Demir weigert voorgangers met vinger te wijzen over PFAS
Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir heeft zich in de onderzoekscommissie PFAS-PFOS maandag niet willen uitspreken over de mogelijke fouten van haar voorganger(s). PVDA-parlementslid Jos D’Haese betreurt dat: ‘U spreekt van een ketenaanpak, maar uw keten stopt bij de administratie. U kan wel fouten vaststellen bij de administratie, maar niet bij de politiek verantwoordelijken’. ‘Ik was er toen niet bij. Ik zat in een ander parlement. Ik ga geen oordeel vellen over die mensen’, antwoordde de minister.
In een lange zitting van de onderzoekscommissie bestempelde minister Demir de PFOS-crisis meermaals als een ‘systeemfalen’. Er zijn volgens haar door de jaren heen verschillende schakels in de ketting die niet naar behoren gewerkt hebben. ‘Hoe komt het dat onderzoeken van 20 of 15 jaar geleden niet op de radar stonden. Hoe komt het dat dossiers uit het buitenland, de Verenigde Staten en Dordrecht, bij ons de zaken niet in beweging hebben gebracht? Daar moeten we een antwoord op vinden zodat we het systeem kunnen verbeteren’, klonk het.
De N-VA-minister gaf ook toe dat haar administratie in het verleden steken heeft laten vallen. Zo had men in 2017 bijvoorbeeld beter extra staalnames gedaan in woongebied en had OVAM het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) sneller op de hoogte moeten brengen. ‘Maar het is te makkelijk om de zwartepiet bij een of andere administratie te leggen. Het was een falen van een hele keten’, aldus Demir.
Maar volgens PVDA-parlementslid Jos D’Haese vergeet de minister een schakel in haar keten, namelijk de politieke verantwoordelijken van de vorige regering. ‘Uw keten gaat van lokale besturen tot de administratie, maar blijkbaar is er daarboven niks’, aldus D’Haese. ‘U geeft wél een oordeel over wat er bij de administraties goed en fout is gedaan. Maar als u zegt dat de administraties fouten hebben gemaakt, waarom zegt u dan niet dat ook uw voorgangers fouten hebben gemaakt?’.
Maar minister Demir liet zich niet verleiden tot vingerwijzen naar haar voorgangers. ‘Het is aan de onderzoekscommissie om alle puzzelstukjes bijeen te leggen’, aldus Demir. ‘U bent geïnteresseerd in de wie-vraag, ik zou graag antwoord hebben op de waarom-vraag’, stelde de N-VA-minister. D’Haese deed alvast een suggestie voor een antwoord op die vraag: ‘Misschien was er een zeer grote druk om het Oosterweelproject tijdig te doen starten en wilde men geen vertraging door een vervelende vervuiling in Zwijndrecht?’
. Waarop de PVDA-fractieleider nog een laatste poging deed om Demir iets te laten zeggen over haar voorganger(s). Maar Demir hapte niet: ‘Ik was er toen niet bij. Ik zat in een ander parlement. Ik ga geen oordeel vellen over die mensen’