De Wever zet steevast de toon: ‘Iedereen wordt gedwongen om mee te stappen in zijn debat’
Bart De Wever slaagt er als geen ander politicus in om zijn wil op te leggen aan het publieke debat. ‘Als hij straks zegt dat hij naar de Lidl twee kilo tomaten gaat halen, vragen mensen zich twee dagen later nog af wat er achter die tomaten zit,’ zegt Carl Devos.
Vlak voor het einde van de komkommertijd, in het laatste weekend van de zomervakantie, legde N-VA-voorzitter Bart De Wever meteen een claim op de weer aanzwengelende nieuwscyclus. ‘Na lectuur over de achteruitgang van het Vlaams onderwijsniveau staat het voor mij vast: we moeten de onderwijslijn van de N-VA volgende legislatuur sterker doordrukken,’ klonk het op zijn Twitterpagina. Lees: N-VA wil in de volgende Vlaamse regering graag de minister van Onderwijs leveren.
De timing voor zijn uitspraak had De Wever niet helemaal zelf gekozen: verscheidene kranten boden in hun weekendeditie – vlak voor het nieuwe schooljaar – ruim plaats aan onderwijsexperts om hun visie over de Vlaamse scholen uit de doeken te doen. Dat die experten daarbij luid aan de alarmbel trokken, kwam hem weliswaar goed uit, en gaf De Wever de kans om het al lang bekende onderwijsstandpunt van N-VA in de verf te zetten: de lat moet omhoog, en het kruim onder de leerlingen moet weer kunnen excelleren.
https://twitter.com/Bart_DeWever/status/1035835793187778560Bart De Weverhttps://twitter.com/Bart_DeWever
Na lectuur over de achteruitgang van het Vlaams onderwijsniveau staat het voor mij vast: we moeten de onderwijslijn van @de_NVA volgende legislatuur sterker doordrukken.
Bron: https://t.co/CtMEE74E9A pic.twitter.com/Qc5NrQHCJt— Bart De Wever (@Bart_DeWever) September 1, 2018
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
550rich3153600000Twitterhttps://twitter.com1.0
Op het kabinet van huidig Onderwijsminister Hilde Crevits (CD&V) werd gesteigerd. Het geduld met N-VA is er stilaan op: al geruime tijd ergert de minister zich blauw aan de manier waarop N-VA elk onderwijsdebat naar zich toe trekt. Dat iedere beslissing door de Vlaams-nationalisten naar buiten wordt gebracht als een overwinning van hun partij, heeft eveneens veel kwaad bloed gezet. De reactie van Crevits was navenant: ‘Vreemde tweet na 4 jaar samen regeren en “historische” oplossingen vinden, waarbij de N-VA nooit nalaat hun grote aandeel te benadrukken.’
Ook dagen later zinderde de tweet van De Wever nog na. In de krant De Morgen verweet Crevits hem een hypocriete houding. ‘Je kan niet negen jaar meeregeren, alle nieuwe stappen in het onderwijs meecommuniceren, elke keer benadrukken hoe goed het wel niet gaat en dan zeggen dat het gene vetten is. Dat gaat niet.’
Maar dat gaat wel, zo blijkt – of toch als je Bart De Wever heet. ‘Om de een of andere reden heb je bij hem het gevoel dat het op een bepaalde manier steek houdt,’ analyseert politoloog Carl Devos (UGent). ‘Er zit een grond van waarheid in, ook al weet je tegelijk dat het niet helemaal correct is.’
Daarmee verwijst Devos naar de spreidstand die Bart De Wever telkens weer weet aan te nemen: het beleid mee bepalen, en het niet veel later met de grond gelijk maken. Op een debat van technologiefederatie Agoria in mei stelde hij bijvoorbeeld nog onomwonden dat de kernuitstap onhaalbaar was binnen het huidige kader, zonder daarbij de bevoorrading in het gedrang te brengen of de energieprijs te laten exploderen. Zo zette De Wever in een klap twee regeringen met N-VA te kijk, de federale en de Vlaamse, waarvan een dan nog geleid wordt door zijn partij. Ook daar kwam De Wever moeiteloos mee weg, en ondertussen bediende hij twee publieken: degene die voor de kernuitstap zijn, en degene die er niet in geloven.
Deze week was het opnieuw prijs met een interview in De Volkskrant over de Antwerpse drugsoorlog, waarin De Wever onomwonden politieke tegenstanders ervan beschuldigde vatbaar te zijn voor omkoping uit het drugsmilieu. Het artikel toonde bovenal aan hoe zes jaar Antwerps N-VA-beleid de war on drugs niet heeft kunnen keren, maar De Wever slaagde erin de aandacht van zijn beleid af te leiden en het debat in de eerste plaats te laten gaan over de infiltratie van drugsbaronnen in politieke middens.
‘Het is straf als je dat kan,’ zegt Devos, die een verklaring zoekt in het bijzondere charisma en de uitstraling van De Wever. ‘Hij slaagt erin de sfeer te verleggen van wat hij vervelend vindt, naar waar hij het wél over wil hebben. Er wordt hem ook een bepaald politiek belang toegeschreven, waardoor hij heel veel weerklank krijgt. De andere partijen worden gedwongen om mee te stappen in zijn debat: ze komen dan op zijn terrein, en ze moeten zijn spel spelen.’
Voor politieke tegenstanders is het moeilijk om daar zonder kleerscheuren uit te komen. Erg lang ergerde CD&V zich vooral in stilte aan de gespierde taal van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA). Door niet te reageren, hoopten de christendemocraten vooral om het discours van Francken niet nog meer ruchtbaarheid te geven in de media. Dat pakte anders uit: CD&V kreeg bakken kritiek over zich heen van mensen die vonden dat de partij door haar stilzwijgen in feite instemde met Francken. Eens CD&V besloot toch te reageren, kreeg de partij opnieuw het deksel op de neus: waarom bleven ze dan in de regering zitten met N-VA?
Aan de linkerzijde wordt wel eens beweerd dat de media te mak zijn voor De Wever. En daar is iets van aan, zegt Devos. ‘Behandelen we hem op dezelfde manier als andere politici? Het antwoord is pertinent neen.’ Het is een nevenverschijnsel van de gigantische media-aandacht die De Wever telkens weer krijgt. ‘Ik begrijp de fascinatie wel, want hij is een bijzonder interessant verschijnsel. Hij blijft natuurlijk burgemeester van Antwerpen, voorzitter van de grootste partij, en een van de meest invloedrijke figuren – maar de schaal waarop elke zet van de Wever uitvergroot wordt, is soms overdreven.’
‘Het is een selffulfilling prophecy: wanneer hij spreekt, verwachten we meteen woorden van grote betekenis. Als hij straks zegt dat hij naar de Lidl twee kilo tomaten gaat halen, vragen mensen zich dagen later nog af welke betekenis er achter die twee kilo tomaten zit.’
Minstens een deel van de verklaring is ook te vinden in het uitzonderlijke communicatieve vernuft van Bart De Wever. Op gezette tijdstippen slaagt hij erin een debat volledig naar zich toe te trekken met een goed gemikte, perfect getimede oneliner – genre ‘Magnette steekt Syriza links voorbij’ – waarna hij zich weer in de luwte terugtrekt en toekijkt hoe de halve Wetstraat op zijn uitspraak tracht te reageren en zo zijn woorden echoot.
Wat hij zegt, is daarbij wel eens van ondergeschikt belang; wat ertoe doet is dat híj het zegt. De analyse dat van de federale regering nog maar weinig daadkracht verwacht moest worden, was al een evergreen toen De Wever in Terzake kwam vertellen dat de ‘dash’ uit Michel-I was. Toch werd dat het politieke nieuws van de volgende dagen – ‘dash’ werd dan weer het politieke lemma van het jaar.
In het recente politieke geheugen komt slechts een persoon in de buurt, zegt Devos: de socialist Steve Stevaert. Zijn unieke uitspraken zouden bekend worden als Stevaertismen. Zo zei hij over het kartel SP.A-Spirit: als je tegen bent, stem dan voor – en als je voor bent, stem dan ook voor. Niemand begreep echt wat hij bedoelde, maar het klonk alvast geweldig. ‘Maar zijn effect en invloed zijn niet vergelijkbaar met De Wever, ook al omdat De Wever al veel langer meegaat. Er zit een houdbaarheidsdatum op, maar ik denk niet dat die al gekomen is.’
Professor Jan Blommaert, sociolinguïst aan de UGent en al jaren een waarnemer van het politieke debat in ons land, ziet dat anders. De Vlaamse media hebben de hele legislatuur het beeld opgehangen van de geniaal communicerende De Wever, zegt hij, maar dit jaar heeft die état de grâce een keerpunt genomen. ‘N-VA wordt al een heel jaar in defensieve posities gedrongen. Het begon met uitspraken van Jan Jambon over Catalonië, waarop hij teruggefloten werd door Europa. Er was het verhaal van Liesbeth Homans en Tom Meeuws, een zeer onwelkom gegeven in het publieke debat. Theo Francken heeft ook een zeer woelige zomer gehad: denk aan zijn uitspraken over het omzeilen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, die enorm veel gedonder gaven. Er was de uitspraak over de Orde van Vlaamse Balies en recent de lingerierel, die eigenlijk ook niet goed uitgespeeld is. Ik kan zo nog even doorgaan.’
Tegelijk kan Blommaert er niet omheen dat weinigen zoveel spotlights trekken als De Wever. ‘Maar verwar aandacht niet met goedkeuring. De slogan zegt: there is no such thing as bad publicity. Wel, dat is niet waar. Voor 25 procent van het electoraat doet het er niet toe wat er gezegd wordt, maar bij de andere 75 procent begint het verzet tegen N-VA zich te roeren. Bij de media zie je dan weer dat het geduld op raakt, en dat N-VA ter attentie geroepen wordt – bijvoorbeeld toen het beleid van Jambon en Francken het leven eiste van het jonge meisje Mawda. Wanneer uw beleid tot doden leidt, heb je nu eenmaal een politiek issue.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier