleidelijk een progressiever imago gekregen, waardoor zwarte Amerikanen zich meer tot die partij aangetrokken voelden. Na de Voting Rights Act konden de Democraten rekenen op de onvoorwaardelijke steun van de meeste Afro-Amerikanen in de Verenigde Staten.
Als grootste minderheidsgroep spelen de zwarte kiezers een grote rol, al nemen Afro-Amerikanen minder deel aan de stembusgang dan de gemiddelde Amerikaan. Ze stemmen nog altijd in grote mate voor de Democratische Partij. De ideeën van die partij op het vlak van sociale welvaart en minderheidsbelangen sluiten dicht aan bij de standpunten van de meeste zwarten.
Hispanics: migranten op eigen bodem?
De term ‘Hispanic’ verwijst naar mensen met een Spaanstalige achtergrond. De Spaanse aanwezigheid op het grondgebied van de Verenigde Staten gaat erg ver terug. Er leefden al mensen met een Spaanstalige cultuur op het grondgebied voordat de eerste Engelse kolonisten er voet aan wal zetten. Spaanstaligen vestigden de eerste permanente Europese kolonie in 1565 in Florida. Buiten Florida claimde de Spaanse koning nog heel wat gebieden die nu tot de Verenigde Staten behoren. Heel het zuidwesten van de Verenigde Staten, van Texas tot de grens met Oregon en Idaho in het noorden, maakte tot halverwege de 19e eeuw deel uit van de Spaanse kolonies en later van Mexico. Wanneer ze worden gewezen op de illegale migratie vanuit Mexico stellen veel Hispanics daarom: ‘We didn’t cross the border, the border crossed us!’
De meeste Hispanics, vooral Mexicanen, kwamen echter vanaf de 20e eeuw aan in de Verenigde Staten. Een eerste migratiegolf vond plaats tussen 1900 en 1930. Er reden in die periode voor het eerst treinen tussen de Verenigde Staten en Mexico, en de industrie in het zuidwesten zat toen verlegen om arbeiders. Tijdens de Grote Depressie in de jaren 1930 repatrieerden de Amerikanen honderdduizenden Mexicanen. Na de Tweede Wereldoorlog nam de migratie weer toe en zeker na 1990 kwamen veel Hispanics meestal illegaal het land binnen, ondanks scherpere grenscontroles. Zo vormen de Hispanics op dit moment de grootste culturele minderheid in de Verenigde Staten. Het gaat om een groep met een grote diversiteit qua etnische afkomst.
Die migratiegeschiedenis heeft een sterke invloed op het stemgedrag van de meeste Hispanics. Vanwege de positievere houding van de Democraten ten opzichte van migratie halen zij de meeste stemmen van de Hispanics binnen. Toch leunt de conservatievere levensinstelling van heel wat Hispanics dichter aan bij de visie van de Republikeinen. Om die redenen en vanwege hun numerieke omvang vormen de Hispanics een groep waarover Republikeinen en Democraten in een harde strijd verwikkeld zijn tijdens de presidentsverkiezingen. Niet alle Spaanstalige minderheden hebben overigens een voorkeur voor de Democraten. Een uitzondering vormen de mensen van Cubaanse origine. Zij zijn meestal naar de Verenigde Staten – vooral Florida – gekomen in de nasleep van de communistische revolutie in Cuba. Ze beschouwen zichzelf eerder als bannelingen dan als migranten. De Cubaanse Amerikanen waarderen de strenge anticommunistische houding van de Republikeinse Partij.
Van het Verre Oosten naar de Far West
Ongeveer 5 procent van de Amerikaanse bevolking heeft haar wortels in Zuid- of Oost-Azië. Die migranten zijn uit een groot aantal landen afkomstig, die elk hun eigen migratiegeschiedenis hebben. Hoewel in de 16e eeuw al een kleine groep Filipino’s naar de Verenigde Staten was geëmigreerd, vond de eerste grote immigratiegolf uit Azië plaats in het midden van de 19e eeuw. Toen trokken honderdduizenden Chinezen naar Californië. Ze werden gelokt door de ontdekking van goud in die staat. Toen de goldrush voorbij was, gingen veel Chinezen als arbeider werken aan de bouw van het westelijke gedeelte van de transcontinentale spoorweg, die toen in de Verenigde Staten werd aangelegd.
De Chinezen leefden afgesloten van de rest van de bevolking in getto’s of Chinatowns. Die geslotenheid wekte argwaan en racisme op en leidde in 1870 tot de uitsluiting van het staatsburgerschap en dus ook van stemrecht voor de Chinezen. Enkele jaren later stemde het Congres een wet die nieuwe immigratie van Chinezen verbood. In 1907 nam president Theodore Roosevelt maatregelen om de instroom van Japanse migranten in te perken. In 1917 waren andere Aziatische bevolkingsgroepen aan de beurt. Pas na de Tweede Wereldoorlog kregen de Aziatische Amerikanen dezelfde rechten als de andere bevolkingsgroepen. Intussen waren heel wat van hen opgeklommen op de sociale ladder.
De meeste Aziatische Amerikanen hebben de neiging om voor de Democraten te stemmen, zoals andere Amerikaanse bevolkingsgroepen met een geschiedenis van uitsluiting. Dat geldt niet voor de Vietnamezen die na de Vietnamoorlog en de communistische overname van Zuid-Vietnam naar de Verenigde Staten vluchtten. Net zoals de Cubanen verkiezen zij meestal de harde Republikeinse opstelling tegenover communistische regimes.
Als grootste minderheidsgroep spelen de zwarte kiezers een grote rol, al nemen Afro-Amerikanen minder deel aan de stembusgang dan de gemiddelde Amerikaan
Salad bowl
Sociologen verwijzen soms met de term ‘salad bowl’ naar de Amerikaanse culturele en etnische mozaïek. Net zoals de ingrediënten in een slakom leven de verschillende culturen en etnische groepen in de Verenigde Staten samen en door elkaar. Niettemin behouden ze ook veel van hun eigenheid. Presidentskandidaten die een kans willen maken, houden rekening met die culturele salad bowl en de gevoeligheden van de verschillende bevolkingsgroepen.
Zoals uit het bovenstaande overzicht blijkt, rekent vooral de Democratische Partij rekent op de stemmen van etnische minderheden. Die partij wordt gezien als een ‘coalitie van minderheden’ (zowel etnische als sociale minderheden) terwijl de Republikeinse Partij veel van haar stemmen haalt bij de ‘stilzwijgende – meestal blanke – meerderheid’.
Toch is de werkelijkheid genuanceerder. Ook de Republikeinen hebben stemmen van minderheden nodig om aan de macht te komen. Of dat hen ook lukt, hangt af van de dominante thema’s tijdens de verkiezingen. Overheersen sociaal-economische onderwerpen, zoals migratie of de ziekteverzekering, dan is het voor de Republikeinen erg moeilijk om zowel hun traditionele achterban als de culturele minderheden aan te spreken. Nemen ethische thema’s de bovenhand, dan is het water tussen de Republikeinen en sommige belangrijke minderheden minder diep. Veel Hispanics en sommige Afro-Amerikanen hebben op dat gebied meer traditionele en conservatieve meningen dan de meeste Democraten. Als het buitenlandbeleid de verkiezingsstrijd domineert, kunnen de Republikeinen dan weer rekenen op stemmen van de Joodse bevolking, die gewoonlijk nochtans een sterke voorkeur heeft voor de Democraten.
Voor de Democraten komt het er dus op aan te dansen op de slappe koord. Ze moeten rekening houden met de verschillende gevoeligheden van de culturele minderheden en tegelijkertijd de rest van hun achterban enthousiasmeren. Daarenboven komt het er voor die partij vooral op aan om mensen daadwerkelijk tot het uitbrengen van een stem aan te zetten. De grote zwarte minderheid bijvoorbeeld, een belangrijk reservoir voor de Democraten, stemt vrij weinig in vergelijking met de totale bevolking.
De tijd dat een presidentskandidaat alleen blanke mannen met Britse wortels moest aanspreken is dus voorgoed voorbij. In de multiculturele Verenigde Staten van vandaag en morgen kunnen politici met presidentiële ambities er maar beter voor zorgen dat ze banden smeden met alle ingrediënten van de culturele salad bowl.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Knack Historia: Amerika en zijn presidenten.
Amerikaanse geschiedenis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier