Tobias Leenaert

‘Door dierenorganisaties juridisch buitenspel te zetten, geeft ons rechtssysteem een vrijbrief aan wie dieren mishandelt’

Tobias Leenaert Consulent, activist en oprichter Ethisch Vegetarisch Alternatief (EVA)

Anno 2025 is dierenmishandeling nog altijd schering en inslag en leiden miljoenen dieren in ons land een ellendig leven. Maar de juridische mogelijkheden om hen te beschermen gaan erop achteruit.

Landbouwdieren zoals kippen, kalkoenen en varkens hebben doorgaans erg weinig bewegingsvrijheid en ondergaan pijnlijke ingrepen zonder verdoving. Ze zijn gefokt voor extreem snelle groei en maximale productie – met ernstige gevolgen voor hun welzijn. En het gaat niet alleen over dieren die we eten: ook honden, katten en andere dieren worden nog al te vaak uitgebuit, verwaarloosd of mishandeld.

Mensen die voor deze wezens opkomen, hebben het evenmin makkelijk. Dierenactivisten worden dagelijks weggezet als extremisten – enkel omdat ze structureel leed proberen te verminderen. Dat weerhield organisaties als Animal Rights of GAIA er tot nog toe niet van om, waar nodig, naar de rechter te stappen en zich burgerlijke partij te stellen bij dierenmishandeling.

De laatste jaren verklaarde de rechter hun zaken steeds ontvankelijk. De maatschappelijke gevoeligheid voor dierenleed is immers toegenomen. En aangezien dieren niet voor zichzelf kunnen opkomen, moet iemand anders dat doen. Juridisch vertaald: de rechtspraak erkende dat dierenrechtenorganisaties collectief een ‘moreel belang’ hadden bij de bescherming en het welzijn van dieren.

Dierenorganisaties buitenspel

Maar in juni 2024 besliste het Hof van Cassatie dat dierenorganisaties niet meer naar de rechter kunnen stappen bij inbreuken op dierenwelzijn. Enkel de eigenaar van de mishandelde dieren zou belang hebben om voor hen op te komen. Deze beslissing betekent dat dierenorganisaties, bijvoorbeeld, geen zaken meer kunnen starten tegen slachthuizen of andere instellingen waar dierenmishandeling plaatsvindt.

‘Dierenwelzijnsorganisaties zijn nu nagenoeg de enige soort vereniging die niet in rechte kunnen opkomen voor collectieve belangen.’

Het is een cynische boodschap: de enige partij die juridisch zou mogen opkomen voor mishandelde dieren, is dezelfde partij die verantwoordelijk is voor hun lijden. Het precedent dat hiermee is geschapen, dreigt wantoestanden structureel buiten het bereik van de rechter te houden. 

Neem bijvoorbeeld slachthuis Verbist in Izegem, dat dankzij Animal Rights werd veroordeeld in 2023. Het Hof van Beroep sprak over ‘grove schending van het dierenwelzijn, waarbij de te slachten dieren als dode, gevoelloze voorwerpen op brutale wijze werden behandeld’. De recente uitspraak van het Hof van Cassatie deed deze uitspraak echter teniet. 

Woensdag werd in de kamercommissie Justitie gestemd over een wetsvoorstel van Groen, dat deze situatie moest keren en dierenrechtenorganisaties opnieuw het recht zou geven zich burgerlijke partij te stellen. Het voorstel werd verworpen: enkel Groen-Ecolo en Vlaams Belang stemden voor. De PVDA en PS onthielden zich en de rest stemde tegen.

Discriminatie

Daarmee zijn dierenwelzijnsorganisaties nu nagenoeg de enige soort vereniging die niet in rechte kunnen opkomen voor collectieve belangen. Milieuverenigingen, beroepsverenigingen, werknemers- en werkgeversorganisaties, consumenten- en handelaarsverenigingen en verenigingen die fundamentele rechten en vrijheden behartigen mogen dat wel.

‘Wie denkt dat de bestaande wetgeving rond dierenwelzijn afdoende is om hen te beschermen, heeft zand in de ogen.’

En ondertussen doet de dierenindustrie haar best om verdere bescherming van dieren tegen te houden. Zo trok de belangenorganisatie van de pluimveehouders – de Landsbond Pluimvee – recentelijk naar de rechter omdat ze zich niet kon vinden in een ministerieel besluit rond minimale welzijnsnormen voor kalkoenen.

Volgens de organisatie waren die normen niet haalbaar en zouden ze de concurrentiepositie van onze pluimveehouders verzwakken ten opzichte van buitenlandse producenten. De Raad van State gaf hieraan gehoor en verklaarde het ministerieel besluit nietig.

Onvoldoende bescherming

Mensen gebruiken dieren voor voedsel, entertainment, kledij, folklore, gezelschap, noem maar op. Wie denkt dat de bestaande wetgeving afdoende is om hen te beschermen, heeft zand in de ogen. Hoewel de wetgeving er wel al op is vooruitgegaan, is er ook nog het probleem van handhaving.

De inspecteurs Dierenwelzijn maken niet altijd hun bevindingen over aan het parket, en uit officiële cijfers blijkt dat het openbaar ministerie ongeveer de helft van alle strafdossiers over dierenwelzijn seponeert.

Dierenrechtenorganisaties spelen dus een essentiële rol in het blootleggen van wantoestanden en het aansturen op betere praktijken. Door hen juridisch buitenspel te zetten, geeft ons rechtssysteem feitelijk een vrijbrief aan wie dieren mishandelt.

In deze woelige tijden lijkt het welzijn van varkens, kippen en honden wellicht van secundair belang voor velen. Maar zoals Gandhi lang geleden schreef: het morele niveau van een volk kunnen we afleiden uit de manier waarop het dieren behandelt. Dat zegt weinig goeds over ons.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content