Maarten Boudry
‘Door de lafheid van andere media werd Charlie Hebdo het eenzame brandpunt van alle religieuze haat’
Meer mensen hadden Charlie moeten zijn in 2006, vindt dr. Maarten Boudry (Universiteit Gent).
Hulde aan alle kranten die de gewraakte cartoons van Charlie Hebdo hebben afgedrukt op hun voorpagina’s. Het waren er nog veel te weinig. Enkele uren na de gruwelijke aanslag, sprak ik mijn hoop uit op een Charlie Effect: ‘Als je iemand vermoordt omwille van een tekening, zal die de dag erop in 1.000 kranten prijken’. Dat bleek ijdele hoop.
Maar waarom olie op het vuur gooien en moslims opnieuw provoceren? Waarom zonodig die cartoons verder verspreiden, als er al zoveel bloed is voor vergoten? Willen we nog meer aanslagen op ons geweten?
Hoe verzoenend deze redenering ook klinkt, ze is laf en pervers. We moeten de cartoons niet afdrukken omdat ze moslims kwetsen, maar ondanks het feit dat ze (sommige) moslims kwetsen.
Ten eerste zijn die cartoons nieuws. Ze vormen de rechtstreekse aanleiding voor een gruwelijke moordaanslag. Lezers hebben het recht om te weten welke potloodstreken klaarblijkelijk zo wraakroepend waren dat ze met bloed moesten vergolden worden. Om te zien hoe mild en onschuldig deze spotprenten waren. Om te zien dat Charlie Hebdo geen racistich of xenofoob bolwerk is, maar met alles en iedereen de spot dreef.
Kiezen om de cartoons niet af te drukken, ondanks hun overweldigende nieuwswaarde, is capituleren aan het terrorisme. Het opzet van extremistische moslims, dat hun profeet nooit of te nimmer mag afgebeeld of beledigd worden, is daarmee geslaagd.
Door de lafheid van andere media, werd Charlie Hebdo het eenzame brandpunt van alle religieuze haat
Maar sommigen zullen die cartoons toch sowieso overnemen ? Volstaat het niet dat wij hun recht daarop verdedigen, zonder het zelf uit te oefenen? De vrije meningsuiting is toch een recht, geen plicht?
Deze houding, gisteren verdedigd in een collectief editoriaal van The Guardian, is een subtielere vorm van lafheid. Als slechts enkele kranten de tekeningen overnemen, komen enkel zij in het vizier van de terroristen terecht. Hoe minder media de cartoons durven plaatsen, hoe meer gevaar de moedige enkelingen lopen. En als niemand ze nog overneemt, is dat het einde van de persvrijheid. De angst van krantenredacties voor aanslagen is zeer begrijpelijk, maar net daarom moeten we die cartoons massaal afdrukken, op alle voorpagina’s. Dat heet risicospreiding en solidariteit.
Vous êtes Charlie? Meer mensen hadden Charlie moeten zijn in 2006, toen het satirische magazine als een van de enigen de moed had om de Deense cartoons over te nemen. Dat werd toen als onkies bestempeld, een onnodige ‘provocatie’, en kwam hen op een brandbom in de redactielokalen en een proces voor rassenhaat te staan (een potsierlijke beschuldiging). Door de lafheid van andere media, werd Charlie Hebdo het eenzame brandpunt van alle religieuze haat.
Tot op vandaag weigeren de grote Amerikaanse nieuwskanalen om de cartoons te vertonen, uit een misplaatst ‘respect’ voor religie. In de vuurlinies van het vrije woord sturen ze liever anderen vooruit. Dat is het dictaat van de langste tenen.
Mijn boodschap aan de redactie: plaats hiernaast gerust een cartoon van een stuk of wat profeten. Ik neem die volledig voor mijn rekening. Een eigen inzending kan ik u niet aanbieden. Mijn tekentalent zou pas écht een belediging zijn voor de profeet.
Aanslag op Charlie Hebdo
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier