De verborgen misbruiken van deurwaarders: ‘In deze job moet je meedogenloos zijn’
Minister van Justitie Koen Geens wil de juridische beroepen moderniseren. Gerechtsdeurwaarder is daar een van. Maar de blauwdruk van de hervorming die hij bij twee experts bestelde, bevat weinig remedies tegen de vele misbruiken in het wereldje.
Een gerechtsdeurwaarder die 36 keer kosten aanrekent bij een en dezelfde schuldenaar. Een collega die 25 keer zijn reiskosten factureert voor verplaatsingen binnen dezelfde gemeente. Nog een collega die de vereffening van een kleine schuld jarenlang rekt omdat hij bij elke afbetaling een procentje opstrijkt. En hoogbejaarde gerechtsdeurwaarders die geen klap meer uitvoeren maar wel op hun stoel blijven zitten en zo de benoeming van jongere collega’s blokkeren. Het minste wat je kunt zeggen, is dat er in de wereld van gerechtsdeurwaarders wel het een en ander fout loopt.
Onder meer daarom wil minister van Justitie Koen Geens (CD&V) het beroep van gerechtsdeurwaarder moderniseren. Hij bestelde daarvoor een rapport bij twee experts, erenotaris André Michielsens uit Wijnegem en gerechtsdeurwaarder Luc Chabot uit Luik. Knack legde hun blauwdruk voor aan eregerechtsdeurwaarder Bartel Broeckaert en een jonge collega die liever anoniem blijft uit angst voor mogelijke reacties van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders, de beroepsorganisatie die waakt over de deontologie en de tarieven en tuchtstraffen kan opleggen.
Enkele machtige individuen beheersen het hele korps en regelen alles met het oog op eigenbelang, winst en zelfbehoud.
Broeckaert windt er geen doekjes om. ‘Het rapport is een machtsgreep van mijn collega’s om de hele schuldenindustrie in handen te krijgen. Ik zeg niet dat het een waardeloos werkstuk is. Integendeel, het bewijst mijn gelijk, namelijk dat er te veel misbruiken zijn.’ De misbruiken zijn inderdaad talrijk en het rapport maakt daar geen einde aan.
Complexe tarieven
De gerechtsdeurwaarder zorgt dat vonnissen uitgevoerd worden en schulden geïnd, dat goederen in beslag genomen worden en eventueel verkocht, of dat wie voor een rechtbank moet verschijnen daarvan op de hoogte wordt gebracht met een dagvaarding. Zijn takenpakket is dus uitgebreid. Een gerechtsdeurwaarder heeft tegelijk het statuut van zelfstandige met een vrij beroep én van ambtenaar met een aantal wettelijk vastgelegde taken.
Veel klachten gaan over de hoge tarieven, waardoor een bescheiden schuld plots verveelvoudigt en schuldenaars nog dieper in de put sukkelen. De experts geven in hun rapport toe dat de tarieven niet transparant en te complex zijn. Een ereloon van 100 euro voor de gerechtsdeurwaarder wordt door allerlei indirecte belastingen uiteindelijk een factuur van 271 euro.
Die tarieven zijn bij Koninklijk Besluit (KB) vastgelegd. Broeckaert vindt die niet overdreven hoog, maar wel totaal onaangepast aan deze tijd. ‘De experts pleiten voor meer informatie voor de schuldenaar. Maar elke regel tekst in een exploot (de officiële akte waarin de deurwaarder verslag doet van de overhandiging of betekening van een gerechtelijk document, zoals een dagvaarding of een vonnis, nvdr) moet worden betaald. Hoe langer het exploot, hoe hoger de kosten. Dat komt omdat exploten vroeger met de hand werden geschreven. Vandaag rollen wetteksten geautomatiseerd uit de computer, maar toch wordt nog elke regel tekst aangerekend alsof het handgeschreven werk is. Het voorstel van de experts is onbegrijpelijk.’
Ook de jonge kandidaat-gerechtsdeurwaarder vindt de kosten veroorzaakt door de vele directe en indirecte belastingen te hoog. ‘Een dagvaarding kost gemiddeld ongeveer 300 euro. Daarvan is 120 euro ereloon voor de gerechtsdeurwaarder, de rest zijn overheidstaksen. Voor een dagvaarding staat de gerechtsdeurwaarder in voor nazicht en controle van de ontwerptekst van de advocaten. De identiteit van de gedaagde wordt nagekeken. De akte wordt betekend, gescand, ingeboekt en verwerkt. Eventuele pleitzegels worden aangebracht, rolrecht wordt voorgeschoten en de zaak wordt op de rol gebracht bij de juiste rechtbank. Daar mag een correct ereloon tegenover staan.’
Een voorbeeld: een schuld van 5000 euro wordt ingevorderd met een deurwaarder. Wel, zegt Broeckaert, die deurwaarder baseert zich op het KB van 1966 met progressieve tarieven die elk jaar geïndexeerd werden. ‘Die schuld van 5000 euro zal, zonder registratie, ongeveer 250 euro deurwaarderskosten met zich meebrengen.’
Naast die tarieven werd ook een zogenaamd vacatierecht (het tarief dat de gerechtsdeurwaarder aanrekent voor de akte die hij betekend heeft) ingevoerd om de blokkering van de erelonen te compenseren. Je hebt vaste en variabele tarieven. Voor een bedrag van 1 tot 100 euro mag de deurwaarder een vast percentage rekenen. Per kopij. Als er meerdere partijen zijn, komt daar nog een vergoeding bij. Registratie van het document moet apart gerekend worden. Rolrecht, pleitzegel, registratie, vacatie, kopij… het lijkt wel of achter elke jargonterm een apart tarief schuilt.
En dan zijn er nog de reiskosten. Daarbij loert misbruik om de hoek. Broeckaert: ‘Als een deurwaarder ’s morgens uit Gent vertrekt met 25 exploten voor Maldegem, dan mag hij die reiskosten 25 keer aanrekenen, terwijl hij die verplaatsing dus maar één keer doet.’
Volgens Broeckaert bulkt het tarievenstelsel van onrechtmatige kosten. ‘Neem inlichtingenkosten. Over elke betrokken partij mag de deurwaarder inlichtingen inwinnen bij het rijksregister. Dat kost een euro, maar de deurwaarder mag een veelvoud daarvan doorberekenen, ook al gaat het vaak om dezelfde inlichting die werd opgevraagd.’
De kandidaat ziet dat anders: ‘Automatisering is niet gratis, maar kan alleen met peperdure software die draait op peperdure hardware. Bovendien is een extra kopij ook een extra betekening zodat die bijkomende vergoeding niet onlogisch is.’
De experts stellen in hun rapport voor om interesten te beperken tot 10 procent van de schuld. Een schuld van 5000 euro kan dan maximaal 5500 euro worden. Dat lijkt een goede zaak, maar Broeckaert heeft er weinig vertrouwen in. ‘Vandaag zijn de tarieven ook beperkt en toch worden ze niet correct toegepast. Er bestaat een centraal register van de beslagberichten. Als de deurwaarder beslag moet leggen, kan hij in die databank nagaan of er al andere beslagen zijn bij dezelfde schuldenaar. Voor die controle rekent hij kosten aan. Als er al een of meerdere beslagleggingen zijn, kan de gerechtsdeurwaarder toch nog een extra beslag doen, ook al is het zinloos. De wet laat dat helaas toe.’
‘Dat is inderdaad soms zinloos, maar vaak ook niet’, vindt de kandidaat. ‘De situatie op het terrein kan veranderen en een bezoek ter plaatse is daarom soms noodzakelijk. Een inbeslagname is een belangrijk contactmoment, waarop afspraken voor een regeling gemaakt worden.’
Er zijn vandaag gewoon veel meer deurwaarders nodig en dat kan snel worden opgelost. Maak er een echt vrij beroep van.
Broeckaert wijst er ook op dat de experts in hun verslag vaststellen dat de boekhoudregels veel te wensen overlaten. ‘De boekhouding van heel wat gerechtsdeurwaarders is gewoon niet sluitend en dus krijg je geen correct beeld van hun inkomen.’
