Hendrik Bogaert
‘Een begrotingsevenwicht in 2018 is nog steeds mogelijk’
Kamerlid Hendrik Bogaert (CD&V) roept op om in het kader van de begroting een aantal niet-ideologische maatregelen te nemen die in dienst staan van de gezinnen, en de economie zonder hindernissen laten doorgroeien.
De economie draait op volle toeren. De werkloosheid in West-Vlaanderen is gedaald tot 3,7%. Het is een kwestie van tijd voor de andere Vlaamse provincies zullen volgen indien deze hoogconjunctuur aanhoudt. Maar wat kunnen we doen voor onze economie die dichter en dichter bij volle tewerkstelling komt. Hoe kunnen we er voor zorgen dat het tekort aan geschoolde arbeidskrachten niet de nummer één hindernis wordt voor economische groei? Hoe kunnen we er voor zorgen dat de economische groei niet aftopt maar zich volledig kan doorzetten? Hoe kunnen we er voor zorgen dat het aantal bijkomende jobs nog sterker doorgroeit? Het politieke debat van de komende weken moet dan ook verschuiven en zich concentreren op het oplossen van dit probleem.
‘Een begrotingsevenwicht in 2018 is nog steeds mogelijk’
Het goede is dat het oplossen van de wegversperringen voor economische groei, hand in hand gaan met het oplossen van het begrotingstekort. Dankzij de hoge economische groei moeten we niet kiezen tussen belastingverhogingen en harde besparingen om het tekort te dichten. Er is een derde optie en dat is er voor zorgen dat de economie zonder hindernissen kan doorgroeien.
Het is niet te laat om deze maatregelen te nemen. De begroting van 2018 is niet verloren en het begrotingsevenwicht in 2018 is nog steeds mogelijk. Daarvoor moet de regering de missie volgen van deze regering -hervormen- en is ze ook wat geholpen door de conjunctuur.
Het is zo dat bij hoogconjunctuur de ontvangsten plots enorm kunnen meevallen. Wanneer het goed gaat, openen de portefeuilles van de mensen zich vaak sneller dan verwacht en komen er snel veel extra ontvangsten. Dit moet kritisch bekeken worden, maar dat het nu te laat is om het begrotingsevenwicht van 2018 nog te redden, klopt niet.
Het argument om niets meer ingrijpend te doen is vaak dat van de aankomende verkiezingen. Het is geen goed argument. Om te beginnen omdat het een argument is dat wel logisch is, maar in het verleden vaak gebruikt en heel vaak misbruikt is. We staan nu op 2 jaar voor de federale verkiezingen van 2019. Als het juist is dat een federale regering op 2 jaar voor de verkiezingen geen beleidsbeslissingen meer mag nemen, wat dan met de vorige regering? Die zou dan na 6 maanden moeten gestopt zijn, want op dat ogenblik had ze maar 2 jaar meer voor de volgende federale verkiezingen. Bovendien veronderstelt men met het argument dat een begroting op orde zetten, steeds over ideologische en dus over politiek moeilijke keuzes gaat.
Groei vrije doorgang geven
Wat zijn nu voorbeelden van maatregelen die niet ideologisch zouden moeten zijn en die de groei vrije doorgang kunnen geven?
De
. Wie wil er niet wat extra doen om er voor te zorgen dat men goed mee kan met de afbetalingen van de woonlening? Over de fiscaliteit kan gediscussieerd worden, maar wie al 8 uur werkt en er één of twee uur wil bijdoen, zou fiscaal niet mogen bestraft worden. Een dergelijke maatregel kan niet anders dan geld in het laadje van de overheid brengen. Heel wat mensen zijn bereid om een tandje bij te steken, de economie zal groeien, hindernissen voor de bedrijven zullen opgeruimd worden. Het aantal officieel gepresteerde uren zal gevoelig groeien, de inkomsten van de overheid zullen absoluut mee groeien. Een win-win situatie die over een groot bedrag zal gaan. De mensen vrijwillig twee overuren laten doen na een voltijdse job is een groot voordeel voor enorm veel gezinnen die wat reserve willen aanleggen. En een groot voordeel voor het begrotingsbudget, dit laatste ook een voordeel voor de kinderen in die gezinnen. Over hùn toekomst gaat het.
Want stel u voor dat de rente weer met twee procent stijgt op een staatsschuld van boven de 400 mld. Euro. Dan verdubbelt het huidige begrotingstekort opnieuw. En die rentestijging komt er hoe dan ook aan. Een centrale bank heeft geen andere keuze dan vroeg of laat de rente geleidelijk op te trekken. Zij moet zich immers klaar houden om bij een slecht draaiende economie de rente weer te kunnen laten dalen. Je kan hier niet voor of tegen zijn, dat is haar job. Twee procent lijkt het minimum minimorum om dat te kunnen doen. Heftige stormen zullen onze welvaartsstaat bereiken wanneer dat gebeurt, nochtans weten we dat die renteverhogingen een mathematische zekerheid zijn. Wie verdedigt dan eigenlijk echt de sociale zekerheid? De hervormers of de uitstellers?
Een andere maatregel is de fiscaliteit vereenvoudigen. In de vennootschapsbelasting kunnen allerlei aftrekken in een lager nominaal tarief ingeplooid worden. Ook John Crombez is hier nu voorstander van, er lijken ideologisch geen tegenargumenten meer te zijn. Het voordeel van een lager nominaal tarief en een betere indruk op binnen- en buitenlande investeerders kan niet onderschat worden. Het niet doen, zou een blunder van formaat zijn, nu zelfs ook Frankrijk plannen heeft om naar 25% te gaan.
Ook in de personenbelasting en in de sociale zekerheid bestaat nog een oerwoud aan speciale maatregelen die geld kosten maar die evengoed zouden kunnen geïnvesteerd worden in een lager nominaal tarief. Fiscale marketing door lagere nominale tarieven wordt in een ééngemaakt continentaal Europa steeds belangrijker om onze leiderschapspositie te behouden.
Er is ook nog heel wat te doen in het debat over wie wanneer op pensioen mag. Ook daar zijn niet-ideologische maatregelen te nemen. Laat iedereen, met enige uitzondering de zware beroepen, werken tot een bepaalde pensioenleeftijd. Wie daarbovenop langer werkt, zou gestimuleerd kunnen worden door een onmiddellijk extra netto salaris. Vrijheid is één van de mooiste waarden in het leven. Vanuit die vrijheid zouden de werknemers die het willen, onmiddellijk een extra netto salaris kunnen bijverdienen, de bedrijven voldoende arbeidskrachten bieden en maatschappelijk mee bijdragen aan het terugdringen van onze massieve, ongedekte pensioenschulden.
In al deze voorbeelden moet men ideologisch niet kiezen, moet men ook geen keuze maken tussen zware besparingen of belastingverhogingen. Het zijn maatregelen die de groei van onze economie doorlaten en de belemmeringen opruimen. Ze ondersteunen bovenal op korte èn op lange termijn de gezinnen. Dit moet de focus zijn van de regering in de komende weken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier