Simon Ghiotto

‘Een alternatief voor het ouderschapsverlof: de familierekening’

Simon Ghiotto Econoom verbonden aan KU Leuven en denktank Itinera

Wat is de beste manier om via beleid de waaier aan gezinsvormen te ondersteunen? Maatwerk, puur en simpel, schrijft Simon Ghiotto van denktank Itinera. Hun voorstel: de familierekening.

Er is de laatste tijd heel wat aandacht voor kinderbijslag. Dat is positief, want gezinsbeleid is cruciaal voor kansenbeleid in onze superdiverse samenleving. Maar ook zorgwekkend, omdat gezinsbeleid zoveel meer moet zijn dan cash bij kinderen.

‘Een alternatief voor het ouderschapsverlof: de familierekening’

Wat is het doel van gezinsbeleid? Het verschil tussen de man/vader en de vrouw/moeder wegwerken? Of juist het andere uiterste, de ‘kost’ van kinderen dekken tot het punt dat ouders simpelweg kunnen thuisblijven tot hun kroost hun vleugels uitslaat, een reïncarnatie van het basisinkomen? De discussies over kinderbijslag, de prijs van kinderopvang of een verplicht vaderschapsverlof gaan al te vaak over het middel, zonder het doel vooraf duidelijk te maken.

Voor Itinera is het doel van gezinsbeleid tweeledig: ouders ondersteunen in hun ouderschap én levenskansen voor kinderen bevorderen.

Volgende vraag, hoe gaan we dat doen? Wat is de beste manier om via beleid de waaier aan gezinsvormen te ondersteunen? Maatwerk, puur en simpel. Een one-size-fits-all blijkt al snel een one-size-fits-none. Ouders hebben nood aan informatie over keuzemogelijkheden en gevolgen – op korte én lange termijn, voor ouders én kind – maar niemand is beter geplaatst dan henzelf om die keuze te maken voor hun specifieke situatie in die unieke context.

Dit vergt een geïntegreerd gezinsbeleid, een geheel van ondersteuningsvormen voor ouder en kind. We gaan hier in op een onderbelicht en nog federaal deel: het ouderschapsverlof, ofwel ’tijd’. Tijd voor de ouders, tijd voor het kind. Tijd om samen te spenderen, tijd om voor elkaar te zorgen, tijd om te genieten.

We moeten de zorgverantwoordelijken – biologische ouders, of anderen die de ouderlijke rol opnemen – in staat stellen die rol zo goed mogelijk te kunnen volbrengen. Dit is niet beperkt tot allerhande ouderschapsverloven, ook het personeelsbeleid is van belang. Tijd voor het kind is niet enkel een tijdelijke terugtrekking uit de arbeidsmarkt, maar ook een evenwicht met diezelfde arbeidsmarkt na re-integratie daarin.

Het huidige vaderschaps-, moederschaps-, en ouderschapsverlof zijn te veel gericht op ’traditionele’ gezinsvormen en rollenpatronen, met een kort vaderschapsverlof maar lang moederschapsverlof. Wat met carrièrevrouwen met huismannen, alleenstaande ouders of nieuw samengestelde gezinnen?

Tegelijk probeert het beleid gelijkheid van partners op te dringen door elke ouder evenveel recht op ouderschapsverlof te geven. Gelijke rechten, die zich absoluut niet vertalen in gelijk gebruik. Vaders nemen nauwelijks een kwart van het gebruikte ouderschapsverlof, en dan vooral in 1/5 arbeidsonderbreking.

Bovendien vallen deze verloven onder 3 verschillende uitbetalingsinstellingen (ziekenfonds, werkgever en RVA) en 4 verschillende uitbetalingsregimes. En er bestaat ook nog moederschapsbescherming, borstvoedingspauzes, tijdskrediet, klein verlet voor wanneer uw spruit onwel is, … Aan ouders (in spe): veel succes gewenst.

We hebben nood aan een systeem dat:

  1. ouders in staat stelt zich tijdelijk terug te trekken uit de arbeidsmarkt, maar ook bijdraagt tot de balans tussen leven en werken;
  2. de grove borstel haalt door de papiermolen en complexiteit;
  3. ouders in staat stelt effectief zelf keuzes te maken;
  4. en kan omgaan met de diversiteit van de gezinnen van vandaag.

Ziehier de familierekening. Een korf aan tijd en/of geld, opgespaard en opgebouwd door overheid, werkgever en ouders zelf, die ouders kunnen gebruiken en verdelen zoals ze zelf wenselijk achten.

De familierekening groepeert en vervangt bestaande moederschaps-, vaderschaps-, en ouderschapsverloven. Ze vereenvoudigt via beheer door één enkele instantie, met een transparant uitbetalingsregime. Ze kan deel zijn van een algemene loopbaanrekening, en zo langere én duurzamere loopbanen faciliteren, alweer op maat van het gezin en in samenspraak met de werkgever.

De familierekening is gebonden aan het kind, niet aan de ouder(s). Het laat de zorg- en opvoedingsverantwoordelijke toe tijd te maken voor het kind, ongeacht in welke gezinsconfiguratie dit gebeurt. Alleenstaande ouders kunnen de volledige korf opnemen, stief- of grootouders die een deel van de zorgtaak volbrengen, worden hierin ondersteund. Landen als Zweden, IJsland en Duitsland deden het ons al (in meer of mindere mate) voor.

Riskeert keuzevrijheid van ouders niet traditionele genderpatroon te bevestigen, hetgeen de pioniers van deze aanpak in de jaren ’70 moesten ervaren? Misschien, maar de hoogste prioriteit is en blijft goede zorg en opvoeding van kinderen te ondersteunen. Geforceerde verloven zijn daarvoor niet altijd aangewezen en kunnen zelfs pervers werken wanneer ze niet of niet goed worden opgenomen. Het is belangrijk een mechanisme te ontwikkelen dat kan inspelen op de concrete noden en wensen van elk gezin.

De overheid kan uiteraard het maken van bewust keuzes omkaderen en stimuleren, met meer informatie, meer opvang, meer buurtwerken, en zo meer. Je kan ook financiële prikkels inbouwen. Verplichtingen gaan nog een stap verder. Ze hebben een logica, maar die is toch anders dan het belang van elk kind in elke unieke gezinssituatie vooropstellen.

Een verplichting is ook makkelijker uit te spreken dan uit te voeren. Portugal is één van de weinige landen met een verplicht vaderschapsverlof, maar ruim een derde hiervan wordt toch niet opgenomen. Bovendien zijn voorstellen voor verplichte verloven vaak beperkt tot enkele dagen of weken, nihil vergeleken met de gehele kindertijd en lang niet genoeg om nemen van ouderlijke verantwoordelijkheid op te dringen – als dat al wenselijk zou zijn.

IJsland voorziet 3 maanden exclusief voor elke ouder, en 3 maanden in de gedeelde korf. Zweden keert een geldbonus uit bij gelijkere verdeling. Finland en Duitsland vergroten de korf zodra elke partner een minimum opneemt, maar bij beiden neemt 1 partner – lees: de vader – vaak slechts het uiterste minimum voor die bonus.

Er zijn dus mechanismen denkbaar die ouders aan het denken zetten bij het maken van keuzes. Maar de echte hefboom zit in de wereld van werk, waar de combinatie van gezin en werk beter omarmd moet worden: een ander debat.

De familierekening vergt een aanzienlijke hervorming, maar het is slechts een onderdeel van een cultuurverandering binnen gezinsbeleid. Een shift van aanbod-gestuurd en geschoeid op 20steeeuwse leest, naar vraag-gestuurd en dus op maat. De discussies over ouderschapsverlof, een weekje meer of minder, verplicht of niet, zijn slechts het begin.

Partner Content