Frederic Vanhauwaert
Dringende medische hulp: stop de ping-pong tussen zorgverstrekkers en ocmw’s
Het Brussels OCMW geeft alleenstaanden zonder papieren dringende medische zorg. Maar die hulp geldt niet voor gezinnen met kinderen die in Brussel wonen. Er is dringend nood aan een duidelijkere en snellere procedure die het recht op gezondheid vooropstelt, stellen het Netwerk tegen Armoede en Pigment.
‘Het Brussels OCMW geeft alleenstaanden zonder papieren dringende medische zorg. Maar die hulp geldt niet voor gezinnen met kinderen die in Brussel wonen’ lezen we. Maar niet enkel in Brussel zijn er problemen met betrekking tot de toepassing van het recht op dringende medische hulp, als Netwerk tegen Armoede krijgen we regelmatig signalen vanuit onze verenigingen verspreid over Vlaanderen.
Bij ‘dringende medische hulp’ komt een OCMW tussen in de medische kosten van iemand die zonder wettig verblijf in ons land is. De toegankelijkheid van onze gezondheidszorg voor kwetsbare groepen is een oud zeer. Mensen zonder wettig verblijf vormen hier jammer genoeg geen uitzondering op.
Ping-pong tussen zorgverstrekkers en OCMW’s over wie eerst voor welk attest dient te zorgen, onduidelijkheid over de terugbetaling van de eerste consultatie waarin de medische nood dient vastgesteld te worden, meerdere weken moeten wachten voor je weet of het OCMW zal tussenkomen,… Momenteel loopt er een project waarbij de betaling van de facturen niet langer door de OCMW’s, maar wel door de Hulpkas gebeurt. Misschien worden hiermee een aantal problemen ondervangen, maar zeker niet allemaal. Er is dringend nood aan een duidelijkere en snellere procedure die het recht op gezondheid vooropstelt.
Slechts 1 op 2 mensen zonder wettig verblijf kennen de procedure Dringende Medische Hulp (jaarboek armoede 2011, Oases Universiteit Antwerpen). Maar ook bij OCMW-medewerkers en zorgverleners is de kennis onvoldoende. Van OCMW-medewerkers verwachten we dat ze de regelgeving kennen en toepassen zonder onnodige bijkomende voorwaarden of beperkingen die het recht op gezondheid uithollen. Ook praktijken waarbij mensen van OCMW naar OCMW worden gestuurd omwille van bevoegdheidsdiscussies zijn ontoelaatbaar. Dat hulp wordt geweigerd omdat mensen geen vaste verblijfplaats hebben is wraakroepend.
De term ‘dringende medische hulp’ dient duidelijker omschreven te worden. De term wordt op het terrein immers dikwijls verengd tot ‘medisch levensnoodzakelijke hulp’, terwijl de regelgeving een veel ruimere interpretatie toelaat. Kwetsbare groepen hebben al sterk de neiging om gezondheidszorg uit te stellen. Waarom dan zelf nog de boot afhouden tot er – duurdere – curatieve problemen zijn?
Ook de interpretatie van welke EU-burgers in aanmerking komen is streng. Hier is het niet het terrein, maar de Belgische overheid die de EU-richtlijn erg strikt interpreteert. EU-burgers hebben hierdoor vaak geen recht op enige vorm van dringende medische hulpverlening, ook niet als al hun rechten in het land van herkomst al zijn uitgeput….
Een aantal organisaties uit het Brusselse, waaronder een van onze verenigingen, schreef een memorandum over de situatie in Brussel . Ze beschrijven de enorme kloof tussen de theoretische rechten voor mensen zonder wettig verblijf en hun effectieve rechten. Ze formuleren ook aanbevelingen die het Brusselse niveau overstijgen. Meer dan interessante lectuur voor de bevoegde staatssecretaris en de lokale OCMW’s, lijkt ons.
Frederic Vanhauwaert, algemeen coördinator Netwerk tegen Armoede
Daniel Alliet, voorzitter Pigment (vereniging waar armen het woord nemen die zich onder meer richt naar mensen zonder papieren)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier