Dit doen de Europese groenen met uw belastinggeld

De Belgische Europarlementsleden van De Groenen/Europese Vrije Alliantie: Bart Staes en Philippe Lamberts © Dino Tsanakas
Kristof Clerix
Kristof Clerix Onderzoeksjournalist

Europarlementsleden krijgen maandelijks 4.342 euro onkostenvergoeding bovenop hun salaris. Waar gaat dat geld naartoe? Knack vroeg het aan de Belgische Europarlementsleden van De Groenen/Europese Vrije Alliantie: Bart Staes (Groen) en Philippe Lamberts (Ecolo).

Heeft u een kantoor buiten het Europees Parlement?

Bart Staes: ‘Ik beschik niet over een lokaal kantoor voor mijn medewerkers gezien ik uitsluitend werk met geaccrediteerde medewerkers. Thuis (in Antwerpen) beschik ik wel over een apart kantoor met computer en printer. De kosten beperken zich in deze tot de aankoop van inkt-cartridges, papier en een beperkt aantal kantoorbenodigdheden. In mijn thuiskantoor heb ik ook een aparte internetverbinding. Andere kosten zoals elektriciteit en verwarming breng ik niet in rekening, omdat het geen officieel kantoor is. Ik betaal voor dat kantoor dan ook geen huur aan mezelf.

‘Over de jaren 2015 en 2016 was de jaarlijkse kost voor de aankoop van papier, inktcartridges en kantoormateriaal gemiddeld 400 euro. Mijn internet-abonnement bedraagt 475 euro. Ik neem deze aparte internetverbinding omdat ik een duidelijke scheiding wil maken tussen mijn tv- en internetabonnement bij Telenet dat voor privegebruik is van mezelf en mijn huisgenoten en mijn beroepsgebruik bij een andere provider. In 2016 kocht ik ook een HP-printer die kan printen, scannen en kopiëren. Dat was een eenmalige kost van 320 euro.’

Philippe Lamberts: ‘Mijn gebruikelijke werkplek is mijn bureau in het Europees Parlement. Mijn lokale assistenten zijn volgens de dienstnoden ondergebracht in de bureaus van Ecolo in Brussel en Namen. Hiervoor betaal ik van mijn algemene onkostenvergoeding een jaarlijks bedrag van 3745 euro aan Ecolo, om een deel van de infrastructuurkosten te dekken.

‘Het kantoor in Namen is de hoofdzetel van Ecolo, dat in Brussel is de Brusselse zetel van de partij. Het huurbedrag is vastgesteld op basis van de oppervlakte die we innemen (13,87 m² in Namen en 4,88 m² in Brussel), en brengt een deel van de gemeenschappelijke kosten in rekening volgens gebruik van de werkplek. Deze bureaus zijn niet voor het publiek toegankelijk en dus zijn er geen openingsuren.’

Bent u bereid om uw onkosten publiek te maken?

Bart Staes: ‘We hebben als Groenen in het Europees Parlement de voorbije jaren meermaals amendementen ingediend om de regels die het Parlement oplegt rond het gebruik van de algemene onkostenvergoeding aan te scherpen, transparanter te maken en de controle erop door de diensten van het Parlement daadwerkelijk te organiseren. Binnen de groene fractie bestaat sterke eensgezindheid om de bestaande regels te veranderen. We beseffen dat we ook zelf al zaken kunnen doen om een voorbeeld te stellen. Eerder dit jaar kwamen we met de groene fractie tot een gezamenlijk akkoord over hoe iedereen er zich toe verplicht met deze algemene onkostenvergoeding om te gaan. De onkosten worden beheerd via een aparte bankrekening en op het einde van het mandaat gaan we het niet-gebruikte saldo teruggeven aan het Parlement. Alle bewijsstukken moeten worden bijgehouden tot aan het einde van het mandaat, en er komt een jaarlijks overzicht van de uitgaven per kostenpost.’

Staes stuurde ook een overzicht door van de uitgaven die hij in 2016 deed. De uitgaven voor 2015 lagen in dezelfde orde van grootte.