Creatief omspringen met tarieven is nog iets anders dan zwartwerken. Hoe kan dat als je met officiële en wettelijk vastgelegde tarieven werkt? Broeckaert wijst op de enorme aantallen individuele dossiers die deurwaarders aanleggen. Precies in die dossiers zitten soms de zwarte inkomsten verborgen. De fiscus zou daarom duizenden of zelfs tienduizenden dossiers moeten doorploegen om mogelijke fraude op te sporen.
Als voorbeeld geeft Broeckaert de kosten van de slotenmaker. Gerechtsdeurwaarders zijn vaak op pad met een slotenmaker om een woning binnen te dringen als de bewoner niet thuis is. Die kosten staan niet vermeld in de tarieven. ‘Neem een reeks van tien beslagleggingen met slotenmaker. De factuur van de slotenmaker kun je bij de kosten stoppen in één dossier en fiscaal aangeven. Kopietjes van die factuur van de slotenmaker kun je ook in die negen andere dossiers aanrekenen. Dat is puur zwart geld en die negen dossiers verdwijnen tussen de enorme berg andere individuele dossiers die nooit gecontroleerd worden.’
Het lijken kruimels die met simpele trucjes in facturen van schuldenaars gesmokkeld worden, maar daar word je als gerechtsdeurwaarder wellicht niet stinkend rijk van. ‘Niet van tien dossiers,’ zegt Broeckaert, ‘maar wel als het gaat om duizenden dossiers, zeker in grote deurwaarderskantoren. De fiscus heeft tijd noch mensen voor grondige controles.’
Inbeslagnames
Een van de meest ingrijpende bevoegdheden van gerechtsdeurwaarders is de inbeslagname van goederen. Volgens Broeckaert wordt daarbij vaak wel de letter, maar niet de geest van de wet gevolgd.
Wat is de geest van de wet? Broeckaert: ‘Je hebt 5000 euro schuld bij drie schuldeisers. De eerste deurwaarder die beslag komt leggen, voert het best de hele procedure uit, zodat die 5250 euro kost. Maar deurwaarders van de andere schuldeisers hoeven zich daar niet bij neer te leggen en kunnen hun eigen beslagprocedure doorzetten, elk mét hun factuur. Dat is zinloos, want dat beslag slaat op dezelfde inboedel. Het jaagt alleen de factuur van de schuldenaar de hoogte in. De wet bepaalt dat de eerste deurwaarder de hele procedure kan uitvoeren. Er had gewoon moet in de wet moeten staan. Dat zou veel ellende vermijden. In Frankrijk is dat zogenaamde eenmalige beslag wettelijk verplicht. Sterker nog, in België kan het in ons voorbeeld zelfs dat één gerechtsdeurwaarder die optreedt voor de drie verschillende schuldeisers zelf in z’n eentje ook drie keer beslag legt. Kosten maal drie. Het is soms hallucinant. Ik ken een deurwaarder die 36 beslagen op hetzelfde moment bij één schuldenaar heeft betekend. Deurwaarderskosten maal 36.’
Ook de kandidaat vindt één beslag ‘een valabel punt. Maar daarvoor moet ons wettelijk kader omgegooid worden. Met de huidige wetgeving is er tussen gerechtsdeurwaarders soms een race naar de beslagbare goederen.’
Welke goederen niet in beslag mogen worden genomen, is eveneens wettelijk vastgelegd. Er is bijvoorbeeld bepaald dat het ‘nodige beddengoed’ of ‘een kast om kleding in te bewaren’ of ‘goederen dienstig voor een maaltijd’ niet in beslag genomen mogen worden. Broeckaert: ‘Dat wil dus zeggen één bord, één vork en één mes per persoon. Maar ook daar heeft de deurwaarder speelruimte. Ik heb het meegemaakt dat een schuldenaar in een antieke kast spullen bewaarde die dus wettelijk niet in beslag mochten worden genomen omdat het zijn enige kast was. Daarom heb ik de kast niet in beslag genomen, maar een collega deed dat wél want het was een duur stuk.’
Overigens heeft een deurwaarder volgens Broeckaert niet alleen alle belang bij zo veel mogelijk inbeslagnames, maar ook bij het zo lang mogelijk rekken van een zaak. Je zou denken dat deurwaarders zaken niet willen laten aanslepen, om een schuld zo snel mogelijk betaald te krijgen. Nee, zegt Broeckaert, want een schuld die in schijfjes wordt betaald, brengt geld op dankzij het innings- en kwijtingsrecht: dat zijn wettelijk vastgelegde bedragen die gerechtsdeurwaarders aanrekenen als ze een bepaalde schuld invorderen.
‘Een schuld van 5000 euro afbetalen met 50 euro per maand brengt dus honderd keer een ereloon op. Stel dat u een schijf van 50 euro moet betalen voor 15 oktober. Je betaalt op 16 oktober, één dag te laat. Dan stelt de deurwaarder vast dat je je verplichtingen niet nakomt en stelt hij meteen een exploot op voor openbare verkoping van je inboedel. Kosten voor het exploot dat wellicht nooit zal worden uitgevoerd (want er is op 16 oktober wel degelijk betaald): 70 euro. Dat is een algemeen verspreide praktijk. Omdat ik dat soort zaken niet meer kon aanzien, ben ik gestopt als gerechtsdeurwaarder. Je moet meedogenloos zijn als deurwaarder.’
Sociale rol
‘Nee,’ zegt de kandidaat, ‘je kunt meedogenloos zijn, maar een positieve en constructieve benadering past perfect binnen het wettelijk kader. Het vraagt wel de juiste mentaliteit: grote verantwoordelijkheidszin, gekoppeld aan hoge kwalitatieve vereisten, en dat is sinds kort ook het geval.’
Het rapport van Michielsens en Chabot beklemtoont de sociale rol van de gerechtsdeurwaarder. Ook daar heeft Broeckaert bedenkingen bij: ‘Die sociale rol is onbestaande, want die schuiven ze door naar politie, postbodes of gemeenteambtenaren. Een voorbeeld. Er woont hier een grote minderheid die de landstalen niet kent en soms zelfs analfabeet is. In sommige Europese landen kan een rechtszaak niet worden ingeleid voordat de deurwaarder bewijst dat hij met een dagvaarding de beklaagde heeft gesproken en persoonlijk heeft ingelicht. Maar hoe gaat dat in België? Mohammed woont in een appartementsblok met honderden andere bewoners. Begin maar te zoeken, als niet overal een leesbare naam op de brievenbus staat. Maar de deurwaarder heeft wel 200 brievenbussen waarin hij zijn dagvaarding kan droppen. Op die manier kun je desnoods 100 dagvaardingen per dag afleveren. De volgende dag verstuurt de deurwaarder dan nog eens een aangetekende brief naar Mohammed dat hij gedagvaard is. De deurwaarder verdient zowel aan de dagvaarding als aan de aangetekende brief, maar uiteindelijk doet de postbode dus het werk. Als Mohammed niet thuis is, laat de postbode een formuliertje achter waar hij de aangetekende brief kan ophalen. Als hij de brief niet ophaalt, omdat hij het postformuliertje niet begrijpt, wordt de brief na drie weken teruggestuurd naar de deurwaarder. Eindresultaat kan zijn dat Mohammed bij verstek veroordeeld wordt.’
PROCESSIE VAN ECHTERNACH
Het rapport over de gerechtsdeurwaarders is het derde in een reeks van vier die minister van Justitie Koen Geens (CD&V) bestelde om de juridische beroepen te moderniseren. De rapporten over advocaten, notarissen en nu dus ook gerechtsdeurwaarders zijn klaar. Het is nog wachten op dat over de bedrijfsjuristen.
Minister Geens heeft al flink wat kritiek gekregen voor zijn werkwijze. Zo beweert hij dat onafhankelijke experts meewerken aan de rapporten. Maar dat over de advocaten werd geschreven door de voormalige voorzitter van Avocats.be en de voormalige directeur van de Studiedienst van de Orde van Vlaamse Balies, twee advocaten. Dat over de notarissen werd opgesteld door twee notarissen, en het beroep van gerechtsdeurwaarder werd tegen het licht gehouden door een gerechtsdeurwaarder uit Luik en een erenotaris uit Wijnegem. Dat kun je moeilijk onafhankelijke experts noemen.
Het lijkt er steeds meer op dat de betrokkenen het liefst zo weinig mogelijk willen veranderen aan hun statuut. Zeker het verslag door de notarissen lokte fel protest uit. ‘Waardeloos’, werd het genoemd.
Wil de minister deze juridische beroepen eigenlijk wel echt moderniseren? Sommigen beginnen eraan te twijfelen. Geens heeft met zijn experts afgesproken dat ze nog een overlegronde houden met hun representatieve organisaties. Daar is voorlopig nog geen spoor van. Pas als de voorstellen van de eigen beroepsgroep klaar zijn, wil de minister met hen overleggen welke ideeën uiteindelijk in wetsontwerpen worden gegoten.
Het lijkt dus weinig waarschijnlijk dat tijdens deze regeerperiode nog sprake zal zijn van enige vernieuwing. De woordvoerster van de minister laat weten dat er geen strikte deadline is afgesproken met de verschillende beroepsorganisaties. Dat is vreemd, want op zijn eigen website schreef minister Koen Geens ‘dat hij tegen de zomer van 2018 een beleidsplan voorbereidt dat voorstellen zal bevatten tot modernisering van de juridische beroepen’. Die deadline heeft hij alvast niet gehaald.
Daar is de kandidaat het niet mee eens: ‘De taak van de gerechtsdeurwaarder is zeker niet louter de aflevering van een brief. We nemen echt contact op met de mensen en proberen hun situatie in te schatten, te bemiddelen of minnelijke akkoorden te sluiten. Een gerechtsdeurwaarder die werkt als een postbode, is de titel onwaardig.’
Maar deurwaarderswerk is blijkbaar wel vaker haastwerk. Time is money: huis binnendringen, inboedel opschrijven en snel weg voor iemand thuiskomt. Volgens Broeckaert is dat de enige manier om massaal beslagexploten te betekenen: ‘Ik ken gevallen waar de deurwaarder een appartement binnendrong, alles noteerde en snel een nieuw slot liet plaatsen. De bewoner kwam thuis en moest de nieuwe sleutel ophalen op het politiekantoor. Terwijl hij weg was, arriveerde een tweede gerechtsdeurwaarder die net hetzelfde deed. Toen de bewoner thuiskwam, zat er al een tweede nieuw slot in zijn deur. Is dat de sociale rol van de deurwaarder?’
No cure no pay
Een ander teer punt is de concurrentie tussen kleine en grote deurwaarderskantoren. Die harde concurrentiestrijd draait rond lucratieve opdrachten van grote klanten. Die grote klanten, zowel bedrijven als (overheids)instellingen, kunnen van die concurrentie gebruikmaken om goede deals te sluiten voor de invordering van onbetaalde facturen.
In principe mag een gerechtsdeurwaarder met niemand zijn kosten delen. Toch gebeurt het steeds vaker via een zogenaamd no cure no pay-systeem. Als een gerechtsdeurwaarder een schuld invordert, verdient hij sowieso aan de kosten die dat met zich meebrengt, want als de schuld niet kan worden ingevorderd betaalt de opdrachtgever die kosten.
‘Bij no cure no pay vraagt een bedrijf met een berg onbetaalde facturen een deurwaarderskantoor om die in te vorderen’, verduidelijkt Broeckaert. ‘Dat kan over duizenden facturen gaan. Bedrijf en deurwaarderskantoor spreken af dat de gerechtsdeurwaarder géén factuur stuurt als een schuld niet kon worden ingevorderd. De gerechtsdeurwaarder neemt dus het risico, maar door de enorme hoeveelheid onbetaalde facturen van zo’n klant die wél worden betaald, kunnen grotere kantoren zich een aantal onbetaalde facturen permitteren. Dat is concurrentievervalsing, want een klein kantoor kan zich dat risico niet permitteren. Grote telecombedrijven, ziekenhuizen of winkelketens hebben vaak duizenden achterstallige facturen. De grote onrechtvaardigheid is dat mensen met financiële problemen die alleen maar groter zien worden door de deurwaarderskosten. De overheid zou beter grote bedrijven aanpakken die minder gegoede mensen allerlei dure abonnementen of spullen op krediet aansmeren.’
Het verslag van de experts rept met geen woord over de verplichtingen van de schuldeisers, merkt Broeckaert op. ‘De risico’s van kredietverlening komen niet ter sprake, terwijl dat nochtans de oorzaak van het kwaad is. Wat men met dat verslag echt wil, is meer macht. Men wil de volledige schuldenindustrie in handen krijgen.’
‘De Nationale Kamer veroordeelt zeer sterk het no cure no pay-systeem, maar bestraft het niet’, stelt de kandidaat. ‘Het systeem bedreigt de leefbaarheid van kleinere kantoren en zelfs de onafhankelijke positie van de gerechtsdeurwaarder. Anderzijds is het economisch en commercieel zeer moeilijk te verkopen dat een schuldeiser met een vordering van 20 euro achteraf een factuur krijgt van 600 euro van de deurwaarder, met de boodschap dat de schuldenaar insolvabel is gebleken.’
Monopolie
Het aantal gerechtsdeurwaarders is, net als bij notarissen, beperkt. Ze zijn in ons land met 560 én ze zijn voor het leven benoemd. In hun rapport voor minister Geens stellen de experts wel de afbouw van die levenslange benoeming voor, maar dan op heel lange termijn. Voorlopig moet er dus een deurwaarder sterven of ontslag nemen en met pensioen gaan, voor een nieuwe kandidaat kan worden benoemd.
‘Het is schering en inslag dat een oude titularis geen klap meer uitvoert maar toch betaald wordt’, stelt Broeckaert. ‘Ik ken gerechtsdeurwaarders die al tien jaar geen enkele akte meer hebben betekend of negentigplussers die nog steeds titularis zijn. Als je niet officieel stopt, zoals ik, blijf je levenslang benoemd. Je gaat dan bijvoorbeeld een associatie aan met een jongere deurwaarder die je zaak overneemt en in ruil daarvoor jaarlijks of maandelijks een percentage betaalt. Je laat je in feite permanent vervangen en het echte werk wordt gedaan door de kandidaat-deurwaarders die op hun benoeming wachten.’
Het expertenverslag vermeldt dat de gemiddelde leeftijd 42 jaar is voor een kandidaat benoemd wordt. ‘Wie start op die leeftijd nog een carrière waarvoor je in principe rond je vijfentwintigste bent afgestudeerd? Die beperkte toegang tot het beroep verklaart deels waarom kantoren vaak familiezaken zijn, gebaseerd op een monopolie. Enkele machtige individuen beheersen zo het hele korps en regelen blijkbaar intern binnen de Nationale Kamer alles vooral met het oog op eigenbelang, winst en zelfbehoud’, oordeelt Broeckaert.
‘Er zijn inderdaad misbruiken waarbij titularissen zich voortdurend laten vervangen’, bevestigt de kandidaat. ‘Meer controle of strengere sancties zouden soelaas kunnen brengen. Toch is dat systeem van vervanging op zich wel nodig. Zonder de kandidaten zou de continuïteit nooit gegarandeerd kunnen worden. Ze doen een groot deel van het werk, zonder de officiële titel, in een ondergeschikt verband.’
‘We leven niet meer in de negentiende eeuw toen die 560 functies vastgelegd werden’, vindt Broeckaert. ‘De Belgische bevolking is intussen verdubbeld. Het werk is geëxplodeerd, maar toch pleiten de experts van minister Geens voor uitbreiding van de bevoegdheden. Er zijn vandaag gewoon veel meer deurwaarders nodig en dat kan snel worden opgelost. Maak er een echt vrij beroep van. Wie het diploma van jurist heeft en aan de wettelijke voorwaarden voldoet, moet zich vrij kunnen vestigen, net zoals advocaten. Nu hangt het beroep bij manier van spreken nog vast aan het wetboek van 1813. Weet u dat een van de voorwaarden om deurwaarder te worden toen was dat je geen café mocht openhouden?’ (lacht)
WAT ZEGT DE POLITIEK? h2>
Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) ‘Kosten moeten omlaag’ p>
p>
‘Het klopt dat er wantoestanden bestaan die in de vorige hervorming niet zijn aangepakt,maar men mag niet veralgemenen naar de volledige beroepsgroep. De wetgeving die in voorbereiding is, zal enkele van die misbruiken aanpakken, maar ze vragen niet allemaal een wetgevend optreden. Sommige misbruiken zijn ook een kwestie van deontologie en correcte beroepspraktijken.Mensen in financiële moeilijkheden verdienen een beter en minder duur beschermingssysteem. De collectieve schuldenregeling is daar een belangrijk instrument voor. Er zijn al wettelijke initiatieven genomen om de procedure te moderniseren en minder duur te maken. De laatste stap is de volledige digitalisering, zodat er veel minder brieven hoeven te worden verstuurd die bijkomende kosten met zich meebrengen. Die moet in de loop van 2019 in werking treden.’ p>
p>
Meryame Kitir (SP.A) ‘Een modernisering op maat van de deurwaarder’ p>
p>
‘Minister Geens krijgt onze steun om het beroep van gerechtsdeurwaarder te moderniseren, maar daarmee is alles gezegd. Vragen aan de oude rotten in het vak om de regelgeving te moderniseren die op hen van toepassing is, is als vragen aan criminelen om het strafwetboek te moderniseren. Het resultaat is er dan ook naar: een modernisering op maat van de deurwaarder, maar niet van de gedupeerde.’ p>
‘De SP.A wil de innings- en afkortingsrechten halveren. Zo vermijden we dat deurwaarders afbetalingen onnodig rekken. De no cure no pay-werkwijze roepen we een halt toe door de schadebedingen en interesten te plafonneren en door de deurwaarders onder controle van de administratie Economie te plaatsen. Vandaag controleren ze zichzelf en dat is niet ernstig. Ook de lijst van goederen die niet in beslag mogen worden genomen, verdient een update: een gsm en een wifi-abonnement zijn vandaag levensnoodzakelijk. Als het de minister echt menens is, dan kan hij zich beter nog deze regeerperiode buigen over onze kant- en klare wetsvoorstellen.’ p>
p>
Stefaan Van Hecke (Groen) ’36 keer beslag leggen is crimineel’ p>
p>
‘Expertenrapporten zoals dit voldoen niet want ze worden opgesteld door direct betrokkenen. Een deurwaarder kan zijn opdracht op een sociale, correcte manier uitvoeren, of hij kan mensen financieel onnodig hard treffen. Dat blijkt uit de soms beschamende voorbeelden. 36 keer beslag leggen bij dezelfde schuldenaar is crimineel. Beperk de taak van de deurwaarder tot de essentie: dagvaardingen betekenen en daarover goed informeren, vonnissen en arresten uitvoeren, met oog voor de sociale werkelijkheid en zonder onnodige kosten. Het beroep is te corporatistisch. Er moet een betere en strengere controle komen.’ p>
p>
Kristien Van Vaerenbergh (N-VA) ‘Klare taal en socialer’ p>
p>
‘Het dossier in Knack toont nogmaals aan dat er zaken mislopen bij sommige gerechtsdeurwaarders. Het beroep moet zich moderniseren. Ik denk daarbij aan het gebruik van een klare taal, transparantere tarieven en het versterken van de sociale rol van een gerechtsdeurwaarder. De schuldenaar moet worden benaderd als een persoon die hulp nodig heeft. De gerechtsdeurwaarder is een bemiddelaar.’ p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier