‘Deze pandemie is een bedreiging voor onze samenleving’

© Getty Images

Hoe kunnen artsen beslissen welke zwaar zieke patiënten verzorgd worden, en welke niet? Professor geneeskunde, filosofie en medische ethiek Christiane Woopen: ‘Ik ga ervan uit dat ziekenhuizen ondertussen al hebben afgesproken hoe ze in zulke gevallen te werk zullen gaan.’

Ook op moreel gebied is de coronacrisis een uitzonderlijke situatie. Wat valt u als ethica het meeste op?

CHRISTIANE WOOPEN: De structuur in onze samenleving valt weg. We hebben geen zekerheid meer. Niet lokaal, niet globaal. We kunnen niets nog voorspellen of plannen. We kunnen niet meer reizen, de grenzen zijn gesloten, mensen ervaren fysieke en emotionele moeilijkheden. Dat eist heel wat creativiteit en weerbaarheid, zowel van de mensen als van de instellingen.

Wat kan een professor medische ethiek dan doen?

WOOPEN: Als het aantal patiënten ineens zo sterk stijgt, zal het ons vroeg of laat aan hulpmiddelen ontbreken. Dan doen er zich zeer concrete, existentiële vragen voor. Zo kan het bijvoorbeeld dat er te weinig beademingsapparaten zijn. In Italië is dat al het geval. Wat doe je als plots drie patiënten zo’n apparaat nodig hebben maar je hebt er maar één over? We moeten voorbereid zijn op noodsituaties, ook al doet de gezondheidszorg er natuurlijk alles aan om ze te vermijden.

Wie moet er in zo’n noodsituatie beslissen wie behandeld wordt en wie niet?

WOOPEN: Dat moeten de aanwezige artsen beslissen. Maar dat moeten ze doen op basis van een aantal ethische criteria die op voorhand werden afgesproken. De spoedeisende geneeskunde heeft zulke criteria opgesteld. Maar het is belangrijk dat de samenleving artsen en verplegend personeel begeleidt bij het toepassen.

Als er in een Italiaans ziekenhuis te weinig beademingstoestellen zijn, krijgen patiënten met een grotere overlevingskansvoorrang. Is dat in andere Europese landen ook zo?

WOOPEN: In Italië wordt een utilitaristische aanpak gebruikt. Dat wil zeggen dat artsen de keuze maken die voordelig is voor zoveel mogelijk mensen. Andere Europese landen pakken het meestal anders aan en gaan uit van toegang tot medische hulp voor iedereen. Maar soms moeten er toch keuzes gemaakt worden. Daarom is het belangrijk dat de criteria worden gevolgd.

Welke criteria zijn dat?

WOOPEN: Eerst moet men zich afvragen of de patiënt die een beademingstoestel nodig heeft nog kan genezen.

Wil dat zeggen dat patiënten die niet gered kunnen worden naar huis worden gestuurd?

WOOPEN: Nee, ze moeten thuis of in het ziekenhuis palliatieve zorg krijgen.

En als het om twee patiënten gaat die kunnen genezen? Wie krijgt dan het beademingstoestel?

WOOPEN: Eerst diegene die het toestel het dringendste nodig heeft. Als beide patiënten het toestel dringend nodig hebben, moet de patiënt met de grootste overlevingskans eerst toegang krijgen. Dat is geen gemakkelijke beslissing.

Hoe goed zijn artsen en verpleegkundigen op noodsituaties voorbereid?

WOOPEN: Ik ga ervan uit dat ziekenhuizen ondertussen al hebben afgesproken hoe ze te werk zullen gaan in die omstandigheden. Het is heel belangrijk dat iedereen binnen een medisch team de afspraken goed kent. Je kan van het ene moment op het andere in een conflictsituatie terecht komen. Daarnaast zou ieder ziekenhuis ook psychologische en emotionele begeleiding moeten voorzien voor het personeel. Zulke beslissingen kosten namelijk veel inspanning. Het personeel moet bij iemand terecht kunnen.

Is ieder leven evenveel waard bij zo’n beslissingen?

WOOPEN: Absoluut.

Dus wanneer een belangrijke politicus opgenomen wordt, zal die niet beter behandeld worden?

WOOPEN: De waarde van een mens is onaantastbaar. Toch is het vanuit een ethisch standpunt belangrijk dat sommige mensen als eerste behandeld worden. Mensen die onmisbaar zijn voor het functioneren van de staat of de gezondheidszorg bijvoorbeeld.

Sommigen vinden dat ouderen vanaf een bepaalde leeftijd niet meer behandeld zouden moeten worden. Hulpmiddelen zouden zo gemakkelijker bij jongere mensen terecht kunnen komen. Vindt u dat er een leeftijdsgrens moet worden ingevoerd?

WOOPEN: Nee, absoluut niet. Ook vanuit een medisch perspectief is dat niet te verantwoorden. Een arts moet geen beslissingen nemen op basis van de leeftijd maar op basis van de toestand van een patiënt.

Een arts moet geen beslissingen nemen op basis van de leeftijd maar op basis van de toestand van een patiënt.

Doet de samenleving genoeg om ziekenhuispersoneel te beschermen tegen overbelasting?

WOOPEN: Iedereen moet zijn krachten tot op zekere hoogte kunnen sparen, dat geldt zeker voor het medische personeel. Het is zinloos als mensen alles geven om het daarna te begeven. De samenleving kan medisch personeel helpen door hen veel waardering te tonen. Dat geeft kracht. Daarnaast moet iedereen zich zo verantwoordelijk mogelijk gedragen zodat niemand onnodig tot die overbelasting bijdraagt. Iedereen die nu nog tot feestjes oproept of de minimale afstand niet respecteert, riskeert niet alleen zijn eigen leven maar ook dat van zijn medemens. Daarnaast belasten ze de mensen die dag en nacht in de weer zijn om mensenlevens te redden.

U zei eerder dat de structuur in onze samenleving wegvalt. De president van Frankrijk heeft het zelfs over een gezondheidsoorlog. Bent u het eens met die uitspraak?

WOOPEN: Ik begrijp waarom Emmanuel Macron die verwoording heeft gekozen. Hij wilde zijn bevolking wakker schudden. Toch vind ik dit soort oorlogsretoriek schadelijk. We voeren geen oorlog. Oorlogen zijn vernietigend, de maatregelen tegen het virus zijn dat niet. We vechten niet tegen mensen, we proberen net levens te redden. We moeten agressieve retoriek vermijden. Die veroorzaakt enkel meer paniek.

De coronacrisis is een test voor onze samenleving. Zullen we ons deze tijd achteraf herinneren als een tijd van solidariteit of net van egoïsme?

WOOPEN: Ik heb de indruk dat solidariteit en openheid momenteel de overhand halen. We blijven weliswaar meer thuis en onze bewegingsruimte is veel kleiner geworden, maar er zijn zo veel creatieve initiatieven van mensen die hun best doen om elkaar te ondersteunen.

Enquêtes die in Haïti werden afgenomen na de verschrikkelijke aardbeving tonen aan dat veel mensen er nu gelukkiger zijn dan voor de ramp. Ze gaven aan een gevoel van verbondenheid te voelen. Zou dit bij ons na de crisis ook het geval kunnen zijn?

WOOPEN: Mensen die zich in een crisissituatie bevinden, voelen zich vaak meer verbonden met elkaar. Ze geven meer aandacht aan de dingen die echt betekenisvol zijn in het leven. Ik heb het natuurlijk niet over mensen die moeten vechten om te kunnen overleven. In het dagelijkse leven worden we regelmatig geconfronteerd met oppervlakkigheid, egoïsme en tijdverspilling. Maar tijdens een crisis worden we een beetje wakker geschud. We gaan nadenken over belangrijke vragen. Wat kan ik als individu betekenen? Wat kenmerkt onze samenleving? In wat voor samenleving wil ik leven? Wat kan ik doen om te helpen? Het kan deugd doen om je met dit soort vragen bezig te houden.

Tijdens een crisis gaan we nadenken over belangrijke vragen. Wat kan ik als individu betekenen? In wat voor samenleving wil ik leven?

Zijn de strenge maatregelen tegen het virus gegrond?

WOOPEN: Ja. Het coronavirus verspreidt zich veel vlugger dan bijvoorbeeld de gewone griep. Daarnaast is de kans dat je aan corona sterft ook groter dan bij de griep.

Wordt de vrijheid van mensen niet te veel beperkt?

WOOPEN: Nee, ik vind het zeker te verantwoorden dat we als individu, als samenleving en als economie er alles aan doen om zo weinig mogelijk mensen te laten sterven aan deze pandemie. Nadat de crisis voorbij is, zullen we wel moeten beslissen welke onbedoelde gevolgen we bereid zijn te accepteren.

Zou het beter zijn om enkel de risicogroepen onder quarantaine te plaatsen in plaats van de hele bevolking?

WOOPEN: Die optie is inderdaad besproken geweest. Maar enkel de risicogroepen onder quarantaine plaatsen zou niet voldoende zijn. Ook jongere mensen en mensen zonder medische voorgeschiedenis kunnen zwaar ziek worden.

De maatregelen beperken niet enkel de individuele vrijheid maar brengen ook heel wat kosten met zich mee. Mag men een mensenleven gelijkstellen aan de kosten die gemaakt worden om het te redden?

WOOPEN: Dat wordt in andere omstandigheden ook gedaan. Zo moeten we bijvoorbeeld beslissen hoeveel ambulances, reddingshelikopters en ziekenhuisbedden er worden voorzien voor patiënten met brandwonden.

We staan mogelijk nog maar aan het begin van de epidemie, de maatregelen kunnen nog verscherpen. Hoe ver mag een samenleving gaan in het beperken van de vrijheid?

WOOPEN: Dat moet goed afgewogen worden. Een uitgaansverbod mag er niet toe leiden dat de sfeer in een samenleving volledig omslaat. De bedreiging van huiselijk en seksueel geweld mag niet groter worden dan de voordelen van het uitgaansverbod. We mogen de potentiële agressie niet onderschatten.

Bedoelt u dat sommige mensen zich in het nauw gedreven voelen omdat er te veel solidariteit van hen wordt verwacht?

WOOPEN: We mogen er niet vanuit gaan dat iedere burger goedwillig en openhartig is. De coronacrisis treft ons in een zeer moeilijke tijd. Veel samenlevingen zijn niet goed uitgerust voor deze situatie. Populisme, extremisme en de vrees voor het onbekende hebben zich de laatste jaren duidelijk gemanifesteerd.

We mogen er niet van uitgaan dat iedere burger goedwillig en openhartig is.

Kan het virus de democratie in gevaar brengen?

WOOPEN: We hebben gezien hoe de sfeer omsloeg na de vluchtelingencrisis en welke ontwikkelingen daaruit zijn voortgekomen. Het zou naïef zijn om te denken dat de epidemie onze politiek niet bedreigt. We mogen niet toelaten dat de samenleving na deze crisis nog meer verdeeld is dan ervoor. Het is vooral belangrijk dat de maatregelen die regeringen beloven op een effectieve en betrouwbare manier uitgevoerd worden. Anders verliest een regering haar geloofwaardigheid en verliezen de burgers hun vertrouwen. Dat kan catastrofale gevolgen hebben voor een samenleving.

Kan een overheid beslissen hoeveel solidariteit ze van mensen verwacht?

WOOPEN: We mogen van iedereen verwachten dat hij of zij zich afvraagt hoe ze zelf behandeld willen worden. Zo moet je ook anderen behandelen. Je moet je proberen inleven in de situatie van iemand die hulp nodig heeft.

We zien dat vooral Aziatische landen zoals in China en Taiwan het algemene welzijn van de bevolking benadrukken terwijl Westerse landen meer oog hebben voor individuele vrijheid. Zijn Aziatische samenlevingen beter uitgerust voor een pandemie?

WOOPEN: Het gemeenschappelijk bewustzijn is al eeuwenlang sterk verankerd in de cultuur van landen als China. Mensen zien er gemakkelijker af van hun eigen vrijheden om anderen te helpen. Westerse culturen leggen meer nadruk op het individu. De laatste tijd lijkt het wel alsof het individu voorrang heeft op de gemeenschap.

In China zien mensen gemakkelijker af van hun eigen vrijheden om anderen te helpen.

Volgens u kan het Westen iets leren van de Oosterse culturen?

WOOPEN: Ik zou het niet zo polariseren, maar we mogen niet vergeten dat we allemaal aangewezen zijn op andere mensen en op de maatschappij.

Veel mensen weten niet goed hoe ze met oudere familieleden moeten omgaan. Als je je ouders of grootouders bezoekt, breng je ze misschien in gevaar. Maar we kunnen hen moeilijk maandenlang alleen laten. Hoe kunnen we dit oplossen?

WOOPEN: De situatie is bijzonder erg voor mensen in verzorgingstehuizen die met dementie kampen. Ze hebben regelmatig bezoek nodig omdat ze anders hun familie misschien niet meer herkennen. De beste optie is om digitaal contact te onderhouden.

En als dat niet mogelijk is? Wie moet dan beslissen of een bezoekje het risico waard is?

WOOPEN: Dan moet er een afweging gemaakt worden tussen levensduur en levenskwaliteit. Dat moet per geval beslist worden. Als een oudere persoon liever bezoek krijgt, ook al verhoogt dat het risico op besmetting en een vroegere dood, is dat een persoonlijke beslissing. Die persoon moet er wel bij stilstaan dat er zo druk op de familieleden terecht komt. Zij kunnen namelijk verantwoordelijk zijn voor de dood van hun oma of opa. Als een zwaar demente persoon die beslissing niet meer zelf kan maken, moeten zijn nabestaanden dat voor hem doen. Zij moeten dan ook de gevolgen voor de andere bewoners van het tehuis en het verplegend personeel mee in rekening nemen.

Copyright: Der Spiegel / Vertaling: Cynthia Van Muylder

Partner Content