  • Kantoorbeheer en -onderhoud : 4711 euro
  • Kantoorbenodigdheden en documentatie: 8708 euro
  • Kantooruitrusting : 3507 euro
  • Representatiekosten : 18.758 euro
  • Administratieve kosten : 423 euro

Gevraagd om toelichting bij zijn representatiekosten, antwoordde Staes met een voorbeeld: ‘Voor een studiedag over het Sociale Europa huur ik een zaal (500 euro), trek ik sprekers aan (4 x 300 euro), sluit ik af met een drankje voor de deelnemers, en voorzie ik een cadeautje voor de vrijwilligers die de zaak organiseerden. Alles samen zit je rap aan een kost van 2200 euro.’

Is Staes ook bereid om al zijn bonnetjes publiek te maken? ‘In overleg met mijn collega’s van de groene fractie besloten wij hier niet op in te gaan. De achterliggende documenten geven behalve inzicht in de manier waarop het geld werd uitgegeven ook inzicht in de politieke strategie en de voorbereiding van bepaalde dossiers die niet zomaar publiekelijk kunnen/moeten worden gemaakt.

‘Ik ijver ervoor dat de EP-administratie ook voor wat betreft de algemene onkostenvergoeding een strategie zal ontwikkelen van sterke controle op de rechtsgeldigheid van uitgaven. En zelfs bij dat soort controles zal er steeds een spanningsveld bestaan tussen een technische controle en een politieke controle.

‘Zo moest ik onlangs in debat gaan met de administratie omdat ik een medewerker de opdracht gaf bijkomend onderzoek te verrichten rond de toestand van de positie van de Koerden in Turkije, Irak, Iran en Syrië. Het Parlement weigerde in eerste instantie dat contract te honoreren omdat ik ‘niet actief was in de Commissie Buitenlandse Zaken en mijn politieke activiteiten zich situeerden in de Commissie Milieu, Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Anti-Fraude van het Europees Parlement’. Ik heb ze dan moeten duidelijk maken dat de werkzaamheden van een politicus zich niet beperken tot alleen maar het werk in de parlementaire commissies. Het contract werd uiteindelijk wel toegelaten, maar dit incident geeft aan dat er een dunne lijn is tussen technische controle op de geoorloofdheid van uitgaven en politieke controle.’

Philippe Lamberts verwijst net als Staes naar het akkoord binnen de groene fractie om vanaf 1 juli onder meer een externe controle van de boekhouding te organiseren, en een overzicht van onkostenposten publiek te maken. Hij bezorgde alvast het volgende overzicht:

Kosten Percentage van de uitgaven
Externe relaties 31,6
Externe communicatie 5,0
Externe events 20,5
Uitnodigingen 4,3
Giften aan ngo’s 1,8
Infrastructuur en interne steun 38,6
Kantoren 10,0
Informatica 10,6
Telecommunicatie 8,9
Kantoorbenodigdheden 6,0
Werkvergaderingen 3,1
Verplaatsingen 12,6
Kranten, tijdschriften, boeken, publicaties, studies 14,6
Professionele kledij 2,6
Totaal 100


Heeft u ooit niet-gebruikte onkosten teruggestort aan het Europees Parlement?

Bart Staes: ‘Ik heb tot op heden nog geen sommen teruggestort aan het Europees Parlement. De Groene groep in het Parlement is overeengekomen dat op het einde van de rit de niet-gebruikte gelden van deze onkostenvergoeding zal worden teruggestort. Dat wordt dus bij ons de courante praktijk.’

Philippe Lamberts: ‘Nog niet. Het saldo van de algemene onkostenvergoeding dat op het einde van mijn eerste mandaat (in 2014) nog niet was uitgegeven, is op een aparte rekening geplaatst met het oog op aanwending tijdens het tweede mandaat. In overeenstemming met de beslissing van onze groep zal ik het niet-gebruikte saldo op het einde van mijn tweede mandaat (juni 2019) terugstorten aan het Europees Parlement – los van de vraag of ik al dan niet herkozen word voor een derde mandaat.’

Partner Content