Europarlementsleden krijgen maandelijks 4.342 euro onkostenvergoeding bovenop hun salaris. Waar gaat dat geld naartoe? Knack vroeg het aan de Belgische Europarlementsleden voor de Europese Conservatieven en Hervormers: Mark Demesmaeker (N-VA), Sander Loones (N-VA), Helga Stevens (N-VA) en Anneleen Van Bossuyt (N-VA).
Heeft u een kantoor buiten het Europees Parlement?
Mark Demesmaeker (in naam van N-VA delegatie): ‘De N-VA-Europarlementsleden hebben geen andere kantoren buiten het Europees Parlement.’
Bent u bereid om uw onkosten publiek te maken?
Mark Demesmaeker (in naam van N-VA delegatie): ‘Gelet op het feit dat het parlement niet voorziet in de vereiste om alle kosten te documenteren, hanteren N-VA-Europarlementsleden zelf een systeem waarbij de onkostenvergoeding op een aparte rekening wordt gestort, de uitgaven met gebruik van deze middelen wordt bijgehouden, en het gebruik van deze middelen met volledig respect van de vastgestelde regels geldt.’
Zijn ze bereid om hun bonnetjes publiek te maken? ‘Het lijkt ons noodzakelijk dat dergelijk toezicht verzekerd wordt door het Europees Parlement. Het is dan ook cruciaal dat het Europees Parlement de nodige bijkomende garanties uitwerkt die verzekeren dat het toezicht op het gebruik van parlementaire onkostenvergoedingen objectief en correct wordt uitgevoerd. Tijdens de recente plenaire vergadering in Brussel hebben we daartoe opnieuw een ganse reeks amendementen gesteund.’
Heeft u ooit niet-gebruikte onkosten teruggestort aan het Europees Parlement?
Mark Demesmaeker (in naam van N-VA delegatie): ‘De drie andere N-VA-Europarlementsleden zijn pas sinds de huidige legislatuur lid van het Europees Parlement. Ikzelf volgde Frieda Brepoels in februari 2013 op en was in de vorige legislatuur dus minder dan anderhalf jaar lid van het Europees Parlement. Aan het einde van de rit heb ik geen algemene onkostenvergoeding terugbetaald.’