Nico Pattyn
De vermogenskloof, en wie die in stand wil houden
‘De 1 procent rijksten in België bezitten zo’n 12,37 procent van het vermogen. Deze vaststelling is niet nieuw, en is de politici ongetwijfeld bekend. Zien zij in het bestrijden van de vermogensongelijkheid een aandachtspunt?’, vraagt Nico Pattyn zich af.
Gegevens over vermogens in België zijn schaars. Er zijn de jaarlijkse Global Wealth Reports van Allianz en Credit Suisse, waaruit telkens blijkt dat de gemiddelde Belg vrij vermogend is. Een enquête van de ECB uit 2010 bracht de verdeling van de vermogens in de landen van de eurozone in kaart, de Nationale Bank onderzocht op basis daarvan hoe de gezinsvermogens in België zijn samengesteld en hoe die over de gezinnen verdeeld zijn. Ive Marx en Sarah Kuypers bevestigen in hun analyse van de cijfers van de ECB-enquête de ongelijkheid op dit vlak. Er is ook in België een grote vermogenskloof.
De ongelijkheid qua bezit van vermogen wordt in België wat getemperd doordat het bezit van een eigen woning wijd verspreid is. De Nationale Bank toonde reeds aan dat de ongelijkheid zich vooral situeert bij de financiële activa, zoals obligaties, kasbons, aandelen en beleggingsfondsen. Die ongelijkheid is in België hoger dan in de buurlanden. Dat blijkt ook uit de cijfers van Marx en Kuypers. Aandelen van beursgenoteerde bedrijven zitten voor bijna 85 procent geconcentreerd bij anderhalf procent van de Belgen.
De ideologische kloof
Deze vaststelling is dus niet zo nieuw, en is de politici ongetwijfeld bekend. Zien zij in het bestrijden van de vermogensongelijkheid een aandachtspunt? Bij de meeste partijen is dit niet het geval. Het Vlaams Belang sluit meer bijdragen van vermogens expliciet uit. Open VLD en N-VA laten de vermogens eveneens ongemoeid, en willen de personenbelasting hervormen zodat ze minder herverdelend wordt. CD&V ziet meer heil in hogere belastingen op consumptie. Van de Vlaamse partijen die nu in het parlement vertegenwoordigd zijn willen alleen de SP.A en Groen de grote vermogens meer laten bijdragen.
We zien dus in deze verkiezingscampagne twee duidelijk verschillende ideologische keuzes. Aan de ene kant de partijen die de lasten op arbeid willen verlagen voor de werkgevers, de personenbelasting willen hervormen waardoor vooral de hoogste inkomens winnen en ons fiscaal stelsel minder herverdelend wordt. Tegelijk willen ze besparen op de overheidsuitgaven en de diensten die de overheid aanbiedt, en snoeien in de sociale zekerheid. De N-VA gaat daarin het verst.
De grote financiële vermogens lachen in hun vuistje bij zoveel verzet van kleine vermogenden tegen vermogensbelasting, tot in het kieshokje toe
Daar tegenover staan partijen zoals SP.A en Groen die ook de lasten op arbeid willen verlagen en besparen bij de overheid. De inkomsten voor de sociale zekerheid blijven bij hen op peil, en van de verlaging van de lasten op arbeid wordt gebruik gemaakt om de vermogens meer te laten bijdragen.
De kloof tussen perceptie en realiteit
Als we weten dat aandelen hoofdzakelijk geconcentreerd zitten bij een kleine vermogende groep, en dat meerwaarde op aandelen niet belast wordt, dan lijkt het bizar dat zo’n belasting democratisch niet kan ingevoerd worden. Tenslotte hebben zelfs de Verenigde Staten een belasting op dergelijke meerwaarde. Maar wanneer belastingen op vermogenswinsten worden voorgesteld, wordt vaak geschermd met de kleine spaarder. Die fameuze hardwerkende spaarder, al zwaar belast maar toch een centje opzij gezet, zou voor de zoveelste maal geviseerd worden.
Ondertussen zijn voldoende gegevens beschikbaar om er van uit te gaan dat het verzet tegen heffingen op vermogens vooral een kleine groep heel erg vermogenden goed uitkomt. Die grote vermogens zijn trouwens vaak niet opgebouwd door hard werken, maar door erfenissen en speculatie. Inkomens zijn veel minder ongelijk verdeeld dan vermogens, terwijl we in België arbeidsinkomens sterk belasten en vermogens veel minder. Minder belastingen op arbeid, gecompenseerd wordt meer bijdragen van grote vermogens, zorgt voor veel winnaars en een beperkte groep verliezers, die bovendien best tegen een stootje kunnen.
Maar dat besef lijkt niet goed door te dringen. Er wordt gebruik gemaakt van de aversie voor belastingen om vermogens voor de fiscus af te schermen. De kleine spaarder voelt zich aangevallen, niet beseffend dat hij of zij wint wanneer de vermogens die er echt toe doen ook hun steentje moeten bijdragen. De grote financiële vermogens lachen in hun vuistje bij zoveel inzet van kleine vermogenden voor hun belangen, tot in het kieshokje toe. Misschien dat deze keer de naakte cijfers sommigen wel de ogen openen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier