Michael Merrigan
‘Doodstraf is onomkeerbaar en discriminerend, en vergissingen gebeuren al te vaak’
‘De recente beslissing om de doodstraf op het federale niveau terug uit te voeren zal jammer genoeg bijdragen aan de stijgende trend in de VS, maar hopelijk de globale trend naar een afschaffing van de doodstraf niet verstoren’, schrijven onderzoeker Thomas Van Poecke (KU Leuven) en advocaat Michaël Merrigan.
De Minister van Justitie van de Verenigde Staten, William Barr, kondigde vorige donderdag aan dat de federale overheid van de VS de doodstraf opnieuw zal uitvoeren. Het is algemeen bekend dat de doodstraf in de VS in bepaalde staten kan: 25 staten kennen de doodstraf, in 21 staten is de doodstraf afgeschaft, en in vier staten geldt een formeel moratorium. Op het federale niveau werd de doodstraf sinds de herinvoering in 1988 slechts driemaal uitgevoerd; de laatste keer in 2003. Nu wordt dat feitelijk moratorium dus teruggeschroefd, en zullen vijf gevangenen in december en januari de doodstraf moeten ondergaan.
Doodstraf is onomkeerbaar en discriminerend, en vergissingen gebeuren al te vaak.
Het Internationaal verdrag inzake burgerlijke en politieke rechten (IVBPR) van 1966 verbiedt de doodstraf enkel in het geval van misdrijven gepleegd door minderjarigen en voor zwangere vrouwen. Hoe dan ook kan de doodstraf enkel worden uitgevoerd voor de ernstigste misdaden en na een finale rechterlijke uitspraak, en heeft de veroordeelde het recht om te verzoeken om genade of een omzetting van zijn straf. In 1989 werd een Optioneel Protocol bij het IVBPR aangenomen dat de doodstraf algemeen verbiedt, maar dit Protocol werd door de VS niet geratificeerd (en in het totaal ook maar door 87 landen, ten opzichte van 173 voor het IVBPR). Toch pleiten verschillende VN-organen al lang tegen de doodstraf. Zo nam de Algemene Vergadering van de VN in 2007 een resolutie aan die alle staten opriep een moratorium voor het uitvoeren van de doodstraf in te stellen en ze op termijn af te schaffen.
Europa
In Europa is het juridisch regime sterker. Hoewel ook het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) van 1950 de doodstraf niet verbiedt, doet het Zesde Protocol bij het EVRM (1983) dat voor de doodstraf in vredestijd, en het Dertiende Protocol (2003) in alle omstandigheden, dus ook in oorlogstijd. Dat laatste protocol werd intussen door bijna alle landen van de Raad van Europa goedgekeurd. Daarnaast heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens gesteld dat ook de anticipatie op de uitvoering van de doodstraf mensenrechtelijk problematisch is. In een baanbrekend arrest van 1989, Soering t. het Verenigd Koninkrijk, oordeelde dat Hof dat Soering, die verdacht werd van moord, niet kon worden uitgeleverd aan de VS omdat hij daar de doodstraf riskeerde. Dit zou immers betekenen dat hij op de befaamde ‘death row’ zou terechtkomen, waar hij in extreme en onzekere omstandigheden angstvallig, en mogelijk voor een lange periode, zijn executie zou moeten afwachten. Het EHRM achtte dit in strijd met het verbod op foltering en onmenselijke of vernederende behandeling. In het arrest Al-Saadoon en Mufdhi t. het Verenigd Koninkrijk van 2010 nam het EHRM vervolgens de ultieme stap. Volgens het Hof heeft de geëvolueerde statenpraktijk het EVRM geamendeerd. Nu in Europa (met uitzondering van Wit-Rusland, maar dat is geen lid van de Raad van Europa) geen enkel land de doodstraf uitvoert, is de doodstraf in de ‘Europese mensenrechtenzone’ eenvoudigweg in strijd met het recht op leven.
Argumenten pro & contra
Het streven naar een verbod op de doodstraf is mensenrechtelijk gezien meer dan terecht. De argumenten voor de doodstraf zijn zwak en al herhaaldelijk weerlegd. Zo zou de doodstraf voor een afschrikkingseffect moeten zorgen bij (potentiële) criminelen. Er is echter geen enkel bewijs dat zij dit effect beter bereikt dan bijvoorbeeld een levenslange gevangenisstraf. Ook is de doodstraf verre van goedkoop: in een rechtsstaat is het uitvoeren van de doodstraf volgens het Death Penalty Information Centre pakken duurder dan alternatieve straffen.
Daarnaast zijn er nog essentiële argumenten tegen de doodstraf. In de eerste plaats is de doodstraf onomkeerbaar, en gebeuren vergissingen jammer genoeg maar al te vaak. Zo zijn volgens Amnesty International sinds 1973 al meer dan 160 gevangenen die in de VS tot de doodstraf werden veroordeeld later onschuldig bevonden. Anderen werden geëxecuteerd terwijl er ernstige twijfels bestonden over hun schuld. Ook is de doodstraf discriminerend, omdat ze disproportioneel mensen met een minder gegoede sociaaleconomische achtergrond en etnische minderheden treft. Wereldwijd wordt de doodstraf bovendien vooral toegepast in landen met zwakke rechtssystemen die niet de nodige waarborgen kunnen bieden, en creëert ze het risico misbruikt te worden door machthebbers, met name om politieke tegenstanders definitief uit te schakelen.
In het verharde politieke discours van de laatste jaren, scoren sommige politici met de belofte om de doodstraf opnieuw in te voeren. Hoewel gepaste straffen voor ernstige misdaden uiteraard broodnodig zijn, blijkt uit het voorgaande duidelijk dat de praktijk van de doodstraf de maatschappij absoluut niet ten goede komt en, onomkeerbaar, vele onschuldige slachtoffers maakt.
Tot slot, maar zeker niet in het minst, mogen er ook morele vragen gesteld worden bij de doodstraf. Zelfs wanneer we als maatschappij geconfronteerd worden met (de angst voor) ernstige vergrijpen, hebben we nog steeds de keuze om zélf niet te doden.
Trends
Globaal neemt het gebruik van de doodstraf af. Zo rapporteerde Amnesty dat het aantal gekende executies in 2018 (minstens 690) met iets meer dan 30% daalde ten opzichte van 2017 (minstens 993), en het laagste aantal uitmaakte van het laatste decennium. Deze cijfers houden echter geen rekening met de duizenden executies die China zou uitvoeren, en waar zeer moeilijk informatie over te vinden is. Ook voor andere landen, zoals Syrië en Noord-Korea, zijn er geen (betrouwbare) gegevens. Volgens Amnesty International bedroeg het aantal executies in de VS in 2018 25, een stijging met 2 ten opzichte van 2017, en met 5 ten opzichte van 2016 (dit cijfer lag echter historisch gezien laag, bijvoorbeeld in vergelijking met 2009, toen er 52 executies waren).
De recente beslissing om de doodstraf op het federale niveau terug uit te voeren zal jammer genoeg bijdragen aan de stijgende trend in de VS, maar hopelijk de globale trend naar een afschaffing van de doodstraf niet verstoren.
Thomas Van Poecke is onderzoeker aan het Instituut voor Internationaal Recht van de KU Leuven.
Michaël Merrigan is advocaat en bestuurslid van Amnesty International Vlaanderen. Hij schrijft in eigen naam.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier