Duiveluitdrijvingen in België: het is een dure business geworden
De duivel bestaat echt. Tenminste, daar zijn veel diepgelovige moslims, christenen en joden vast van overtuigd. Duiveluitdrijvingen blijken in 2017 ook in België nog altijd een wijdverbreide praktijk. Soms met dodelijke gevolgen. Islamoloog en universitair onderzoeker Montasser AlDe’emeh dompelde zich onder in de wereld van de exorcisten.
Recent stelde ik in een aantal Brusselse scholen vast dat moslimkinderen soms doodsbang worden gemaakt. Een meisje vertelde me dat ze ’s nachts, terwijl ze slaapt, altijd haar gsm de kamer laat filmen, om te kunnen checken of er geen kwade geesten of duivels opduiken: ‘Ik ben bang dat die in mijn lichaam kruipen.’ En waar de duivel opduikt, staan gegarandeerd ook de duiveluitdrijvers klaar.
Sommigen pakken op sociale media uit met hun activiteiten. Op 19 juni tweette een zekere Abu Abd al-Wahid uit Antwerpen: ‘Vandaag ruqya (islamitische geneeswijze) gedaan bij een zieke Marokkaanse broeder. Allah is mijn getuige, de djinn (duivel) in hem noemde mij gewoon “kardash” (makker) en riep “gel gel” (kom maar).’
De salafistische exorcist Abdelkarim Aznagui is ook trots op zijn werk. Hij is afkomstig van Al Hoceima in Marokko en emigreerde in 1970 naar België. Vijf jaar geleden werd hij veroordeeld tot drie jaar voorwaardelijk na een dodelijk afgelopen duiveluitdrijving bij Latifa, een jonge moslima van drieëntwintig. Latifa werd verplicht om hete ‘zuiverende’ baden te nemen, onder het reciteren van Koranverzen. Ze werd met een bezemsteel geslagen en moest liters saffraanwater drinken. Dagenlang kreeg ze nauwelijks te eten. Na 56 dagen bezweek Latifa. De rechtbank beoordeelde het als foltering.
Een djinn kruipt soms ook puur uit wraak in een lichaam. Bijvoorbeeld omdat een persoon hem heeft gestoord door warm water in de afvoer te gieten waar hij zat
Exorcist Abdelkarim Aznagui
Ondanks zijn veroordeling is Aznagui nog steeds aan de slag als raqi (exorcist) en hij verbergt dat ook niet. Hij wil er zelfs wat graag met mij over praten.
‘Ik ben constant met duiveluitdrijvingen bezig’, vertelt hij. ‘Mensen blijven naar mij komen. Ik heb al duizenden duiveluitdrijvingen gedaan.’
Zijn veroordeling minimaliseert hij: ‘Ik wilde in beroep gaan tegen mijn veroordeling, maar mijn advocaat raadde me dat af. Ik heb Latifa alleen maar willen helpen. Haar ouders waren me zelfs dankbaar. Toen Latifa stierf, zat ik in Marokko. Ik had haar geadviseerd om de rituele genezing zelf te doen en uiteindelijk is ze in het ziekenhuis gestorven, niet thuis. Ik heb tijdens het proces over de zaak de politie uitgenodigd om een duiveluitdrijving bij te wonen. Ik heb het ziekenhuispersoneel van het UVC Brugmann zelfs voorgesteld om mij de kans te geven bij de ingang van hun afdeling Psychiatrie Koranverzen te reciteren. Ik ben ervan overtuigd dat ik zo veel zieken zou kunnen genezen.’
De man beweert dat hij kan bewijzen dat duivels bestaan en in lichamen binnendringen. ‘In de Hadith staat het verhaal van een vrouw die de Profeet opzocht omdat haar man voortdurend op de grond viel. De Profeet heeft hem aangeraakt met de woorden: “Kom eruit, vijand van God.” Waarom zegt de Profeet dat als een djinn níét in een lichaam zou kunnen kruipen? Dat is voor mij een duidelijk bewijs dat het kan, ook al geloven niet alle islamitische stromingen dat djinns effectief het menselijk lichaam kunnen binnendringen. Waarom heeft de Profeet het over een vijand van God? Zowel mensen als djinns kunnen vijand van God worden.’
Aznagui haalt er zowel de Arabische vertaling van de Bijbel als boeken van de middeleeuwse islamgeleerde Ibn Taymiyyah bij om te bewijzen dat de wereld van de djinns lijkt op de wereld van de mensen. ‘God heeft de wereld geschapen. Zowel mensen als djinns zijn geschapen om Hem te aanbidden. Alleen kunnen mensen djinns en hun wereld niet waarnemen’, zegt hij. ‘Je kunt een djinn alleen zien in de gedaante van een mens, een slang of een hond. Sommigen zeggen dat hij geen schaduw heeft.’
Aznagui geeft ook allerlei voorbeelden uit de Hadith als bewijs dat djinns bestaan. ‘Djinns kunnen ons wel zien en horen, maar omdat we hen niet zien, kunnen we ook niet met hen omgaan. Misschien zit er wel een djinn in deze kamer. Een djinn kan jou wel horen, hij kan naast je zitten, je controleren, je pijn doen, maar hij kan je ook helpen. Net zoals er goede en slechte mensen bestaan, bestaan er ook goede en minder goede djinns. Een djinn kan gelovig of ongelovig zijn. Djinns kunnen dus moslim, jood, christen of zelfs atheïst zijn. Een atheïstische djinn kan goed zijn en een islamitische djinn slecht of omgekeerd.’ Kortom, het is complexe, maar voor mensen helaas onzichtbare wereld.
Aznagui geeft ook graag uitleg bij zijn werkwijze. Tijdens een uitdrijving reciteert hij altijd speciaal gekozen Koranverzen en praat de duivel rechtstreeks met hem. ‘Een djinn kruipt soms ook puur uit wraak in een lichaam. Bijvoorbeeld omdat een persoon hem heeft gestoord door warm water in de afvoer te gieten waar hij zat of omdat zijn rust werd verstoord door een toiletbezoek. Soms dringt hij binnen omdat hij verliefd is op een bepaald lichaam. Het is dus duidelijk dat djinns niet enkel boos kunnen zijn, maar ook liefde kennen.’ Volgens Aznagui kun je dan ook seks hebben met een duivel: ‘Djinns hebben me tijdens een duiveluitdrijving zelf al gezegd dat ze seks hebben met de persoon waarin ze leven.’
Heksen
Theoloog Hans Geybels (KU Leuven) heeft zich verdiept in de geschiedenis van het exorcisme: ‘Ik hecht weinig waarde aan dat soort seksverhalen, maar ik begrijp wel waar ze vandaan komen. Dat gaat terug op verhalen over hekserij uit de vijftiende eeuw. Toen schreven twee dominicanen het boek De heksenhamer waarin ze uitleggen hoe je heksen kunt herkennen. Dat boek gaat over de heksensabbat, over duivelstekens en heksen die op een bezem wegvluchten. Tijdens de inquisitie werd het boek gebruikt om mensen te ondervragen die van hekserij verdacht werden. “Heb je seks gehad met de duivel?” is een van die vragen. Zo ontstaan volksverhalen. Veel van die duivelsbeelden zijn niet evangelisch en hebben in principe niets met het christendom te maken, maar ze zijn wel het geloof ingesijpeld. In het evangelie is bijvoorbeeld sprake van duiveluitdrijving omdat ziekte in die tijd vaak gekoppeld werd aan bezetenheid door de duivel. Genezing stond dan gelijk aan exorcisme. Dat zit in het jodendom en in de Bijbel.’
Duiveluitdrijving is dus allesbehalve een exclusieve islamitische aangelegenheid. Paus Franciscus zou vier jaar geleden op het Sint-Pietersplein in Rome zelf een duiveluitdrijving hebben uitgevoerd toen hij zijn handen op het hoofd van een gehandicapte man legde die daar raar op reageerde. Exorcisten herkenden die handoplegging als een van hun methodieken. Volgens het Vaticaan wilde de paus gewoon bidden voor de jongeman. Maar de paus verklaarde onlangs wel dat priesters niet moeten aarzelen om bij bepaalde spirituele stoornissen een exorcist in te schakelen.
De vorig jaar overleden Italiaanse priester Gabriele Amorth schreef dat demonische bezetenheid de ergste vorm is van alle activiteiten van Satan. Volgens Amorth kan een demon het lichaam van een mens overnemen en dwingen om te handelen en te spreken zoals Satan het wil. Amorth beweerde maar liefst 70.000 duiveluitdrijvingen te hebben uitgevoerd.
Geybels: ‘Amorth zag overal duivels en dat is een heel spijtige zaak. Het reduceert exorcisme tot het niveau van een film als The Exorcist. Ik vind dat problematisch, want het geeft mensen een totaal verkeerd beeld over exorcisme.’
Het exorcisme binnen de katholieke kerk is dan wel tweeduizend jaar oud, het wordt vandaag nog heel actief beoefend. De website kerknet.be verwijst bijvoorbeeld naar een opleiding voor exorcisten in het Vaticaan, een initiatief van het Sacerdos Instituut, in samenwerking met de Internationale Vereniging voor Exorcisten, waarvan Amorth nog voorzitter is geweest.
Boze geest of schizofrenie?
Binnen de kerk zijn nog honderden duiveluitdrijvers actief. Ook in België. In de Abdij van Averbode van de paters norbertijnen klopte nog niet zo lang geleden jaarlijks een duizendtal mensen aan die zich door de duivel bezeten voelden en een duiveluitdrijving vroegen. Abt Jos Wouters zegt dat het aantal aanvragen wel gedaald is, maar ‘er komen nog wel dagelijks mensen daarvoor bij ons langs’.
Wouters vertelt dat ook Turkse Belgen, gelovige moslims, bij de norbertijnen hulp komen zoeken. ‘Soms stuurt een imam mensen door omdat ze het probleem zelf niet kunnen oplossen. Ik respecteer die mensen en ik zal dus zeker hun islamgeloof niet in twijfel trekken. Ik lees hen dan voor uit de Bijbel, doorgaans uit de proloog van het Sint-Jansevangelie, maar ik zeg er altijd bij dat ze ondertussen zelf in stilte moeten bidden volgens hun eigen geloof. Wanneer Jezus een blinde of dove hielp, zei hij toch ook: “Uw geloof heeft u gered?”‘
In het evangelie is sprake van duiveluitdrijving omdat ziekte in die tijd vaak gekoppeld werd aan bezetenheid door de duivel. Genezing stond dan gelijk aan exorcisme
Theoloog Hans Geybels (KU Leuven)
Maar hard geroep of geschreeuw, fysieke aanrakingen, laat staan hele of halve folterpraktijken, komen daar dus nooit bij te pas.
Wouters: ‘De eerste wonderbaarlijke genezing die Jezus deed, was het verdrijven van een boze geest, een duiveluitdrijving. Ik heb al veel lange, spirituele gesprekken gehad met mensen die nood hebben aan een luisterend oor omdat ze denken dat ze bezeten zijn. Ik neem hun verhalen altijd ernstig. Een boze geest en wat men schizofrenie noemt, zouden best wel eens hetzelfde kunnen zijn. Misschien is het gewoon een ander taalregister. Het enige wat een duiveluitdrijving rechtvaardigt, is dat mensen hulp nodig hebben. Soms moet je de nederigheid hebben om een traditie te respecteren en vanuit die traditie communiceren met mensen die hulp zoeken.’
Volgens Hans Geybels benoemen bezeten mensen hun psychologische problemen op een religieuze manier. ‘Ze zoeken naar verklaringen voor wat hen overkomt en die zijn niet altijd rationeel. Geloven dat een duivel in je lichaam zit, is daar een voorbeeld van. De culturele context kan ook een rol spelen. Maar vaak wordt mensen ook ingeprent dat ze bezeten zijn. Ik ken een pedofiele schooldirecteur die veroordeeld werd en de duivel de schuld gaf voor zijn gedrag. Voor sommigen is het een soort excuus. Duiveluitdrijvers moeten dan ook zeer nuchtere mensen zijn die ook de psychisch-religieuze problematiek erkennen. Ze mogen mensen niet wijsmaken dat ze bezeten zijn.’
In kerkelijke geschriften staat dat bezetenheid door de duivel mogelijk is, maar volgens Geybels ligt de lat voor officiële erkenning van bezetenheid immens hoog. ‘De gelovige moet bijvoorbeeld een taal spreken die hij niet kent, immense fysieke krachten ontwikkelen, dingen weten die hij normaal helemaal niet kán weten, enzovoort. In dat geval gebeurt het exorcisme tijdens een eucharistieviering, maar dat komt praktisch nooit meer voor in België. Doorgaans zal een degelijk opgeleide priester die met die problematiek geconfronteerd wordt, niet zo snel meestappen in een verhaal over een duivel. Maar in Latijns-Amerikaanse landen bijvoorbeeld gebeurt dat wel veel sneller. Dat heeft onder meer met culturele elementen te maken.’
Geybels vertelt dat een zelfverklaarde exorcist hem ooit vroeg waarom een pastoor wel duiveluitdrijving mag uitvoeren en hij niet. ‘Wel, een priester staat onder controle van een instituut. Als het fout dreigt te lopen, kan er worden ingegrepen. Tegen privépersonen die geloven dat ze de duivel kunnen uitdrijven, kun je weinig ondernemen. Het kan zelfs zeer gevaarlijk zijn. Een exorcist kan zowat doen wat hij wil. Alleen als er slachtoffers vallen, kan hij gestraft worden. Bovendien zien we dat die privé-exorcisten er ook financieel voordeel proberen uit te halen. Dat kan de bedoeling niet zijn.’
Jaren geleden werd Geybels als theoloog ooit gevraagd om een duiveluitdrijving bij te wonen door een trappistenpater in Nederland. Een beklijvende ervaring. ‘Ik was er samen met de huisarts, de patiënt en zijn vader en een Nederlandse trappistenpater. Al na een paar minuten viel de patiënt op de grond, hij werd helemaal rood en wou de pater vermoorden. Wij zijn met vier volwassenen boven op hem gaan liggen om hem te kalmeren. Achteraf heb ik er met de huisarts over gediscussieerd. We concludeerden dat de hele affaire wellicht met incest te maken had. Volgens mij ging die pater niet omzichtig genoeg te werk. Hij besloot meteen dat er sprake was van duivelse bezetenheid omdat de patiënt heftig reageerde toen hij hem met wijwater besprenkelde en er eerst geen reactie kwam toen hij dat met gewoon water deed. Ik vond het geen duiveluitdrijving, maar het was wel indrukwekkend. Vooral de fysieke kracht van die jongeman. Ik werd er zelf bang van en toen besefte ik hoe gevaarlijk een duiveluitdrijving kan zijn.’
Geybels besluit dat hij over duiveluitdrijving zowat hetzelfde denkt als de norbertijnen van Averbode: ‘De norbertijnen gaan heel nuchter om met die psychologische problematiek, maar het fenomeen is zodanig complex, dat je het moeilijk uitgelegd krijgt.’
Voor psychiater Dirk De Wachter zijn bezetenheid door een duivel of verhalen over seks met duivels gewoonweg psychotische beelden die ver van de realiteit of rationaliteit staan. ‘Soms gaat het over dissociatieve stoornissen bij mensen die getraumatiseerd zijn in hun kinderjaren, die fysiek of seksueel misbruikt zijn geweest. Die traumatische ervaringen kunnen in wanen en hallucinaties terugkeren. Het gaat vooral over kwetsbare mensen in een heel broze psychische toestand. Ze kunnen gemakkelijk misbruikt worden door mensen met malafide bedoelingen. Soms gaan ze zelf die malafide behandelaars opzoeken, wat uiteraard geen excuus is voor hun behandelaars.’
De Wachter vindt dialoog met die patiënten enorm belangrijk. ‘Ik ga altijd in dialoog met mensen waarvan de psychotische inhoud van hun ziekte cultureel ingebed is. Duiveluitdrijving is in het sterk geseculariseerde Vlaanderen duidelijk op de achtergrond geraakt, maar de voorbije twintig jaar heb ik wel meegemaakt dat een patiënt dacht dat hij bezeten was door een duivel. Ik heb toen een paar keer contact gehad met een door een bisdom aangestelde exorcist. De patiënt zei me dat hij behoefte had aan de hulp van een priester. Voor mij is dat oké. De priester respecteerde mijn therapeutische en medicamenteuze methode en de samenwerking is goed verlopen. Natuurlijk vond ik zijn methode heel eigenaardig. Het werkte ook niet echt wonderbaarlijk goed, zijn methode noch die van mij. En voor alle duidelijkheid: ik heb geen vaste samenwerking met een exorcist. Als mensen een priester, imam of rabbijn willen opzoeken, ben ik bereid tot dialoog. Als mensen daarin geloven en dat vertrouwen omdat ze denken dat het kan helpen, dan begrijp ik dat. Dat kan soms werken.’
De Wachter staat dus niet per definitie afwijzend tegenover duiveluitdrijving. Hij kwam vaak in contact met moslims in de psychiatrische afdeling van het Stuivenbergziekenhuis, waar hij vroeger werkte. ‘Ik herinner me patiënten voor wie medicatie niet echt werkte. Sommige patiënten gingen dan naar Marokko voor een duiveluitdrijving en soms kwamen ze veel beter terug. Natuurlijk vind ik dat vanuit mijn wetenschappelijke achtergrond best raar, maar zolang alles binnen de grenzen van het ethisch toelaatbare gebeurt en geen schade berokkent aan anderen door bijvoorbeeld seksueel grensoverschrijdend gedrag of agressie, ben ik altijd bereid tot dialoog. Ethiek is mijn richtlijn en dat geldt ook bij alternatieve geneeswijzen.
De Wachter komt als psychiater elke dag in contact met mensen met bijzondere meningen. ‘Ik zoek dan de reden waarom ze op die manier denken en probeer het netwerk rond die meningen te achterhalen. Dan bekijk ik of dialoog mogelijk is. Als ik merk dat een bezoek aan een alternatieve genezer gevaarlijk is, dan raad ik mijn patiënt aan om er niet naartoe te gaan. Ik probeer dat met een wetenschappelijk onderbouwde mening uit te leggen. Maar ik zeg zeker niet dat alles wat imams beweren fout is.’
Het boze oog
Hoe zit het met exorcisme in de joodse gemeenschap? Volgens de Antwerpse rabbijn Aaron Malinsky is duiveluitdrijving niet echt een bekend fenomeen binnen de joodse gemeenschap. ‘Ik betwijfel sterk of moderne rabbijnen zich daarmee bezighouden. Als zoiets opduikt, zal de rabbijn die persoon naar een psychiater of een andere medische specialist doorverwijzen.’
Er komen nog dagelijks mensen bij ons langs die zich door de duivel bezeten voelen en een duiveluitdrijving vragen
Abt Jos Wouters van de Abdij van Averbode
Toch geeft Malinsky toe dat duiveluitdrijving uitzonderlijk soms ook bij hen uitgevoerd wordt. ‘Er bestaat literatuur over, maar ik betwijfel of het sinds de Tweede Wereldoorlog nog veel gebeurt. Het gaat in ons geloof ook niet echt om de duivel, maar om een zogenaamde dibboek. Joden geloven dat als een mens sterft, de ziel blijft bestaan. In zeer uitzonderlijke gevallen kan een zondige ziel een tweede kans krijgen om zich in een ander mensenlichaam te verbeteren. Dan kun je bijvoorbeeld nare dromen krijgen die niet uit jezelf lijken te komen of die je niet helemaal kunt plaatsen. Rabbijnen zullen dan diepgaande gesprekken voeren met die persoon over bijvoorbeeld de kabbala. Maar ik betwijfel ten zeerste of ze zich ook inlaten met georganiseerde en soms gewelddadige duiveluitdrijving. Het boze oog en dat soort bijgeloof bestaan wel in het jodendom. Joden kunnen zich beschermen tegen het boze oog door psalmen op te zeggen, aalmoezen te geven en individueel of in groep te bidden. Een rabbijn die een vraag krijgt over het boze oog zal die mensen eerder als een soort psycholoog benaderen, maar geen speciale rituelen rond opvoeren, want die zijn er niet.’
Terug naar de islamwereld, want daar lijkt het geloof in de duivel en de praktijk van het exorcisme nog het sterkst aanwezig.
Ahmed Azzouz is inspecteur-adviseur islamitisch onderricht in de provincie Antwerpen. Volgens hem gaan sommige moslims er veel te snel van uit dat ze bezeten zijn door de duivel of dat het boze oog hen viseert.
Azzouz: ‘Ze zoeken de oorzaak van bepaalde problemen veel te gemakkelijk buiten zichzelf en leggen ook de schuld buiten zichzelf. Het boze oog of een djinn zijn handig om hun eigen verantwoordelijkheid te ontlopen. We zien dat bijvoorbeeld vaak bij huwelijksproblemen. De schuld van de duivel, of hebben partners gewoon te sterk verschillende karakters? Kun je het boze oog of de duivel de schuld geven van het feit dat je geen baan vindt? Misschien heb je niet de juiste vaardigheden of competentie. Mensen kunnen beter eerst naar zichzelf kijken als iets niet lukt. Misschien moet je harder studeren, je taalkennis bijspijkeren, meer je best doen om je relatieproblemen op te lossen of iets te bereiken. Daarom vind ik onderwijs zeer belangrijk. Prominente islamgeleerden zeggen trouwens ook dat een djinn niet in een lichaam kan binnendringen en zo de volledige controle over je lichaam en geest kan krijgen. Dié teksten zouden ruimer moeten worden verspreid.’
Volgens Azzouz hangt rond het exorcisme ook een sfeer van oplichterij. ‘Mensen hebben vaak nood aan psychische hulp. Maar kwakzalvers proberen hen op te lichten. Ze lezen bij een duiveluitdrijving bijvoorbeeld Koranverzen voor over honing en nadien verkopen ze potten goedkope honing tegen het dubbele van de normale winkelprijs. Ze maken mensen wijs dat ze zullen genezen als ze die speciale honing eten. In feite drijven ze handel met Koranverzen. Of ze verkopen water waar zogenaamd Koranverzen of islamitische smeekbeden over zijn uitgesproken. Ze durven duizenden euro’s aanrekenen voor flessen water. Dat soort bedriegers zou gerechtelijk vervolgd moeten worden. Onwetendheid, analfabetisme en goedgelovigheid van mensen wordt misbruikt door zogenaamde duiveluitdrijvers. Er moet dringend meer overheidscontrole komen, want het is een echte dure business geworden. Desnoods moet men die praktijken gewoon verbieden.’
Wanneer ik tijdens een religieuze bijeenkomst Koranverzen reciteer, merk ik dat bepaalde mensen die verzen niet kunnen verdragen. Soms vallen ze zelfs flauw
Nordine Taouil
Klei en vuur
Nordine Taouil is een bekende Antwerpse imam bij wie veel gelovige moslims te rade gaan. ‘Imams worden elke dag gebeld door mensen met psychologische problemen’, zegt hij. ‘Vaak hebben ze gewoon behoefte aan een luisterend oor. Maar er zijn effectief ook mensen die ziek zijn door tovenarij of boze geesten. De spirituele manier om die mensen te genezen is heel interessant. Mensen komen tot rust wanneer ze verzen uit de Koran horen. Ik hou me doorgaans niet bezig met duiveluitdrijving, maar soms doe ik het wel, maar uitsluitend door Koranverzen te reciteren. Ik merk dan soms dat de bezeten persoon rare dingen begint te doen omdat de rust van de djinn verstoord wordt door bepaalde verzen. De djinn probeert bij het horen van die verzen uit het lichaam te kruipen. Hoe dan ook mag een uitdrijving nooit met geweld gebeuren. De overheid moet een onderscheid maken tussen die spirituele ondersteuning en wat bepaalde kwakzalvers doen.’
Taouil ziet de wereld van djinn, tovenarij, zwarte magie, het boze oog ook als een aparte wereld. ‘Wanneer ik tijdens een religieuze bijeenkomst Koranverzen reciteer, merk ik dat bepaalde mensen die verzen niet kunnen verdragen. Soms vallen ze zelfs flauw. Dan besef ik dat die persoon misschien door geesten wordt gekweld. Mensen die gespecialiseerd zijn in duiveluitdrijving kunnen die gelovigen genezen. De wereld van de djinn is dus echt. Het bestaan van paranormale krachten in de vorm van djinns kunnen we niet ontkennen. Het is een aparte wetenschap. Het probleem is alleen dat veel moslims hun falen en mislukkingen daaraan toeschrijven. Dat is zowat een traditie geworden.’
Taouil gelooft niet dat duivels in een lichaam kunnen kruipen. Verhalen over seks met geesten of duivels wijst hij helemaal af: ‘Mensen die dat beweren, hallucineren. Seks met een djinn is onmogelijk want een mens is gevormd uit klei en een djinn is ontstaan uit vuur. Djinns kunnen dus niet in je lichaam kruipen, maar ze kunnen wel bepaalde plaatsen in je hersenen verstoren. Belangrijk is dat mensen vooral moeten beseffen dat ze sterker zijn dan djinns. In feite kan je jezelf dus genezen door in jezelf te geloven.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier